Direct naar artikelinhoud
Opinie

Te vroeg om het Belgisch economisch beleid af te schrijven

Andreas Tirez.Beeld Bart Dewaele

Andreas Tirez is kernlid van de denktank Liberales. Hij blogt op economieblog.be en twittert via @andreastirez.

Vandaag werd bekend dat België het voorbije jaar de laagste economische groei kende van de eurozone. Nederland groeit daarentegen erg sterk. Voor de enen is dat het bewijs dat de besparingen van de huidige regering de groei fnuiken. Voor anderen het bewijs dat België in het verleden meer had moeten besparen, zoals Nederland gedaan heeft. Het is volgens mij nodig om deze groeicijfers te kaderen en geen overhaaste conclusies te trekken.

Ten eerste gaat het om één jaar. Als we over een langere periode kijken en de groei van België vergelijken met 2007, het jaar vóór de financiële crisis uitbrak, doet België het veel minder slecht. Vergeleken met onze buurlanden en de Scandinavische landen van de Europese Unie heeft België sinds 2007 de vierde grootste reële groei, na Zweden, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk. Nederland, Frankrijk, Denemarken en Finland groeiden trager. Finland zit zelfs nog steeds onder het niveau van vóór de crisis.

Beter bestand

Dat Nederland, ondanks recente goede groeicijfers, toch nog achter België blijft als er vergeleken wordt met 2007, is te verklaren doordat Nederland een diepere crisis heeft gekend, die ook langer duurde. En dat geldt bijna voor alle beschouwde landen. De Belgische economie was dus de afgelopen tien jaar minder volatiel en lijkt beter bestand tegen schokken. Het is dan niet zo onlogisch dat het herstel minder spectaculair is. En die robuustheid is niet enkel psychologisch mooi meegenomen, omdat een verlies (zoals ontslag) psychologisch zwaarder doorweegt dan winst (een nieuwe job), maar ook omdat de welvaartscreatie tijdens een crisis dan beter op niveau blijft.

De Belgische economie was de afgelopen tien jaar minder volatiel en lijkt beter bestand tegen schokken dan andere landen

Een goed voorbeeld is het Verenigd Koninkrijk. Dat land doet het ten opzichte van 2007 economisch ondertussen beter dan België, maar heeft wel zwaardere crisisjaren beleefd, waardoor de gecumuleerde welvaartscreatie sinds 2007 relatief gezien toch nog steeds lager ligt dan in België. En dat effect is niet te verwaarlozen: indien België dezelfde economische evolutie zou gehad hebben als het Verenigd Koninkrijk, zou de Belgische economie sinds 2007 bijna 15 procent minder welvaart gecreëerd hebben dan nu het geval was. Dat is omgerekend ongeveer 50 miljard euro in tien jaar tijd. Als je vergelijkt met het Nederlandse economische traject gaat het om ongeveer 75 miljard euro. Enkel Duitsland en zeker Zweden doen het beter. Met deze cijfers is het plots makkelijker te verklaren waarom de Belgische huishoudens steevast aan de top staan als het op hun nettovermogen aankomt.

Het is dus nog wat vroeg om het Belgische economische beleid af te schrijven. De toekomst zal uitwijzen of de hoge Nederlandse groei meer is dan alleen een inhaalbeweging. 

Als we onze groei op lange termijn willen veiligstellen, moeten de pensioenuitgaven onder controle gehouden worden

Hervormen

Toch zijn de groeicijfers teleurstellend en moet België hervormen. Dat is volgens mij vooral nodig in de pensioenen en, daarmee samenhangend, het loopbaaneinde. Sinds 2007 zijn de pensioenuitgaven in België met twee procentpunt van het bruto binnenlands product gestegen (of een stijging van meer dan 8 miljard euro). Die forse meeruitgaven zorgen ervoor dat de Belgische overheid moet besparen op andere uitgaven en investeringen, wat de groei kan verminderen. Ik weet niet of er een causaal verband is, maar het valt op dat de snelle groeiers, zoals Nederland, Zweden en Duitsland, nauwelijks of geen stijging van de pensioenuitgaven zagen, terwijl trage groeiers als Finland, Denemarken en Frankrijk een nog grotere groei van de pensioenuitgaven dan België kenden. Als we onze groei op lange termijn willen veiligstellen, moeten de pensioenuitgaven onder controle gehouden worden.