Direct naar artikelinhoud

Nederlandse zilvervloot laat zich zien in Kazan

Het is een wat oubollige term,  de zilvervloot. Hij werd vorige week, bij de WK openwater zwemmen in Kazan, in ere hersteld door de technisch directeur van de KNZB, Joop Alberda. Hij poetste het woord op na drie zilveren medailles, van het trio Sharon van Rouwendaal, Ferry Weertman en Marcel Schouten.

Femke Heemskerk, Marrit Steenbergen, Ranomi Kromowidjojo en Maud van der Meer poseren met hun zilveren medailleBeeld anp

Zondag, bij de start van het WK-toernooi in het 50-meterbad, kreeg de term nieuwe lading. Sharon van Rouwendaal meldde zich, in haar geval, voor de derde keer op de een na hoogste trede van het erepodium. Zij won de zilveren medaille op de 400 meter vrije slag, met een verbetering van haar eigen Nederlands record op die afstand.

Een half uur later werd opnieuw het zilver behaald. Het was een iets minder verrassende medaille. Hij kwam voor rekening van de vrouwen die tot Londen 2012 de Golden Girls heetten. De estafette op de 4 x 100 meter vrije slag is een nummer dat de Nederlandse crawlvrouwen op het lijf geschreven is. Nederland was wereldkampioen in 2009 en 2011, na de mooiste medaille (het olympisch goud) uit die vrijeslaggeschiedenis die in 2008 in Peking werd gehaald.

Inge Dekker in actie op de 100 meter vlinderslag op het WK zwemmen in KazanBeeld anp

Vreugde

De opstelling voor het WK-zilver van Kazan was startzwemster Ranomi Kromowidjojo (53,30), Maud van der Meer (54,50), debutant Marrit Steenbergen (53,88) en afmaker Femke Heemskerk (51,99). In vergelijking met eerdere grote toernooien ontbrak Inge Dekker, de vlinderslagspecialiste die zondag na een mislukte halve finale al krachten wenste te sparen voor de 50 vlinder van eind deze week.

De vreugde bij de nieuwe aflossingsploeg was, hoe groot ook, nauwelijks vergelijkbaar met de explosie van genoegen bij Sharon van Rouwendaal. De in Frankrijk trainende stayer glunderde van oor tot oor na haar geweldige 400 meter vrije slag. Ze wist vooraf dat ze geen partij zou zijn voor wereldrecordhoudster Katie Ledecky, maar ze had er alle pijn van de wereld voor over om 'the best of the rest'  te worden. Van Rouwendaal, 21 pas, slaagde omdat niemand beter pijn kan verdragen dan zij. Ze leek de 20 kilometers in het open water (ze zwom vorige week 5, 10 en 5 kilometer) volkomen verteerd te hebben. 'Ze had een goede warming-up gehad', was de grap die rond ging.

Haar uithoudingsvermogen betaalde zich uit met de klassering direct achter de oppermachtige Ledecky (3.59,13). Van Rouwendaal, met haar guitige gedrag de mascotte van de Nederlandse zwemploeg, was in haar eentje met 4.03,07 een halve minuut langzamer dan de met vier zwemsters gerealiseerde tijd over dezelfde afstand (400 aflossing): 3.33,67.

Sharon van Rouwendaal.Beeld anp