Direct naar artikelinhoud

Weer missers in accountancy: hoogste baas EY zag grote fouten Rabobank over het hoofd

De hoogste baas van accountantskantoor EY Nederland, het voormalige Ernst & Young, heeft drie boekhoudfouten over het hoofd gezien in de jaarrekening van de Rabobank over 2013. Een andere accountant van EY werd ondanks vijf zware onvoldoendes voor controlewerkzaamheden, gepromoveerd tot bestuurder van het accountantskantoor. Dat blijkt vandaag uit onderzoek van NRC.

Weer missers in accountancy: hoogste baas EY zag grote fouten Rabobank over het hoofd
Beeld photo_news

De fouten van Coen Boogaart, sinds vorig jaar topman van EY in Nederland, betroffen onder meer het eigen vermogen van de Rabobank. Dat moest met 900 miljoen euro naar beneden worden bijgesteld. Een andere fout ging om de waardering van rentederivaten. De twee fouten waren 'materieel'. Dat wil zeggen dat ze zo groot zijn dat lezers van de jaarrekening op het verkeerde been gezet kunnen worden.

Toezichthouder AFM zette EY daarom onder druk om een zogeheten incidentmelding te doen. EY vond dat niet nodig. De fouten werden door Rabobank gemeld en gecorrigeerd in de jaarrekening van 2014. Boogaart zette daar in maart 2015 weer zijn handtekening onder. Even later bleek echter dat slechts twee van de drie fouten waren gecorrigeerd, waardoor de jaarrekening nóg een keer moest worden  opgemaakt.  

In de uitgebreide controleverklaring van vijf pagina's van Boogaart worden de missers niet genoemd. Volgens de hoogste EY-baas was dat niet nodig omdat de Rabobank ze al had rechtgezet. Bovendien hadden de fouten 'niet of nauwelijks' invloed op resultaten, zegt Boogaart tegen NRC.

Verbeterpunten

EY is één van de 'Big Four', de vier grote accountantskantoren die in september 2014 samen met de rest van de sector met 53 'verbeterpunten' kwamen. Zo moest de interne cultuur, die te veel op winst maken was gericht, veranderd worden. De beloftes volgden op een vernietigend rapport van toezichthouder AFM over de kwaliteit van hun werk. Vlak voor dat rapport en de beloftes van beterschap werd bij EY Nederland accountant Joep Heijster benoemd tot bestuurder. Die promotie was opmerkelijk, omdat er in vijf gevallen zware kritiek was op zijn controlewerkzaamheden. Zo zag hij bij een kleine woningcorporatie over het hoofd dat de baas ten onrechte tonnen salaris kreeg en er een luxueuze levensstijl op na hield.

Heijster kreeg bij EY een 'normoverdragend gesprek' en zijn bonus werd ingehouden, maar even later werd hij wel gepromoveerd tot bestuurder. De accountant is dat nog steeds.  Volgens zijn baas Boogaart zit hij bij EY Nederland 'in een people-rol' en is hij daar 'uitermate goed' in. Waarnemers vragen zich echter bezorgd af wat deze benoeming voor indruk moet maken op de rest van de organisatie, die geacht wordt de 53 verbeterpunten ter harte te nemen. Toezichthouder AFM krijgt eind dit jaar de bevoegdheid nieuwe bestuurders van accountantskantoren te toetsen. Het is de vraag of Heijster en Boogaart zo'n toetsing zouden hebben doorstaan.

Ook op last van de AFM mogen accountants pas na een afkoelingsperiode van vier jaar weer aan de slag bij een bedrijf waar ze eerder de boeken controleerden. Dit is vorig jaar zomer doorgevoerd om een frisse blik en een onafhankelijke houding van de accountant te garanderen. Vlak voor de invoering van die maatregel keerde EY na twee jaar terug als de accountant van vliegtuigbouwer Airbus, een controleklus die zes miljoen euro oplevert.

De vier jaar afkoeling werd 'proactief' ontlopen, blijkt uit intern mailverkeer met Marcel van Loo. Hij was de voorganger van Boogaart als baas van EY Nederland en heeft sinds afgelopen zomer een hoge internationale functie bij EY. Van Loo was als accountant eerder betrokken bij een grote boekhoudfout bij ING, dat begin vorig jaar de halfjaarcijfers 2015 met een miljard euro neerwaarts moest bijstellen.

Medio dit jaar verschijnt een nieuwe AFM-rapportage over de vier grote kantoren - naast EY zijn dat KPMG, PwC en Deloitte. Kenners maken zich zorgen over de voortgang met de 53 verbeterpunten, die het vertrouwen in de sector moeten herstellen. Op papier ziet het er wel goed uit, maar in de dagelijkse praktijk zou nog geen wezenlijke verbetering te zien zijn, omdat de accountants geen omzet willen laten lopen.