Rutte: Opstelten ging met 'Het is niks'-uitspraak over Demmink niet te ver

Deze week benadrukte Opstelten nog eens te geloven in de onschuld van Joris Demmink, nadat een oud-agent in de civiele zaak tegen de topambtenaar had verklaard dat er in 1998 wel degelijk onderzoek naar hem is gedaan.

De bewindsman verbaasde menigeen door voor de NOS-radio te zeggen: 'Ik ben overtuigd van de onschuld van Demmink. Het was niks, het is niks en het wordt niks.' Hij voegde evenwel toe 'dat dit niet wegneemt dat ik er volledig voor sta en ervoor dien te staan dat het OM nu volledig zijn onderzoek kan doen en niet gehinderd wordt door mijn uitspraken'. Tot slot zei Opstelten dat hij het OM om 'duiding' heeft gevraagd over de getuigenis van de oud-agent. Onder meer NRC Handelsblad zette in zijn hoofdredactioneel commentaar vraagtekens bij de handelswijze van de minister. Hij zou met zijn uitspraken een grens zijn overgegaan.

Bruggetje
Normaliter doen politici vrijwel geen uitspraken over lopende rechtszaken. Premier Rutte wees vandaag in zijn wekelijkse persconferentie ook op de scheiding tussen wetgevende en rechtsprekende macht, maar stelde dat juist de minister van Veiligheid en Justitie 'ruimer gerechtigd' is om dingen te zeggen. Die is immers het enige 'bruggetje' tussen de twee.

De premier impliceerde daarnaast dat Opstelten niet over de hele zaak had gesproken, maar alleen over het civielrechterlijk deel. 'Gezien de context is hij keurig binnen de lijntjes gebleven', aldus Rutte.

Opstelten heeft volgens de premier wel met zijn goedkeuring gesproken, maar Rutte voelde zich ook weer niet geroepen de woorden van Opstelten te herhalen.