© Joris Herregods

Man per vergissing gecremeerd: “Moeder stierf later van verdriet”

Per vergissing in een crematieoven belanden. Het overkwam Jozef Verswijver (85) uit Berchem, die in juni vorig jaar overleed. Zijn dochter Elza (60) sleepte de begrafenisondernemer uit Borgerhout voor het gerecht, maar kreeg ongelijk. “We gaan in beroep, onze vader wilde koste wat het kost begraven worden.”

JONATHAN BERNAERTS

“Je gaat me toch niet verbranden, hè? Ik wil begraven worden, net zoals de rest van de familie.”

Het waren enkele van de laatste woorden die Jozef Verswijver (85) uit Berchem op zijn sterfbed uitsprak. Hij overleed op 1 juni vorig jaar in het Middelheimziekenhuis aan de gevolgen van keelkanker.

Dochter Elza (60) uit Willebroek trok de volgende dag met haar man Patrick (60) naar begrafenisondernemer Marschang in Borgerhout om een teraardebestelling vast te leggen, de uitdrukkelijke wens van haar vader. Jozef wilde op het kerkhof in de Berchemse Floraliënlaan worden begraven. Er werd ook al in een plekje voorzien voor zijn vrouw Francine (84).

De laatste groet die Elza, Patrick en Francine een dag later in het uitvaartcentrum in Borgerhout aan Jozef wilden brengen, zou hun leven voorgoed veranderen. “Een medewerker verzocht ons om even in een lokaaltje te wachten”, vertelt Elza. “Dan kwam hij met een brede glimlach binnen. Laconiek vertelde hij dat ze mijn vader die middag ‘per vergissing’ hadden gecremeerd. Ze hadden hem verwisseld met een andere persoon. Ik was volledig van de kaart: we hadden uitdrukkelijk gezegd dat hij begraven wilde worden.”

“Plots kwamen er zo veel vragen naar boven. Was de as in de urne die we later meekregen wel van mijn vader? Ze verzekerden ons van wel. Maar als dat niet zo was, wat heeft die begrafenisondernemer dan tegen die andere rouwende familie verteld? Ik was woest. Het liefst had ik de medewerker die ons het nieuws bracht tegen de grond geslagen.”

© Joris Herregods

Schuldbekentenis

Patrick zag meteen de ernst van de situatie in. Hij liep naar buiten en belde de dienst 100. “Op aanraden van de politie hebben we de begrafenisondernemer een schuldbekentenis laten opstellen, waarin de fout werd toegegeven”, legt Patrick uit. “Als tegemoetkoming deed hij het voorstel om de kosten van de uitvaartplechtigheid op zich te nemen. Niet meer dan logisch, vonden we. De moeder van Elza zou de urne daarna mee naar huis krijgen.

Voor Francine werd het haar die middag allemaal te veel. Op de terugweg naar huis werd ze onwel. Een beroerte, zo bleek in het ziekenhuis. Ze kwam er gelukkig snel bovenop, zodat ze de begrafenis van haar echtgenoot Jozef niet hoefde te missen. “De plechtigheid was enorm pijnlijk”, vertelt Elza. “We hadden geen afscheid kunnen nemen van mijn vader. En dan stond er vooraan een urne, terwijl we een kist hadden gewild.”

“Moeder stierf van verdriet”

Amper een half jaar na het overlijden van Jozef stierf ook zijn vrouw Francine. “Mijn moeder is van verdriet gestorven, dat weet ik zeker”, zegt Elza. “De laatste dagen van haar leven heeft ze doorgebracht met de urne van mijn vader op haar kamer in het rusthuis. Toen ze het einde voelde naderen, heeft ze besloten dat ze ook gecremeerd wilde worden. Met flinke tegenzin, maar ze wilde koste wat het kost in hetzelfde graf als haar man belanden. Vandaag liggen ze op het kerkhof in Willebroek, vlak bij waar we wonen.”

Omdat begrafenisondernemer Marschang een extra vergoeding bovenop de al betaalde uitvaartkosten weigerde, namen Elza en Patrick een advocaat in de arm en sleepten ze hem voor de rechtbank. Ze eisten 40.000 euro schadevergoeding. “Sinds het voorval ben ik er emotioneel onderdoor gegaan”, zegt Elza. “Een half jaar lang ben ik niet uit mijn bed gekomen. Ik kom tegenwoordig niet meer buiten. Tenzij heel soms, met mijn man. We vragen een fikse schadevergoeding, maar eigenlijk is het ons niet om het geld te doen. Het gaat om de eer van mijn vader. Elke dag opnieuw stel ik me dezelfde vraag: hoe verschrikkelijk zou hij het vinden dat ze hem hebben opgebrand.”

Tot hun grootste verbazing liep de rechtszaak tegen begrafenisondernemer Marschang uit op een sisser. Op 14 juni van dit jaar wees de rechtbank van eerste aanleg in Antwerpen de vordering tot schadevergoeding van Elza en Patrick af. De rechter oordeelde dat Marschang de schade voldoende had vergoed, door de kosten van de uitvaart van Jozef op zich te nemen. Bijgevolg mochten Elza en Patrick zelf opdraaien voor de gerechtskosten: 1.100 euro. “Het verliezen van die rechtszaak kwam als een zoveelste klap. We hebben beslist om in beroep te gaan”, zeggen ze.

© Joris Herregods