De beklaagde, Ella H. uit Hasselt, is tegenwoordig vrouw maar werd als man geboren. Op 9 november 2011 werd ze wakker naast haar partner Cindy - eveneens een transgender - in een chalet in Bonheiden en kloeg die over enorme pijn op de borst. “Ze zei tegen haar vriendin zelfs dat de pijn aanvoelde alsof er een olifant op haar borst zat”, zei openbaar aanklager Ken Van hoogenbemt. “Ondanks die klachten werd er niet onmiddellijk naar de 100 gebeld om een ziekenwagen ter plaatse te sturen. Eigenlijk werd Cindy aan haar lot overgelaten en werd de ziekenwagen pas verwittigd toen ze al een grauwe kleur had en haar lichaam aan het schokken was.”

Uiteindelijk werd de ziekenwagen pas om 13.45 uur - bijna vijf uur na de eerste pijnsymptomen - verwittigd. Even later kwam ook een MUG-team ter plaatse maar Cindy stierf korte tijd later. “Uit een document blijkt ondertussen dat het leven van Cindy mogelijk had kunnen gered worden moest er sneller zijn ingegrepen en moest de therapie sneller zijn opgestart”, aldus nog advocaat Dieter Van Hemelryck die raadsman is van de moeder van Cindy.

Omdat de feiten al van vijf jaar geleden dateren kon het openbaar ministerie zich vinden in een opschorting van straf. Tegen een tweede beklaagde, Steven W. uit Kessel die op hetzelfde ogenblik in een caravan op hetzelfde domein verbleef en evenmin de ziekenwagen belde, werd drie maanden cel gevorderd.

Steven W. liet verstek gaan voor het proces. Strafpleiter Frédéric Thiebaut stond Ella H. bij en vroeg de vrijspraak. “Schuldig verzuim wil zeggen dat een persoon geweigerd heeft om iets te doen of om hulp te bieden. Dat is in deze zaak niet het geval”, vond hij. “Cindy vroeg haar medicatie, dat werd door Ella gegeven. Nadien heeft ze naar de specialist gebeld, naar de moeder van Cindy gebeld en naar de huisarts gebeld. Bovendien wou Cindy zelf ook niet naar de spoedafdeling van het ziekenhuis.”

Vonnis valt op 27 oktober.