Na rel straatnaam Lanaken: “Waarom dan geen Belkacemstraat?”

“Als we de Cyriel Verschaevestraten behouden, kan je de vraag stellen of we ook een Belkacemstraat (naar de islamistische haatprediker Fouad Belkacem, red.) een goed idee vinden. Hem noemen we ook een haatpredikant.” Dat zegt historicus Koen Aerts, onderzoeker aan de Universiteit Gent. “In Nederland, Franstalig België of Frankrijk krijg je niet uitgelegd dat een nazi-priester impliciet geëerd wordt in de publieke ruimte.”

Aerts plaatst die vaststelling in een specifieke Vlaamse historische context waarbij de collaboratie aanvankelijk bij velen in de genade viel of zelfs vergoelijkt werd. Dat maakt dat er op een vijftal plaatsen in Vlaanderen nog Cyriel Verschaevestraten zijn. In Lanaken wil burgemeester Marino Keulen de straatnaam, ingevoerd in de jaren zeventig, nu laten veranderen. “Ik vermoed dat ze de man toen enkel van zijn geschiedenis in de Eerste Wereldoorlog kenden. Toen stond hij namelijk aan de kant van de Vlaamse frontsoldaten”, zei de burgemeester daarover.

“Het is sympathiek van Keulen om zijn voorgangers uit de wind te zetten, maar wellicht was er eerder sprake van onverschilligheid”, reageert Aerts. “Men wist perfect wie hij was en waar hij voor stond tijdens de Tweede Wereldoorlog. In de jaren vijftig werd Cyriel Verschaeve door een jezuïetenblad nog verkozen tot belangrijkste Vlaming. Bepaalde jaren werden er heuse bedevaarten naar zijn graf georganiseerd. In 1973 ging een VMO-commando zijn lichaam opgraven in Oostenrijk om naar Vlaanderen te brengen. Er was misschien wel tegenstand, maar het volstond om de straatnaam in te voeren als een lokale bestuurscoalitie er geen graten in zag. Door die specifieke Vlaamse beeldvorming, breed gedragen binnen Vlaams-katholieke en nationalistische middens, was het niet ondenkbaar wanneer bijvoorbeeld CVP en de Volksunie in de gemeente de lakens uitdeelden.”

Aerts vindt een extra bordje met uitleg een goede oplossing. “Het zet mensen aan om vragen te stellen en na te denken over het ongemakkelijke verleden. Bij Verschaeve kan men erbij schrijven dat hij een nazipriester en haatprediker was. Ik denk dat dat werkbaar is”, zegt hij. In Oostende en Gent wordt het systeem al toegepast: standbeelden van Leopold II kregen er een opschrift met verwijzing naar het controversiële koloniale verleden van de koning.

Daarnaast vindt de historicus dat er te weinig verzetsnamen in het straatbeeld zijn. “Vraag het aan honderd Vlamingen en je hoort meer namen uit de collaboratie dan van het verzet. Dat is opnieuw opmerkelijk. In andere regio’s en landen is het vaker omgekeerd.”

(belga)

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

MEER OVER