Direct naar artikelinhoud

Even koekeloeren, alsof het leven een prentenboek is

Afwisselend betuigen Stella Bergsma en Sylvia Witteman hun liefde voor Nederlandse woorden die je niet vaak genoeg meer hoort. Deze week: koekeloeren

Lekker koekeloeren naar de buren.Beeld anp

Woorden van vroeger nemen meer de tijd. Ze gaan ervoor zitten, zeg maar. Een van mijn eerste columns hier ging over prakkiseren. Dat vind ik een denkpicknick. Een gedachte die je eens heerlijk uitrolt op het gras. Glaasje erbij en oppassen voor de mieren. Prakkiseren doe je niet gedachtenloos. Het is een boswandeling van denken.

Koekeloeren is wat mij betreft een soortgelijk woord. Niet heel zakelijk kijken, een vluchtige blik werpen of een glimp van iets opvangen. Nee, je vitrage opzij schuiven en je buren eens uitgebreid afleggen. Maar afleggen is meer Amsterdams kijken. Het klinkt wat agressief. Koekeloeren is gezellig, vriendelijk. Een tuurfeestje, staarfuif. Het is kijken waar een klimop doorheen groeit. Met roze roosjes. Gluren met muziek.

Je zou denken dat het van het Duitse gucken komt en misschien ook iets te maken heeft met ons eigen loeren. Dat het een samentrekking van die woorden zou zijn. Niets is minder waar. De etymologie van koekeloeren wordt in verband gebracht met de woorden kokerol en kokeloer. 16de-eeuwse termen die vertaald worden met cochlea. Slak of slakkenhuis.

Het is kijken waar een klimop doorheen groeit

Koekeloeren is van oorsprong dus leven als een slak in zijn huisje. Zou het daarom zo rustig klinken, zo langzaam? Alsof er gekauwd wordt op het zien? Traag, lief en gemoedelijk.

Zo komen veel oude woorden op me over, daarom ontroeren ze me vaak zo. Het is nog niet helemaal vergeten, koekeloeren, maar wel in onbruik geraakt. Alleen oude mensen zeggen het. Even koekeloeren, hoor, roepen ze vrolijk. Alsof het leven een prentenboek is. Een museum op zondag. Ik wil ze dan altijd zoenen. Niet een vluchtig kusje, een snelle smak in het voorbijgaan. Nee, ik wil ze bij de schouders grijpen, uitgebreid aankoekeloeren en ze dan een stevige, keihard klappende pakkerd op allebei de wangen geven.

Pakkerd. Ook zo'n woord.

Alleen oude mensen zeggen het