Nieuw migrantenkamp in Noord-Frankrijk: "De condities hier zijn mensonwaardig"

In Grande-Synthe, bij de Noord-Franse havenstad Duinkerke, is een nieuw migrantenkamp ontstaan, nauwelijks een half jaar nadat het officiële kamp La Linière vlakbij is afgebrand. Enkele honderden migranten proberen er te overleven in ronduit erbarmelijke omstandigheden, verstoken van de meest essentiële hulp. De Franse overheid beperkt zich hoofdzakelijk tot - soms gewelddadige - politieoptredens die tot doel hebben de migranten weg te jagen. Hulporganisaties trekken aan de alarmbel. Verslag van een bezoek aan de "jungle" van Duinkerke.

Het meer van Puythouck ligt geprangd tussen een winkelcentrum en de A16-autosnelweg van België richting Calais en de haven van Duinkerke. Op een vakantiemiddag windsurfen enkele jongeren op het water, en rond een meer loopt een wandelpad. Op het eerste zicht doet niets vermoeden dat in het dichte struikgewas rond het meer enkele honderden migranten huizen, in de hoop ooit Groot-Brittannië te bereiken, het beloofde land.

In de schaduw van de Auchan-hypermarkt waar ook veel Belgen wat Franse wijn komen inslaan, worden we aangesproken door Waqaskham, een jonge Pakistaan. 16 is hij, zegt hij, maar hij ziet er ouder uit. "Kan u mij helpen? Ik ben mijn portefeuille met mijn papieren en 75 euro kwijtgeraakt." Patrick Legein van vzw Humain staat machteloos. "Ik bekijk straks wat ik voor je kan doen, maar ik zal je al een kop koffie of thee aanbieden."

"Er zijn opmerkelijk minder vluchtelingen vandaag dan vorige week", zegt Patrick. Even later wordt duidelijk waarom: afgelopen maandag heeft de politie het kamp deels schoongeveegd, vernield zeg maar. Daarbij zijn migranten meegenomen naar verschillende "Centres d'Acceuil et d'Orientation" in de wijde omgeving. Hoeveel? Volgens de lokale pers een 90-tal, maar volgens verschillende migranten waren het er veel meer: misschien wel 200.

Volgens Patrick blijven de meesten daar niet lang omdat ze ook daar aan hun lot worden overgelaten. "Over enkele dagen zullen ze hier weer opdagen." 

"We verschuilen ons zoveel mogelijk in het struikgewas uit angst voor de politie", vertelt Shwan, een 24-jarige Iraakse Koerd. "Als de politie komt, vernielen ze alles wat we hebben door er met pepperspray op te spuiten." Hij is hier al een maand. "Ik wil naar Groot-Brittannië, want daar kan ik werken en kan ik misschien een verblijfsvergunning krijgen. Als ik hier blij, weet ik niet wat er mij te wachten staat. Maar als ze mij niet deporteren, kom ik in de hemel terecht." Wat wil hij doen in die hemel? "Studeren en werken."

"Groot-Brittannië is het beloofde land voor veel mensen hier", zegt Patrick Legein. "Die mythe wordt levendig gehouden onder de mensen zelf, maar vooral ook door de mensensmokkelaars. Dat je in Groot-Brittannië geen identiteitskaart hoeft te hebben, speelt ook een rol." Het hardhandige optreden van de Franse politie boezemt de migranten natuurlijk ook niet bepaald veel vertrouwen in. "Maar velen willen gewoon naar Engeland omdat ze niets anders kennen."

Of Schwan weet dat hij in Frankrijk of België asiel kan aanvragen? "Ik weet helemaal niet of ze mijn aanvraag ook echt zullen behandelen, en bovendien begrijp ik niet hoe het er hier aan toe gaat. Ik spreek geen Frans en de meeste Fransen spreken geen woord Engels."

Schwan is hier alleen. "Ik heb hier enkele landgenoten ontmoet, en we proberen elkaar zo goed mogelijk te helpen." Het groepje migranten heeft al enkele keren geprobeerd om in een vrachtwagen naar Groot-Brittannië mee te reizen, maar ze zijn telkens tegengehouden door de grenspolitie in Calais. "De mensen hier zeggen dat het in Frankrijk en België niet goed is."

Uitzichtloosheid is misschien wel het beste woord om de toestand hier te omschrijven. Organisaties zoals vzw Humain doen hun best om de ergste nood hier te lenigen. Bijna elke dag - maar zeker niet elke dag - komen vrijwilligers van verschillende hulporganisaties wat voedsel bedelen en soms is er ook wat medische hulp voor wie het echt nodig heeft. "Maar wat mensen echt nodig hebben, is fatsoenlijk onderdak en informatie", legt Stiene Ravn van vzw Humain uit. "De condities waarin ze hier proberen te overleven, zijn mensonwaardig."

Vier vrijwilligers van de Belgische hulporganisatie leiden mij rond in het struikgewas. Veel verlaten plaatsen in het dichte struikgewas. Het is duidelijk dat mensen zich hier snel uit de voeten hebben gemaakt. Onder een struik zit een Iraakse Koerd thee te drinken en sigaretten te roken.

"Twee dagen geleden is de politie hier geweest en hebben ze alles vernield", vertelt hij. "Vrijwel alles wat ik had, ben ik kwijt. Hier wat verder heb ik nog een deken liggen voor 's nachts. Willen jullie wat thee? Sorry dat ik jullie geen stoel kan aanbieden." De gastvrijheid en de vriendelijkheid doen pijn. De vrijwilligers geven hem wat bananen, sinaasappelen en vochtige doekjes.

Het valt trouwens op hoe netjes mensen hier voorkomen, ondanks de schamele sanitaire voorzieningen. Voor enkele honderden mensen heeft de gemeente Grande-Synthe een primitieve wasbak met een 8-tal kraantjes laten installeren. Van toiletten is helemaal geen sprake.

Aan het einde van de namiddag heeft vzw Humain nog warme thee en koffie voor de migranten. Dat is meteen een gelegenheid om contact te leggen met de mensen hier, te luisteren en de informatie te geven waaraan zo'n grote nood is. Ik krijg talloze schrijnende verhalen te horen waarvoor in de meeste gevallen geen oplossing aan te reiken lijkt. Ondanks de uitzichtloosheid wordt er ook wat gegrapt en gegrold. Humor heelt.

Intussen draait de generator van vzw Humain op volle toeren: de vele smartphones en gsm’s moeten worden opgeladen. Gsm's lijken hier zowat het hoogste goed.

Meest gelezen