Greenpeace schiet Belgisch kernafvalplan af

© isopix

Omdat de bevoegde overheidsdiensten blijven kibbelen over de aanpak van het bergen van hoogradioactief kernafval en het Belgisch kernafvalplan niet voldoet, stapt Greenpeace naar de Raad van State.

Pascal Sertyn

Zes jaar geleden vaardigde de Europese Unie al een richtlijn uit over de definitieve opslag van hoogradioactief kernafval. Alle lidstaten werden verplicht hun burgers en Europa een nationaal beheersplan voor te leggen. België was een slechte leerling: pas eind juni 2016 werd het kernafvalprogramma vastgelegd. Daarna sleepte de publicatie in het Staatsblad nog eens bijna een jaar aan.

Nu blijkt dat kernafvalplan volgens milieuorganisatie Greenpeace ook niet te deugen. Eloi Glorieux: ‘Het beperkt zich tot een stand van zaken tot en met 2014. Het geeft ook nauwelijks zicht op het prijskaartje van het beheer van het kernafval en hoe de financiering gebeurt, nochtans een eis van de EU-richtlijn.’

De rechtszaak tegen het kernafvalplan van de Belgische overheid bewijst in welk sukkelstraatje de voorbereiding van de definitieve opslag van langlevend en hoogradioactief kernafval zich bevindt. Het bekendste onderdeel zijn de splijtstofstaven uit de kernreactoren van Doel en Tihange. Het grootste deel van de uitgewerkte maar nog altijd hoogradioactieve staven wordt al sinds half de jaren negentig gestockeerd op de site van de twee Belgische kerncentrales.

Het Niras, de Belgische overheidsinstelling verantwoordelijk voor het beheer van het kernafval, stelt voor in de toekomst al dit hoogradioactief kernafval diep in de Belgische ondergrond in een weinig verharde en voldoende dikke kleilaag te stockeren. Ons land telt twee dergelijke kleilagen. De Boomse, die tot 200 meter diep reikt, en de Ieperse, 400 meter diep.

Pingpongspel

Maar niet iedereen is overtuigd dat dit een goede aanpak is. Het Fanc, de toezichthouder op de nucleaire veiligheid in ons land, is bijzonder kritisch voor het Niras. Zo is er volgens het Fanc veel te weinig aandacht gegaan naar het vergelijken van de verschillende geologische lagen in ons land. Het nucleaire veiligheidsagentschap wil ook een veiligheidsanalyse zien waaruit blijkt dat weinig verharde klei voldoende garanties biedt om gedurende vele tienduizenden jaren het hoogradioactieve kernafval volledig af te zonderen van de buitenwereld.

De bevoegde ministers van Economie, Kris Peeters (CD&V), en van Energie, Marie Christine Marghem (MR), lieten in november vorig jaar weten het maar gedeeltelijk eens te zijn met het Niras. Ze stemmen in met de ondergrondse berging, diep onder de grond. Net als het Fanc vragen de ministers wel het Niras meer onderzoek te doen over de geschiktheid van andere geologische lagen. Maar het Niras liet half maart van dit jaar weten geen heil te zien in zo’n aanpak.

Gevolg van dit pingpongspel tussen het Niras, het Fanc en de regering is dat de tijd begint te dringen. Volgens het regeerakkoord moet voor het einde van de legislatuur in 2019 de knoop worden doorgehakt over wat de beste manier is om het hoogradioactief kernafval te bergen.