Lees hier het volledige opiniestuk van Marc Vandewalle, directeur van Hogeschool UCLL:

Recent lanceerden Katholiek Onderwijs Vlaanderen (KOV) en Christelijk Onderwijzersverbond (COV) het voorstel om te starten met een nieuwe academische opleiding ‘Kleuter- en Lager Onderwijs’. Leraren dus die opgeleid worden door professoren en onderzoekers in plaats van door ervaren lerarenopleiders die de basisscholen goed kennen. Daarmee beogen KOV en COV een betere status voor de leraar via meer loon en waardering.

Ik geloof niet dat een academische lerarenopleiding voor het basisonderwijs een oplossing is voor de huidige onderwijsuitdagingen. Ten eerste, leraar zijn is meer dan een beroep, het is een roeping. Studenten kiezen voor het leraarschap met hun hart. Een hoger loon mag nooit de ’magneet’ zijn om meer of zogenaamd ‘betere’ studenten aan te trekken. Wel is het zo dat we alle kandidaat-leraren met een gezonde ambitie alle kansen moeten bieden om een goed opgeleide leraar te worden en daarna ook verder door te groeien.

Ten tweede blijkt uit internationale onderzoeken en visitaties dat de kwaliteit van afgestudeerde leraren in Vlaanderen goed zit. De nieuwe verplichte instaptoets zal de instroom nog beter monitoren en hogescholen zetten sterk in op begeleiding en integratie van maatschappelijke evoluties in de klas. Het bewijs: de waardering voor de leraren door ouders en door de maatschappij, blijft erg hoog en de kwaliteit van ons onderwijs is beter dan in vele landen met alleen masters voor de klas! Je kan je overigens afvragen hoe hechte schoolteams en ouders zouden omgaan met de keuze tussen ’meester Peter van de hogeschool’ en ’juffrouw Anke van de universiteit’.

Er is tot slot ook het financieringsvraagstuk. Een opleiding aan de universiteit is voor de overheid een heel stuk duurder, ongeveer 50% per student per jaar, en dat terwijl er al geld tekort is. Bovendien is deze langere studie ook voor de student een stuk duurder. Straks alleen maar leraren die het kunnen betalen?

Hogeschool UCLL gelooft in een leraar die opgeleid wordt aan de hogeschool en daarna ofwel meteen na het afstuderen, ofwel tijdens de loopbaan verder professionaliseert. Dat kan via gespecialiseerde bachelor-na-bachelor-opleidingen die al bestaan, maar zeker ook via het zalm-model naar een nog te ontwikkelen masteropleiding. Concreet: starten als professionele bachelor aan de hogeschool en dan verder studeren voor een master. Idealiter wordt die master samen vorm gegeven door hogescholen en universiteiten. Zo heeft iedereen een gelijke basis en heb je de garantie op een sterke praktijkgerichte professional die extra competenties heeft opgebouwd via een masteropleiding. Bovendien geef je zo meer kansen aan basisscholen en studenten om nog beter om te gaan met de complexiteit van het hedendaagse onderwijs. Denk maar aan het M-decreet, grootstedelijke problematieken en beleidsvoerend vermogen. We moeten samen bouwen aan de moderne leraar in het basisonderwijs en niet aan de ’professor-juffrouw’ of ’professor-meester’ met een academische status die ver af staat van de leefwereld van onze kinderen.