Direct naar artikelinhoud
Expo

"Beeldende kunst preekt te veel voor eigen parochie"

Directrice Adinda Van Geystelen in Kunsthal Extra City.Beeld Photo News

De beeldende kunst is een exclusieve club. Kunsthal Extra City in Antwerpen wil het radicaal anders doen: actuele kunst over stedelijkheid, maar dan verstaanbaar voor iedereen.

"Alles begint bij een fatsoenlijke kop koffie", glimlacht Adinda Van Geystelen, en de directrice meent het: de Kunsthal Extra City zal vanaf nu een open huis zijn. Met een bar dus, en naast lange lappen kunsttheoretische teksten ook programmaboekjes die iedereen begrijpt. En wie weet zelfs Nederlandse les voor kunstminnende nieuwkomers. "We moeten beseffen dat beeldende kunst vaak erg ontoegankelijk is. Mensen hebben wat meer uitleg nodig."

De directrice heeft ons net door het pand in de Eikelstraat in Berchem geloodst, een oude wasserij waar Kunsthal Extra City nu al een paar jaar zit. Ruim en charmant, maar ook wat uitgewoond. We laveren tussen kabels, houten bakken en loodgieters. De obligate chaos, drie weken voor de de grote heropening: een programma rond burgerschap. 

Nogal verrassend voor wie Extra City kent als internationaal gerenommeerde kunsthal die fraaie tentoonstellingen maakt over actuele beeldende kunst. Maar de meeste mensen kennen Extra City niet, en daar zat meteen ook het probleem. 

"We kregen het verwijt dat er te weinig voeling was met Vlaanderen. Er zijn stadsbewoners die nog nooit van Kunsthal Extra City hebben gehoord. De vraag drong zich op: hoe kunnen we het verschil maken?" De deuren gingen even dicht, om te herbronnen. "Eensgezindheid was er snel: aan uitstekende kunst geen gebrek, maar hoe brengen we dat naar een niet-professioneel publiek?" 

Van Geystelen heeft geen verleden in de beeldende kunsten: ze is een architecte die via het kabinet van voormalig cultuurminister Bert Anciaux, Bozar en Rosas van Anne Teresa De Keersmaeker vorig jaar hier belandde. Dat maakt van haar ietwat een buitenstaander, met lak aan de ongeschreven regels. 

"Ik heb gezien hoe in de theater- en muziekwereld veel meer wordt gecommuniceerd met het publiek. De inkomsten hangen deels af van de ticketverkoop, dus elke week opnieuw moet die zaal vol", vertelt Van Geystelen. 

In de beeldende kunst ervaart ze een andere mentaliteit: "Tweeduizend of maar honderd bezoekers, voor de positie van een kunstenaar op de internationale kunstmarkt maakt dat niets uit. Sterker nog, te veel bezoekers wordt geassocieerd met al te makkelijke en dus oninteressante kunst. De sector teert op exclusiviteit en preekt voor de eigen parochie. Ik durf gerust zeggen dat ik hem dat verwijt." 

'Te veel bezoekers wordt geassocieerd met al te makkelijke en dus oninteressante kunst. Dat verwijt ik de kunstsector'
Adinda Van Geystelen, Kunsthal Extra City

Enter dus de nieuwe kunsthal, die zich wil verankeren met de blik op stedelijkheid. "Van de publieke ruimte en de manier waarop mensen leven in de stad, tot vervuiling: we willen tonen hoe kunst wordt geïnspireerd door actuele, stedelijke thema's. Een interessante combinatie voor een breder publiek, want het gaat tenslotte over hun leefwereld."

De aftrap, binnen drie weken, draait om sociaal weefsel en burgerschap: wie woont eigenlijk in onze stad? Van de inwoners van de Statiestraat, hier een steenworp vandaan, wordt gezegd dat een kwart hier illegaal is. Dat zijn geen burgers, maar toch inwoners van deze stad. "Over twee jaar gaan we aan de slag met het begrip familie, en hoe dat is geëvolueerd door nieuw samengestelde gezinnen, het genderdebat of migratie." 

Artistiek team

Het is trouwens een trio dat de komende drie jaar het programma samenstelt: Antonia Alampi (een Oostenrijks-Italiaanse die in Berlijn woont), iLiana Fokianaki (een Griekse) en Michiel Vandevelde (een Vlaamse Brusselaar). 

Ook het idee om zo'n artistiek team samen te stellen is redelijk nieuw. "Ik krijg soms de vraag hoe dat dan moet, met drie curatoren en een directeur. Waar zit dan de rode draad? Alsof er maar één verhaal te vertellen valt. De stad is een erg diverse plek waarin verschillende groepen met elkaar in dialoog moeten gaan. 

"Wij proberen dat nu in het klein. Iedereen heeft eigen ideeën, en daarover valt te debatteren. Overal wordt naar consensus gezocht, maar uitgerekend een kunsthal moet een plek kunnen zijn waar mensen van mening mogen verschillen."

En de manier waarop het grote publiek hierbij moet worden betrokken, dat is nog zoeken, geeft Van Geystelen toe. Met heldere omkadering dus en gratis rondleidingen, eventueel in andere talen. Meedoen met Open Monumentendag om eens een ander publiek over de vloer te krijgen.

Of de stadsraad met 38 Antwerpenaren van diverse pluimage: de helft vrouwen en twintig met een migratieachtergrond. "We hebben samen al gediscussieerd over burgerschap, maar evengoed kunnen we hen vragen wat we anders of beter kunnen doen. Of ze kunnen zelf een avondprogramma voorstellen."

Het is zoeken naar inspirerende voorbeelden, want de hele sector worstelt met diversiteit en toegankelijkheid. "Whitechapel Gallery in Londen slaagt erin: ze bereiken lokale jongeren én het internationale kunstcircuit. Maar vergelijken is lastig: hun budget is een veelvoud van het onze." Want toegankelijkheid is duur. Het is kiezen tussen geld voor flyers en gidsen, of een extra kunstenaar aantrekken. "Maar dat laatste lijkt me vandaag minder duurzaam. Het wordt een interessant experiment." 

En het is nog afwachten of de kunstwereld zelf niet afhaakt. Van Geystelen hoort soms dat ze de taal spreekt van de politici, die makkelijk verteerbare kunst verkiezen. "Het laatste wat we willen is te makkelijke kunst kiezen of ons moeien met het werk van een kunstenaar. Als gesubsidieerde instellingen hebben we wel de plicht om ervoor te zorgen dat mensen er ook iets aan hebben."

Extra-Citizen loopt vanaf 8/9 in Kunsthal Extra City, Antwerpen.

Het gebouw is ook toegankelijk op 10/9 via Open Monumentendag.