Europees Parlement keurt strengere regels rond sociale dumping goed
De Europese detacheringsrichtlijn dateert van 1996 en bepaalt dat de arbeidsvoorwaarden die in een Europese lidstaat gelden, ook van toepassing moeten zijn op buitenlanders die er tijdelijk tewerkgesteld worden. Het gaat bijvoorbeeld om verloning, vakantieregeling en hygiëne en veiligheid op de werkvloer. Sociale bijdragen moeten wel nog in het land van herkomst worden betaald.
Die richtlijn wordt echter vaak met de voeten getreden, onder meer via het opzetten van postbusfirma's en het gebruik van schijnzelfstandigen. Om die uitwassen tegen te gaan, ontwierp de Europese Commissie een handhavingsrichtlijn, die de naleving van de detacheringsregels moet verzekeren. Na lang onderhandelen bereikten de Raad (de lidstaten) en het Parlement er eind februari een akkoord over. Dat akkoord is nu bekrachtigd in het Parlement.
De lidstaten beschikken voortaan over een lijst van toegelaten controlemaatregelen, die ze naar eigen goeddunken kunnen uitbreiden. Ze moeten daar dan wel de Commissie van op de hoogte brengen. Voor de bouwsector wordt het principe van de hoofdelijke aansprakelijkheid ingevoerd, iets wat in België al bestaat voor alle sectoren.
Minister van Werk Monica De Coninck (SP.A) vindt dat de nieuwe wetgeving niet ver genoeg gaat. "Iedereen is het erover eens dat sociale dumping met dit akkoord niet uitgeroeid zal kunnen worden."
Dat zegt ze in een gezamenlijke tribune met haar partijgenote en Europees Parlementslid Kathleen Van Brempt. "Er is geen sociale vooruitgang van de betrokken werknemers en weinig aandacht voor het veiligheidsaspect op de werkvloer", klinkt het. De Coninck wil dat tijdens de volgende Europese legislatuur de detacheringsrichtlijn zelf herschreven wordt volgens het principe 'gelijk loon voor gelijk werk op dezelfde plaats'. Ze pleit ook voor een scherpe controle en adequate gerechtelijke opvolging.
