Direct naar artikelinhoud
Weblog

Expeditie Noordpool: hamburgers aan land

Met zeventig man op een boot op expeditie naar de Noordelijke IJszee. Jorien Vonk, aard- en klimaatwetenschapper aan de Universiteit Utrecht, neemt zeven weken lang monsters uit de zeebodem bij de Noordpool om permafrost te onderzoeken. Tijdens de reis deelt ze haar veldaantekeningen met de Volkskrant.

Het expeditieteam is aan wal in Barrow, een kustplaats in Alaska.Beeld Jorien Vonk

Zaterdag 23 augustus, 22.00 (dag 49)
De bewoonde wereld, we zijn er! Na bijna zeven weken aan boord van de Oden stapten we vandaag in clubjes van twintig op een kleinere boot om aan wal te gaan. En daar sta je dan opeens; een zwart kiezelstrand, Barrow-style bebouwing om je heen, jeeps en ATV's die voorbij scheuren, drukte en nieuwe geuren. Gelukkig ligt ons voormalige thuis nog aan de horizon als een laatste geruststellende herinnering.

Via de douane, gezeteld in een grote loods, lopen we naar de gebouwen van het UMIAQ Science Center waar ons een lunch wacht en waar we onze intrek nemen in de kamers waar we twee nachten verblijven. We vergelijken alles nog met onze tijd aan boord. Zoals de lunch vandaag: hamburgers, groene salade, cottage cheese, en nog veel meer.

Ook op de Oden was het eten erg goed. Tot de laatste week hadden we bijvoorbeeld nog wortels en kiwi's, tot halverwege de expeditie nog sinaasappels. Er werd vers brood gebakken, we hadden ijs als toetje in het weekend, verjaardagen werden gevierd met taart. 's Nachts was de koelkast altijd gevuld voor hongerige werkers. Maar natuurlijk ook meer en meer koolsalade in plaats van vers groen, en minder variatie naarmate de tijd vorderde, zeker voor de vier vegetariërs aan boord.

Groundhog Day
Onze kamer in Barrow is donker maar comfortabel, de wc's en douches zitten achter gordijntjes. Aan boord deelde ik mijn hut met nog twee anderen. We hadden een bureau, kastruimte, en eigen wc en douche. We deelden de wasmachine op onze verdieping - net als de sauna, waar we ook vaak tijd doorbrachten.

Het werd een minisamenleving met dagelijkse routines, nieuws van buiten was minimaal. Elke dag kregen we een geprint nieuwsoverzicht, maar dat was in het Zweeds. Via familie en vrienden kregen we het belangrijkste nieuws door, maar er was geen internet, journaal, Facebook of Google. Het leven aan boord was onze eigen Groundhog Day [Amerikaanse filmkomedie waarin hoofdpersoon Phil in een tijdslus komt, waardoor elke dag alles om hem hetzelfde verloopt als de voorgaande, red.].

Onderzoekstechnisch succes
De expeditie is een groot succes, onderzoekstechnisch gezien. In het sedimentteam hebben we nog geen resultaten, maar wel fantastische hoeveelheden monsters verzameld van unieke locaties. Thuis in de laboratoria gaan we de komende tijd onder andere onderzoeken waar het organische materiaal van ontdooiend permafrost op land heen getransporteerd wordt, en in hoeverre het wordt afgebroken. Daarmee leren we meer over de effecten van ontdooiende permafrost op het klimaat.  

Daarnaast gaan we ook meten hoe het continentale plat zich in de laatste duizenden jaar heeft ontwikkeld. Vroeger was dit gebied land (de zeespiegel lag veel lager), maar na de ijstijd kroop de kustlijn meer en meer zuidwaarts. Hierbij werden grote delen van de permafrost afgebroken en weggevoerd.

Goed, eerst maar weer even wennen aan het gewone leven met een hardlooprondje door Barrow en een duik in de Chukchi Zee. Maandag vliegen we naar Seattle, en dan via Reykjavik naar Stockholm. Hier zeg ik de resterende mensen van de groep vaarwel om een paar dagen bij vrienden in Noorwegen vakantie te vieren. Het was een mooi avontuur!


Het enige nieuws tijdens de zeven weken was het dagelijkse geprinte nieuwsoverzicht. In het Zweeds.
Jorien Vonk
Bij aankomst in Barrow moet het expeditieteam eerst langs de douane, gezeteld in een loods.Beeld Jorien Vonk
Aankomst in Barrow, Alaska.Beeld Jorien Vonk

Dinsdag 19 augustus (dag 45)
We zijn er bijna. Vanmiddag verscheen er een smalle strook aan de horizon: Barrow, Alaska. We liggen nu voor anker ongeveer vijf kilometer voor de kust. De zee is nog steeds vlak, de zon schijnt en er hangt een bijzondere sfeer aan boord. Dit is zo lang ons thuis geweest!

We hebben hard gewerkt, zijn wat versleten en uitgeput en ieder kijkt uit naar zijn eigen dingen die 'de beschaving' in petto heeft: ijsbergsla, anonimiteit, groene thee, duisternis, bananen, de geur van het bos, eigen eettijden, fietsen door de stad. 

Het is ook verdrietig dat onze hechte groep straks snel uiteen valt en het veilige leven op het schip voorbij is. Straks gaan we terug naar huis, naar overvolle e-mail inboxen, het nieuws dat zeven weken langs ons heen is gegaan. Maar ook de mensen die we gemist hebben, natuurlijk.

Woensdag komt de Amerikaanse douane aan boord om onze paspoorten en visa's te controleren. Donderdag worden we met een klein bootje in groepjes naar Barrow geloodst. Straks nog een laatste wandeling op het helikopterdek en een biertje in de bar, maar eerst ga ik de grote tas die zeven weken op de kast lag maar eens tevoorschijn halen...

Benieuwd wat Jorien Vonk op weg naar de Noordelijke IJszee doet? Lees hier het interview met haar terug. Via deze kaart kun je de route van het expeditieschip live volgen. 

Land in zicht: aan de horizon gloort Barrow, AlaskaBeeld Jorien Vonk
We kijken uit naar ijsbergsla, duisternis en fietsen door de stad. Maar het is ook verdrietig dat onze hechte groep straks snel uiteen valt
Jorien Vonk

Donderdag 14 augustus, 16.30 (dag 40)
Sinds gistermiddag verdwijnt de zon rond lunchtijd achter de horizon. Rond middernacht schittert hij hoog aan de hemel. En tegelijkertijd blijft het hier 24 uur per dag licht.  

Tijd aan boord is een interessant fenomeen.
Bij ons vertrek uit het noorden van Noorwegen, ruim vijf weken geleden, stonden alle klokken op het schip op Noorse tijd - dezelfde tijd als in Nederland. Als we over een week in Barrow (Alaska) aankomen, gaan de klokken aan boord naar Alaska-tijd. Dat is tien uur vroeger dan Nederlandse tijd.

Als we de lokale tijd van de tijdzone waarin we zitten zouden aanhouden, moesten we elke drie of vier dagen de klok een uur vooruitzetten. We varen in het meest noordelijke gebied op aarde, en de lengtegraden - en dus de tijdzones - lopen hier heel dicht op elkaar.  

Lichtelijk verwarrend en enorm onpraktisch, dus houden we de hele reis de UTC-tijd, de 'universeel gecoördineerde wereldtijd' aan, die niet verandert door winter- of zomertijd. Nu is dat twee uur eerder dan Nederlandse tijd. 

Sinds het vertrek in Tromsø (18 graden Oosterlengte) zijn we zo ver naar het oosten gevaren dat we nu al de datumgrens gepasseerd zijn en ons op 173 graden Westerlengte bevinden.  

Vaak zijn we overdag suffer dan 's nachts - je merkt het verschil in zonintensiteit ook als het dag en nacht licht blijft. In de vier weken dat we in dag- en nachtshifts werkten, wist ik vaak niet of ik nou zonsopgang of zonsondergang zag. 'Moet ik nu dagcrème of nachtcrème op doen', vroeg een hutgenoot zich af.  

Inmiddels werken de meeste wetenschappers aan boord niet meer in shifts, omdat het meeste werk aan dek voorbij is. We proberen een dag/nachtritme aan te houden, maar dat blijft lastig. Ik ben moe en minder geconcentreerd dan thuis en lig 's nachts soms uren wakker. Vanmorgen werd ik om zeven uur wakker, nadat ik om drie uur in bed was gedoken. Naast een wetenschappelijk en sociaal experiment, is de reis ook een lichamelijke test!

Als we de lokale tijden zouden aanhouden, moesten we elke drie of vier dagen de klok een uur vooruit zetten
Jorien Vonk

Maandag 11 augustus, 11.30
(dag 37)

Met muts op, handschoenen aan en een paar laagjes truien over elkaar heen is het weer hier heel aangemaam. Tot 's avonds laat een blauwe lucht en veel zon.

Turend over de ijsschotsen met een verrekijker had ik gisteravond binnen vijf minuten weer een ijsbeer te pakken op de grens van pakijs en open water. Precies hier schijn je veel dieren te kunnen spotten. 
Er waren veel vogels te zien die vis en andere zeediertjes uit ons vaarwater vingen. Een half uur later zag ik twee ijsberen die iets aan het verorberen waren.

Het open water aan de horizon was nu in zicht, het ijs veranderde van structuur. De deining nam toe. Rondom ons doken steeds meer ijsberen op en bruine kolonies op het ijs gewapend met slagtanden: walrussen! In no time stond de halve bemanning opgewonden en verbaasd op het dek, wat een feest!

Zwemmende walrussen, in het water springende ijsberen, ijsberen die walrussen aan het verorberen waren, zonnebadende ijsberen. Ik lag aan het eind van de avond weliswaar als een ijsklomp in bed, maar het was een fenomenale nacht. 


Duikende ijsberen, ijsberen die walrussen verorberen, zonnebadende ijsberen. Fenomenaal!
Jorien Vonk
Uitzicht vanaf het expeditieschip. De Oden laat het laatste pakijs achter zich.Beeld Jorien Vonk
Uitzicht aan boord van expeditieschip Oden.Beeld Jorien Vonk
Een ijsbeer heeft zijn maaltijd te pakken: een walrus.Beeld Brett Thornton


Zondag 10 augustus, 13.45 (dag 36)

Terwijl de zon half onder de horizon zakt, schijnt aan de andere kant van de hemel de maan. Tegen lunchtijd komen de meeste mensen uit bed - gisteravond hadden we een feestje aan boord.

Sinds vrijdag is het onderzoeksprogramma rustiger. In de middag verlieten we het laatste meetstation, op weg naar het gebied ten oosten van het Russische eiland Wrangel in de Noordelijke IJszee.
 
Op de foto is te zien hoe ik een weerballon oplaat - weer eens iets anders dan vuile-handen-werk met modder op het achterdek. De enorme ballon is gevuld met 800 liter helium. Er hangt een meetinstrumentje aan van slechts 200 gram. Dat meet op 24 kilometer hoogte de temperatuur, windsnelheid en luchtvochtigheid. 

De meteorologen laten de ballon vier keer per dag op gezette tijden op. De informatie van het meetinstrument wordt doorgestuurd naar een computer aan boord, om daarmee het weer te voorspellen. 

Aan boord is de stemming goed: schitterend weer, goede ijscondities. Voor ons vertrek vrijdag hebben we de multicorer (het apparaat waarmee we sedimentkernen uit de zeebodem nemen) nog eens 500 meter diep laten zakken voor een nieuw monster. In tussentijd lagen we in onze overalls te zonnebaden op het achterdek. Het einde van de expeditie komt in zicht! 


Het instrument waarmee monsters uit de zeebodem worden genomen, wordt te water gelaten.Beeld Jorien Vonk
Jorien Vonk laat een weerballon op die temperatuur, luchtvochtigheid en windsnelheid meet.Beeld Matthew Shupe
Expeditie Noordpool: hamburgers aan land
Beeld Jorien Vonk

Vrijdag 8 augustus, 14.00 (dag 34)
We varen alweer ruim een week in het ijs. De meeste dagen hangt er een dikke mist rondom ons. Het ijs zorgt ervoor dat de lucht meer afkoelt dan boven open water, waardoor de waterdamp in de lucht condenseert. Soms klaart het op en dan zijn de uitzichten werkelijk schitterend.

De zon hangt 's middags laag omdat de lokale tijd ruim tien uur later is dan de tijd die we aan boord volgen (UTC), dus het licht is oranje en maakt alles nog mooier. Het ijslandschap is enorm gevarieerd; sommige stukken zijn spierwit en vlak, een soort van tekenfilmijs. Maar veel vaker bevat het ijs honderden smeltwatermeertjes, hoge langwerpige richels van opgestuwd ijs, ingevroren gekantelde ijsschotsen, en is het bruin of grijzig van kleur. Er is veel eenjarig ijs met grijsblauwe smeltwatermeertjes, maar ook veel meerjarig ijs dat je kunt herkennen aan helder blauwe smeltwatermeertjes (het ijs is na een aantal winters compacter en dus blauwer, net als in gletsjers). Ook zie je op ouder ijs vaak sporen van oude barsten in het ijs, of van opnieuw bevroren smeltmeren.

Door ouder ijs is het moeilijker navigeren, omdat het dikker en compacter is. Dichter bij land zien we soms donkergrijs ijs, wat bedekt is met organisch materiaal dat door rivieren is aangevoerd of is ontstaan uit water dat veel sediment bevat. Als je vlak naast de reling naar beneden kijkt, waar de schotsen met brute kracht worden weggeduwd en soms zelfs helemaal omgekeerd, zie je ook vaak oranje en bruine kleuren in het ijs. Dat zijn ijsalgen of andere zeediertjes die in het ijs leven. Prachtig uitzicht om je ontbijt bij weg te lepelen.

Expeditie Noordpool: hamburgers aan land
Beeld Jorien Vonk

Zondag 3 augustus, 20.00 (dag 29)
Het ijs wordt dikker en dikker en onze gemiddelde snelheid neemt af van zo'n 10 knopen (ongeveer 18,5 km/u) tot rond de 5 of 6 (tussen de 9 en 11 km/u). Eergisternacht hebben we zelfs een nacht stilgelegen, omdat het zicht heel slecht was en we de route voor de komende dagen moesten herberekenen.

Ook is de afstand tussen de stations nu wat langer. Dat geeft ademruimte om te ontspannen. De Oden-cinema is in volle gang met een dagelijkse film, de fitnessruimte is plots weer drukbezocht en er wordt iets meer geslapen. Maar die pauze duurde maar even, want vannacht arriveerden we op station vijftig (wat gaat het hard!).

Het was een lang station, en we hebben de multicorer vaak te water gelaten. Er was veel modder en ijs. Met brandslangen op het achterdek duwden we de ijsschotsen van ons af zodat we onze multicorer veilig naar de zeebodem konden sturen. En we hadden zowaar een multicorer-modderrecord: we hebben maar liefst acht kernen van elk 50 centimeter bovengehaald!
Applaus en verbazing, en gegrinnik om de bijzonder lange strook met labels die een half uur later uit de labelprinter rolde. Want straks snijden we de kern in plakjes, met elk een eigen label.

Tijd voor ontspanning.Beeld Jorien Vonk
Jorien Vonk met een moddermonster van de zeebodem.Beeld Michael Tjernstrom
Expeditieschip Oden houdt stil bij het eerste meetstation om watermonsters te nemen.Beeld Redactie

Dinsdag 29 juli, 14.00 (dag 24)
Terug in het ijs! Bij het laatste meetstation vandaag rond middernacht brak de zon door. Meer en meer ijs verscheen aan de horizon en al snel zagen we de grens met het pakijs in de verte.
Toen ik de modder op het dek aan het opruimen was, belde mijn teamgenoot me vanaf de brug: dubbel goed nieuws, zei ze. Na vier uur vannacht zijn we bij het volgende meetstation, dus we kunnen eerst naar bed. En: er is land in zicht!

Weinig eilanden ter wereld zijn zo geïsoleerd als Bennett Island (coördinaten: 76° 42' N en 149° 00'E), ons volgende station. Enorme gletsjers bedekken de donkere rotsen die 300 tot 400 meter boven de zee uitsteken.  

In 2008 ben ik hier ook langs gevaren. Toen lag er geen ijs en belandden we in een zware storm. Maar nu gaan we langzaam rond het eiland varen om metingen te doen. Ik kan voorlopig nog even van dit uitzicht genieten! Ik kan mezelf maar moeilijk motiveren naar bed te gaan...

Benieuwd wat Jorien Vonk op weg naar de Noordelijke IJszee doet? Lees hier het interview met haar terug. Via deze kaart kun je de route van het expeditieschip live volgen. 


Uitzicht vanaf de OdenBeeld Redactie

Maandag 28 juli, 17.00
Terwijl Europa wordt overspoeld met hitte hadden wij vanmorgen een vrij ruige ochtend op het achterdek. De wind is wat sterker sinds gisteravond en er is aardig wat deining.

Het was nog een fikse klus om de multicorer eerst naar de zeebodem, en daarna weer veilig op het dek te krijgen. Het ruim 500 kilo wegende gevaarte moet met een soort dubbele kraan en een kabel omhoog en opzij getakeld worden tot het veilig boven de zee bungelt. Van daaruit wordt het in een rechte lijn naar beneden gestuurd.

Twee man bemanning helpt ons bij iedere 'tewaterlating', waarbij er één de kraan bestuurt en één de kabel. Wij begeleiden de multicorer het platform af, houden hem op zijn plaats met een touw aan weerszijden en proberen het slingeren te minimaliseren.

Inmiddels zijn we aardig ervaren en alles verloopt in elk geval veilig. Als de multicorer de bodem heeft bereikt, verdwijnt plots de spanning in de kabel. Dan moeten we flink ploeteren om de rol met duizenden meters kabel zo strak mogelijk te houden en onze apparatuur niet op de zeebodem te verliezen - dat zou een duur grapje zijn.

Het blijft spannend om alles recht te houden, want door stroming en wind drijven we met vaart een bepaalde richting uit. De apparatuur aan de kabel, drijft niet even snel mee. Maar de onderwatercamera die aan de multicorer hangt, geeft tot dusver vaak mooie beelden. 

De onderwatercamera die aan de multicorer hangt, levert mooie beelden op.Beeld Redactie

Donderdag 24 juli, 15.00  
Feest op het schip! Eergisteren hebben we een sedimentkern verzameld die het gehele Holoceen beslaat. Dat betekent dat we tot 10 duizend of 11 duizend jaar diep zijn gekomen. De laatste ijstijd was toen net voorbij, het gebied waar we nu varen was toen nog allemaal land.

Over deze periode is heel weinig bekend in het gebied waar we zijn. Een waardevolle vondst, dus.  

Het was een gigantische operatie: met zware apparatuur, veel stoere mannen op het dek, spannende momenten en improvisatie. Toen uiteindelijk de lange, loodzware buis - waarmee we de sedimentkern nemen - weer op het dek werd gehesen, bleek die gevuld met 4,5 meter modder.
Het was toen al rond middernacht, iedereen was moe maar enthousiast en melig.

Later hebben we op hetzelfde station nog een aantal minder diepe kernen verzameld. Uiteindelijk konden we voldaan en rozig met een biertje in de Odenbar ons succes vieren.  

Aan boord van de Oden.Beeld Redactie

Zondag 20 juli, 14.00
We zijn nu ruim twee weken op pad en het sociale experiment van ons geïsoleerde expeditieleventje aan boord draait op volle toeren. De tijd kroop voorbij in de eerste week, maar nu lijken de dagen zich in elkaar te verweven; was het gister, eergisteren, of toch vanmorgen? Thuis lijkt verder weg, en de mensen, dynamiek en dagelijkse beslommeringen aan boord des te belangrijker.

Vanuit deze kaasstolp is het een uitdaging objectief verslag te doen. We bevinden ons met zeventig man op een groot, metalen voertuig, omgeven door duizenden kilometers zee, ijs en wildernis. Er wordt hard gewerkt, weinig geslapen, en de sociale tamtam doet al goed zijn werking. Zo deed al dagen het gerucht de ronde dat we veel meer diesel verbruikten dan zou moeten. Fascinerend hoe zoiets loopt, want toen ik op een ochtend de kapitein sprak, bleek hij het verbruik nog niet eens te hebben berekend.  

Niet iedereen kan goed omgaan met de onvoorspelbaarheid en flexibiliteit van het onderzoek. Omdat we continu de zeebodem scannen, worden plannen vaak gewijzigd of uitgesteld. Daarnaast proberen we in shifts te werken: 4 uur op, 4 uur af, 8 uur op, 8 uur af. Ook dat is wennen voor sommigen. Toch is de sfeer goed. We voelen kameraadschap, het eten is heerlijk en we hebben veel lol. En er zijn al veel monsters en metingen verzameld.

Voor mij valt de onvoorspelbaarheid mee. Ik geniet er veel meer van dan ik van tevoren had gedacht. Lekker buiten modder verzamelen, geen Facebook, sms of andere afleiding. Prachtige uitzichten en vogels rondom ons. En niet nadenken wat je 's ochtends aantrekt: gewoon je wollen lange ondergoed en een warme overall, muts, helm, handschoenen en veiligheidsharnas. Op de zondagen na, dan gaan we op sjiek! 

Ik hoef niet na te denken wat ik 's ochtends aantrek: gewoon lang, wollen ondergoed en een warme overall
Jorien Vonk

Vrijdag 18 juli 05.30
Sinds half 1 vannacht varen we rond in een gebied in de Noordelijke Laptevzee, dat bekend staat om methaan dat uit de zeebodem ontsnapt.

Igor Semiletov, een van onze chief scientists aan boord, bestudeert dit gebied al lange tijd. Dit keer willen we het fenomeen nog beter in kaart brengen: hoeveel methaan ontsnapt hier, en waar komt het precies vandaan?

Er is een flinke lading apparatuur aan boord om dit te onderzoeken. We gebruiken nu de fish finder, waarmee het water onder ons wordt gescand. Soms zien we al bubbels en kleine torentjes van bubbels uit de zeebodem omhoog komen.

Voordat we ergens voor anker gaan voor een megameetstation, speuren we de omgeving goed af. De wolken hangen hoog, dus het zicht is goed. De zee is stabiel en de wind zwakt af. Hopelijk kunnen we straks met een klein bootje erop uit om de zeebodem verder in kaart te brengen.

Nu nog snel twee uurtjes slapen voor het ontbijt, het wordt een lange dag!  

Woensdagochtend, 04.00 
Het is stil in de eetzaal. Op een paar bemanningsleden en andere nachtbrakende wetenschappers aan boord na, horen we alleen de motor en de schuddende borden en dienbladen. Gistermiddag om half 3 kwamen we bij ons eerste station aan. Eindelijk!

Precies tien dagen na ons vertrek in Tromsø konden we eindelijk echt monsters gaan verzamelen. De motor ging uit en we dreven rond tussen de ijsschotsen. Het stukje open water naast het achterdek waar we de 'multicorer' in wilde laten zakken (een apparaat om sedimentkernen uit de zeebodem mee te nemen), wilde echter niet echt ijsvrij blijven. De wind was te sterk en manoeuvreerde de ijsbrokken en -schotsen steeds weer naar ons toe. Grote haken op stokken, brandslangen en met veiligheidsharnassen bepakte mannen die het ijs wegstuwden mochten niet baten.

De kapitein besloot eerst de 'CTD' in het water te laten zakken vanaf het voordek. Hier was het water en ijs rustig. De CTD (Conductivity-Temperature-Depth) is een apparaat wat saliniteit (zoutgehalte), temperatuur en diepte van het water meet. Met 1,5 meter per seconde lieten we dit naar 3.100 meter diepte zakken, dit duurde dus wel even!

De metingen waren de moeite waard: op de computer zagen we al snel mooie grafiekjes met variatie in saliniteit en temperatuur. Hiermee komen we meer te weten over de oceaanstromen in de dieptes van de Noordelijke IJszee. Komt het water bijvoorbeeld uit de Atlantische Oceaan? Of juist uit de Stille Oceaan?

Aan de CTD hangen ook 24 grote, grijze plastic flessen die je op afstand kunt sluiten. Daarmee kunnen we op 24 verschillende dieptes watermonsters nemen.

Toen het apparaat veilig was binnengehaald, konden we alsnog de multicorer in het water laten zakken om bodemmonsters te nemen. Daarover later meer: we komen over een half uur alweer bij ons volgende station aan, dus ik ga mijn warme kleren weer aantrekken!

Jorien Vonk met collega's aan boord van Oden.Beeld Redactie

Zondag 13 juli, 17.00
De allereerste dag aan boord werd ons verteld dat onze route naar
Barrow- Alaska aan drie strikte voorwaarden moest voldoen.

Tijd is de eerste; we hebben maximaal 45 dagen, op uiterlijk 21 augustus moeten de bemanning en alle wetenschappers geroteerd zijn. Dan gaat de Oden terug westwaarts.

Waterdiepte, of eigenlijk ondiepte, is de tweede voorwaarde: bij minder dan 35 meter worden de stuurlui en kapitein nerveus. Normaal gesproken is 50 meter diepte genoeg, maar grote delen van ons studiegebied zijn zo ondiep, dat de expeditieleiders de voorwaarde naar beneden hebben bijgesteld.

Het laatste, meest cruciale, punt is de hoeveelheid brandstof die we hebben: 1.900 ton diesel. En dit gaat hard! We ploegen nu al drie dagen door dik ijs. Drie van de vier motoren staan aan (de vierde is alleen voor noodgevallen) en het schip heeft af en toe zichtbaar moeite. Soms moeten we keren, terugvaren en een andere route nemen. Door de brute kracht van het ijsbreken schudt en kraakt het schip nu ook meer. Wijdbeens lopen en niet alles laten slingeren dus. Ook op de hardloopmachine in de fitnessruimte liep ik af en toe bijna de band af! Maar alles went.

Gisteren liep ik samen met een Zweedse collega op het dek rond, beiden gewapend met een verrekijker. Hij gebaarde wild vanaf de boeg: weer een ijsbeer! Dit keer omringd door rode vlekken op het ijs, en dus waarschijnlijk een zeehond aan het verorberen. Plots kwam er een tweede ijsbeer in beeld die er ook op af liep. Turend door de verrekijker probeerde ik wat mensen te bellen om onze opwinding te delen. We hebben allemaal een eigen scheepstelefoon aan boord - hard nodig op een groot schip met zes verdiepingen. Al snel stonden we met een flinke club te genieten van dit spektakel.

De sfeer aan boord na ruim een week varen is nog goed. Ieder heeft zo zijn eigen manier van even tot rust komen. Ik ben gisteren rondjes op het helikopterdek gaan lopen, nadat ik dat de kapitein een paar dagen eerder had zien doen. Frisse lucht - een graad of 2 - en prachtig ijs rondom ons. Het leven op een ijsbreker is niet verkeerd.

Door het ijsbreken schudt en kraakt het schip. Op de hardloopmachine in de fitnessruimte liep ik af en toe bijna de band af!
Jorien Vonk

Vrijdag 11 juli, 13.30
Uitzicht vanaf het schip:

Expeditie Noordpool: hamburgers aan land
Beeld Denis Chernykh


Donderdag 10 juli, 17.45

Het is zover... ons schip Oden doet waarvoor het gemaakt is: breaking ice!

Dinsdagochtend rond 03.00u gluurde ik langs ons rolgordijn naar buiten en zag dat de eerder zo blauwe Barentszzee nu bedekt was met grote ijsschotsen. Het felle licht van de middernachtzon scheen nu, reflecterend op het witte ijs, nog sterker onze hut in. Prachtig! Nu voelt het pas echt als een Arctische expeditie.

Terwijl wij met z'n allen in de eetzaal zitten, op het dek staan, trainen in de fitnessruimte of vergaderen, ploegt ons gigantische schip dwars door grote oppervlaktes ijs heen.

Het schip vibreert en schudt soms een beetje, maar daar merken we nog vrij weinig van. Verder onderweg verwachten we nog veel dikker ijs, dus ik ben benieuwd.

Vlak voor de lunch klonk er uit de intercom: 'polar bear seen on starboard side, about 700m distance'. De motor was tijdelijk uit om wat instrumenten te controleren, en we dobberden rond terwijl de ijsbeer langzaam op veilige afstand rond ons schip manoeuvreerde. Met het blote oog goed te zien, maar met de verrekijker helemaal prachtig. Over de reling turend zag ik de rest van de dag op veel plaatsen grote ijsbeersporen op het ijs, en we zien veel vogels - waaronder de zeldzame ivoormeeuw.

Onze metingen laten nog even op zich wachten, het eerste meetstation ligt nu op drie tot vier dagen varen.


Benieuwd wat Jorien Vonk (twitter @poolvonk) op weg naar de Noordelijke IJszee gaat doen? Lees hier het interview met haar terug.

Sporen van een ijsbeer op brekend ijs.Beeld Jorien Vonk

Woensdag 9 juli, 12.30 uur
We bevinden ons nu iets ten zuiden van Franz Jozef Land en verwachten komende nacht het ijs te bereiken. Op de kaart waar de positie van ons schip Oden samen met de huidige ijsbedekking wordt weergegeven, stevenen we recht op het ijs af.  

Het duurt nog even voordat we in ons studiegebied aankomen. We vergaderen veel over hoe we de logistiek rondom de monstername straks gaan aanpakken. Hoe worden de taken verdeeld, hoe bouwen we de verschillende dag- en nachtshifts rondom de maaltijden, wat zijn de veiligheidsrisico's van het omgaan met onze apparatuur op het dek.  

De 42 wetenschappers aan boord zijn verdeeld in verschillende 'work packages': van atmosferisch en microbiologisch onderzoek tot sediment-monstername - waar ik zelf in zit. We hebben in de fitnessruimte een uitdaging opgezet om de Oden 'in te halen' op weg naar Alaska, ofwel om samen meer dan 8.188 km te fietsen, roeien en hard te lopen. Ook hadden we gisteren een fenomenaal welkomstdiner met drie gangen en chique kleding.  

Nu zitten we met een groepje rustig in de Oden bar na te praten. De sfeer is goed, met name de zeven Duitsers aan boord zijn in hun sas na de zege tegen Brazilië. Een krakerige radioverbinding in de navigatiehut op het dek deed verslag van de wedstrijd.

Ik ben de enige Nederlander aan boord. Dat wordt nog pittig, mochten we tegen Duitsland in de finale staan!

Maandag 7 juli, 8.30 uur
Spanning alom op het dek toen we het anker lichtten in Tromsøfjord. Het warm draaien van de motor deed het schip al een half uur vibreren, maar nu lagen we echt 'los'. De late middagzon ging over in middernachtzon toen we uiteindelijk de open zee op voeren. Het steeds wijder wordende fjord was prachtig: sneeuw op de bergtoppen, veel vogels en een strakblauwe lucht.  

Niet onbelangrijk: zelfs op open zee was het water zeer rustig. Het hogedrukgebied zou ons de komende dagen golven en deining van 'slechts 1 tot 2 meter' geven. Ik kon mijn oren niet geloven toen ik dat hoorde. Toen we hier zes jaar geleden ook waren, aan boord van een Russisch expeditieschip op weg naar Siberië, was de Barentszzee een heel ander verhaal: ziek dat ik was! Er zijn weinig ergere dingen dan zeeziekte, je wordt mentaal en fysiek flink van je padje geslingerd.

Nog zo'n zeven dagen tot het eerst station!

De eerste vangst aan boord van Oden.Beeld .

Zondag 6 juli, 22.30 uur
We zijn aan boord! Het gaat dan nu toch echt gebeuren, na eindeloze voorbereidingen - zeker ook mentaal - stap ik in het bootje dat ons naar de Oden vaart. Het fjord ligt er mooi gladgestreken bij, maar de wolken hangen laag.  

Op het dek krijg ik wat korte instructies: 'this' - wijzend op een normale wc-rol - 'you can flush through the toilet', maar 'this'- wijzend op een keukenrol, 'you absolutely cannot!'. Goed om te weten.  

Ik deel mijn hut met Joanna (uit Polen) en Lisa (uit Duitsland), makkelijke meiden waar ik het wel mee ga uithouden, denk ik. Er heerst een bijzondere sfeer: chaos en veel energie, mensen bereiden zich mentaal voor op zeven weken isolatie, maar hebben het afscheid van thuis ook nog vers in het geheugen. Houvast aan routines die ons de weken door gaan leiden hebben we nog niet echt, maar dat is een kwestie van tijd.  

Na het eten verwelkomen de kapitein en de twee chief scientists ons aan boord. Door een technisch defect vertrekken we morgen al, om de motor nog even goed te testen voor we de Barentszzee opvaren. Op hoop van zegen!

Jorien Vonk in Tromsø, vlak voor vertrek.Beeld .