De rebellen in het oosten zouden volgens een Oekraïense legerwoordvoerder 120 maal op stellingen van het Oekraïense leger in een dertigtal plaatsen hebben geschoten. Het grootste aantal aanvallen was opgetekend nabij de strategische stad Debaltseve, een belangrijk knooppunt van spoorwegen op een vijftigtal kilometer ten noordoosten van Donetsk.

Het gewapende conflict in het oosten van Oekraïne maakte meer dan 5.000 doden sinds april, zo blijkt uit cijfers van de Verenigde Naties (VN). Maandag kwamen nog zeven Oekraïense soldaten om en raakten 24 anderen gewond in 24 uur tijd.

Nieuwe gesprekken

Na de recente escalatie van het geweld verklaarden de opstandelingen zich bereid tot nieuwe gesprekken met de regering in Kiev. ‘Al in de komende dagen kunnen we het over een gevangenenruil hebben’, zei woordvoerder Vladislav Dejnego dinsdag in Loehansk (Loegansk). Plaats van vergadering zou opnieuw het Wit-Russische Minsk zijn.

De opstandelingen hadden enkele dagen geleden nog gesprekken met Kiev uitgesloten. In het weekend kwamen bij een raketaanval in de zuidoostelijke havenstad Marioepol 30 burgers om het leven. Beide partijen geven elkaar daarvan de schuld.

Nieuwe maatregelen

In een mededeling wijzen de Europese leiders op ‘de verantwoordelijkheid’ van Rusland. Ze verwijzen naar ‘bewijzen van de aanhoudende en toenemende steun van Rusland’ voor de separatisten in het oosten van Oekraïne. ‘We dringen erop aan dat Rusland de daden van de separatisten veroordeelt en de akkoorden van Minsk uit te voeren’, zo staat het in de mededeling.

Donderdag bekijken de Europese ministers van Buitenlandse Zaken op een speciale bijeenkomst in Brussel de situatie in het oosten van Oekraïne. Ze krijgen van de Europese leiders de opdracht mee om ‘gepaste actie in overweging te nemen, in het bijzonder verdere restrictieve maatregelen’. De staatshoofden en regeringsleiders zelf bespreken de Oekraïense crisis op 12 februari op een top in Brussel.