"Een indrukwekkende machinerie trekt zich op gang op het fregat Louise-Marie"

Het Belgische fregat de Louise-Marie voert sinds deze week op de Middellandse Zee een operatie uit tegen mensen- en wapensmokkel. Het fregat is dinsdag vertrokken vanuit de Siciliaanse haven Augusta naar de wateren voor de Libische kust. Buitenlandjournaliste Mieke Strynckx is mee aan boord en houdt een dagboek bij. Dit is haar derde online verslag.
analyse
Analyse

Mieke Strynckx is buitenlandjournaliste bij VRT Nieuws. 

Het schip is in Black Hole. Alle communicatie met de buitenwereld is afgesloten – al enkele frustrerend lange dagen. Alleen de commandant heeft nog een noodlijn. De Louise-Marie voert een operatie uit, en dan mag niets lekken naar buiten. Standaardprocedure.

Zondagnacht is er een bootje gespot, een aftandse metalen vissersschuit, die drie kleine rubberbootjes achter zich aansleepte. Een iets groter bootje cirkelde er rond. Meteen gaan alle alarmen op rood. De rubberbootjes kunnen dienen om mensen of wapens mee te smokkelen.

De tolken worden opgeroepen, we nemen contact op met het verdachte schip. Ze hebben een mandaat van de Libische regering, zeggen ze – één van de drie regeringen in dat door milities bevochten land, degene die zetelt in de hoofdstad Tripoli, en de enige die de internationale gemeenschap erkent.

Het Libische schip wil gewonden ophalen in Benghazi, zegt de bemanning, in het oosten van het land, waar de laatste dagen fel wordt gevochten. Ze willen ze naar Misrata brengen, enkele honderden kilometers naar het westen, waar de toestand stabieler is.

Zes dagen geleden heeft een Italiaans militair schip hen al gecontroleerd, zeggen ze. De Louise-Marie vraagt of ze wapens aan boord hebben. Een Russische mitrailleur, zeggen ze, en een stuk of wat kalasjnikovs, om zich te verdedigen.

Het gesprek wordt voorlopig afgebroken

Het klinkt aannemelijk, en het overleg wordt voorlopig stopgezet. De informatie gaat naar het hoofdkwartier in Rome. De commandant kondigt Black Hole af, en alle communicatielijnen worden verbroken. Nu is het wachten.

In Rome zal het hoofdkwartier contact proberen op te nemen met de Libische regering – de internationaal erkende dus. Om te checken of het schip voor ons inderdaad een officieel mandaat heeft om gewonden te vervoeren. Maar in Libië is het net een feestdag, het einde van de ramadan wordt gevierd. Een antwoord hoeven we dus wellicht nog niet meteen te verwachten.

Plots zie ik door mijn verrekijker hoe één van de rubberbootjes bij het verdachte schip vertrekt. En dan nog eentje, en ook het derde en ten slotte ook het vierde.

We nemen opnieuw contact op met het Libische schip. De helikopter wordt uitgestuurd om de bootjes te volgen. Ze zijn gewonden op gaan halen, zegt de Libische kapitein. We willen graag een kijkje nemen op de schuit, maar zonder goedkeuring van de Libische regering kan dat niet.

We vragen of we met onze dokter aan boord mogen komen om te zien welke hulp we kunnen bieden als dat nodig is.

Het Libische schip gaat akkoord

Op de Louise-Marie trekt zich intussen een indrukwekkende machinerie op gang. Alle wapenposten worden bemand, de wapens worden geladen. Sluipschutters installeren zich op het dek. Iedereen trekt een kogelvrij vest aan en zet een helm op. Het team dat straks aan boord moet trekt zich terug om te briefen, de RHIBS, kleine wendbare bootjes waarmee ze zullen afvaren, worden klaargemaakt.

Wij moeten van de brugvleugel af, naar binnen op de brug.
De twee RHIBS worden naar beneden getakeld en varen naar het Libische schip. De bemanning klimt aan boord, en kamt het schip meter voor meter uit. Er worden filmopnames en foto’s gemaakt. De operatie duurt uren. Maar levert voorlopig niets op – geen in beslag genomen wapens, geen concrete aanwijzingen dat het verhaal van de Libiërs niet klopt.

Gefrustreerd gaan we eten. In de loop van de avond en de nacht keren de vier rubberbootjes terug, zonder gewonden. Het hoofdkwartier in Rome gebiedt ons de situatie verder op te volgen.

Telkens hetzelfde verhaal

De volgende dagen herhaalt zich telkens hetzelfde scenario. Na de middag varen de vier kleine bootjes uit, de helikopter van de Louise-Marie volgt ze, tot een Duits en daarna een Frans militair schip de surveillance overnemen. ’s Nachts komen de bootjes zonder gewonden terug.

De derde keer mag ik meevliegen met de helikopter. Zowat zeventig kilometer voor Benghazi stoppen de bootjes, ze tanken brandstof uit de olievaten die ze meevoeren, en blijven daarna liggen. Mogelijk wachten ze tot het donker wordt, om nog een laatste keer te proberen gewonden op te halen, als dat ten minste is wat ze doen, want op die vraag krijgen we nog altijd geen antwoord.

Die nacht komen de bootjes terug, en als we ’s ochtends opstaan, varen we achter het Libische schip aan, richting Misrata. De drie rubberbootjes hangen vast aan de vissersschuit, volgens de berekeningen van de Louise-Marie moet hun brandstof inmiddels op zijn, en kunnen ze niet anders dan terugvaren naar hun thuisbasis. Het grotere bootje is al vooruit gevaren.

Na vier dagen roept de commandant eindelijk de verlossende boodschap om via de intercom: de Libische autoriteit heeft dan toch nog bevestigd dat het om een staatsschip gaat, het feit dat ze wapens meehadden, is gerechtvaardigd. De Black Hole wordt opgeheven, de hele Louise-Marie haalt opgelucht adem.

Vier tergende dagen lang hebben we één bootje gevolgd, ook twee andere militaire schepen waren bij de operatie betrokken. Het lijken heel veel middelen voor zo’n ontstellend mager resultaat. Maar we zijn een pion die door het hoofdkwartier op het schaakbord van operatie Sophia wordt geschoven.

De ene zet in het schaakspel is achteraf triviaal, de andere kan uiteindelijk cruciaal blijken. Voor de Louise-Marie is het nu in elk geval op naar de volgende opdracht.

Meest gelezen