Verborgen werkloosheid daalt maar blijft aanzienlijk

Goed én slecht nieuws voor de vijftiger die de zoektocht naar een baan allang had opgegeven, of de jonge schoonmaker die graag meer uren wil werken om te kunnen rondkomen. Hun wens wordt steeds vaker vervuld, blijkt uit de nieuwste cijfers van het CBS. Het zogenoemde 'onbenut arbeidspotentieel' is in een jaar tijd met ruim 200 duizend personen gedaald. Maar met 1,3 miljoen Nederlanders die (meer) willen werken, blijft de concurrentie om banen stevig.

Van algemene krapte op de arbeidsmarkt is nog lang geen sprake, toont het CBS. Dat is wel waarover steeds meer werkgevers klagen. Niet alleen in traditioneel veelgevraagde sectoren als de ict en techniek, maar ook in de horeca, bouw en zorg klinken steeds meer alarmerende geluiden over het tekort aan personeel. Die zorgen worden op het eerste gezicht bevestigd door de snel dalende werkloosheid. Volgens de officiële definitie staan er 450 duizend mensen langs de kant. Begin 2014 waren dat er bijna 700 duizend.

Die cijfers zijn te rooskleurig, betogen niet alleen de vakbonden, maar ook economen van onder meer De Nederlandsche Bank (DNB) en het Centraal Planbureau (CPB). Het onbenutte arbeidspotentieel blijkt inderdaad veel groter, vooral onder jongeren en 55-plussers. Zo willen volgens het CBS 460 duizend deeltijdwerkers graag meer uren draaien. Bijna evenveel mensen zonder baan (436 duizend) willen wel werken, maar zijn niet per direct beschikbaar of hebben de zoektocht gestaakt. Onder die laatste groep bevinden zich ook de 'ontmoedigden' - werklozen die de voorbije crisisjaren gestopt zijn met reageren op vacatures.

De vraag hoe hoog de werkloosheid werkelijk is, raakt ook de Nederlanders die wel voldoende emplooi hebben. De afgelopen maanden betoogden achtereenvolgens DNB, het CPB en het Internationaal Monetair Fonds dat de werkvloer onvoldoende de vruchten plukt van het economische herstel. Zij pleitten stuk voor stuk voor een bescheiden loongolf. 'Maar zolang er geen heel grote krapte op arbeidsmarkt is, zal die er niet komen', verklaarde DNB-directeur Job Swank onlangs. Met meer dan 1,3 miljoen werkwilligen langs de zijlijn kan dat inderdaad nog even duren.