Direct naar artikelinhoud
Begroting

De vennootschapsbelasting volgens Van Overtveldt: alles wat u moet weten

Financiënminister Johan Van Overtveldt.

Minister van Financiën Johan Van Overtveldt (N-VA) wil tegen 2020 naar een uniek tarief van 20 procent voor de vennootschapsbelasting. Daarmee wil hij de concurrentiekracht van ons land verbeteren. Maar is dat haalbaar en is dat betaalbaar?

1. Wat houdt zijn voorstel precies in?

Nu staat de vennootschapsbelasting op 33,99 procent, maar voor inkomsten tot 25.000 euro geldt een lager tarief van 24 procent. Vennootschapsbelastingen zijn belastingen die bedrijven betalen op hun winst. Het nieuwe voorstel dat Johan Van Overtveldt op tafel legt, houdt één tarief in van 20 procent, voor iedereen. Tegelijk verdwijnen dan een rist aftrekposten, en andere gunstmaatregelen. Het geheel moet op die manier budgetneutraal worden.

2. Waarom is dat noodzakelijk?

Ons land staat in de internationale rangschikking op de weinig benijdenswaardige derde plaats van landen met de hoogste belastingen. Binnen de OESO bijvoorbeeld moet België enkel nog Frankrijk (34,43 procent) en de Verenigde Staten (38,92 procent) voor zich laten. Om competitief te blijven, is een belastingverlaging dus zeker welgekomen. Tegelijk is er de almaar toenemende druk vanuit Europa die tal van gunstmaatregelen naar de prullenmand verwijst. Zo zijn de excess profit rulings of de notionele interestaftrek een doorn in het oog. Ook anomalieën als een karaattaks, specifiek op maat van een sector (de diamantsector in dit geval) wordt als discriminerend weggezet.

3. Is het betaalbaar?

Dat is dé hamvraag. De Hoge Raad voor Financiën kwam net voor de zomer in haar rapport over de verlaging van de vennootschapsbelasting zonder aan de begroting te raken tot de conclusie dat het schrappen van de notionele interestaftrek alleen niet zou volstaan, ook de aftrekbaarheid van de beroepskosten van bedrijven en een verhoging van de roerende voorheffing is noodzakelijk.

Persconfernetie door de Federale ministers van de regering Michel na het akkoord over de begroting.

Volgens de oppositie slaat het voorstel een gat in de begroting. De vennootschapsbelasting met een basistarief van 33,99 procent is goed voor 14 miljard euro aan inkomsten voor schatkist. Een tariefverlaging naar 20 procent kost meer dan 5,5 miljard euro.

Het staat dus in ieder geval vast dat er compenserende maatregelen nodig zijn. Denk daarbij aan het afschaffen van aftrekposten als het restaurantbonnetje, of de mogelijkheid om bepaalde investeringen over een bepaalde termijn in kosten te brengen. Ook nieuwe inkomsten zullen nodig zijn, zoals het optrekken van de roerende voorheffing op aandelen of dividenden. Het probleem daarvan is dat die moeilijk te becijferen zijn.

Het schrappen van de notionele interestaftrek kan je misschien wel makkelijk in een cijfer gieten. Maar het effect van andere aftrekposten is al veel minder voorspelbaar. Het schrappen van de notionele interest is volgens professor fiscaal recht Michel Maus voor de multinationals een vestzak-broekzakoperatie. Voor kleinere bedrijven zou het eenheidstarief van 20 procent een positief effect hebben. "Dit voorstel, waarbij tal van aftrekposten worden geschrapt en via de roerende voorheffing nieuwe inkomsten worden gehaald, is politiek delicaat. Maar budgettair haalbaar volgens mij", meent Maus.

'Dit voorstel, waarbij tal van aftrekposten worden geschrapt en via de roerende voorheffing nieuwe inkomsten worden gehaald, is politiek delicaat. Maar budgettair haalbaar'
Michel Maus

4. Voor wie is dit positief?

Het vereenvoudigen én verlagen van de vennootschapsbelasting is een goede zaak. Daar is iedereen het over eens. Het hoge tarief is op deze manier wel relatief, in die zin dat de belastingdruk kan worden getemperd door de vele fiscale gunstregimes in ons land. Het zorgt voor duidelijkheid. De wildgroei aan gunsttarieven en uitzonderingen was stilaan onhoudbaar geworden.

Maar is het genoeg? Michel Maus: "Vijf jaar geleden had ik geapplaudisseerd. Intussen staat de wereld niet stil, en landen als Luxemburg of het Verenigd Koninkrijk willen ook aan hun tarief werken. Met als gevolg dat we straks met die 20 procent helemaal geen unicum zijn, maar gewoon in het peloton zitten." Of je met andere woorden nieuwe investeringen - en dus inkomsten - aantrekt, is onzeker. Tegelijk is een coherent beleid minstens even noodzakelijk. Een politieke klasse die om de haverklap de spelregels wijzigt, is ook nefast voor de rechtszekerheid.

Karel Van Eetvelt, gedelegeerd bestuurder van Unizo.

5. Wie dreigt er te verliezen?

Karel Van Eetvelt, gedelegeerd bestuurder van zelfstandigenorganisatie Unizo, ziet de bui al hangen. Hij vreest dat een beleid waarbij je én de eigen bedrijven én de multinationals op dezelfde leest schoeit niet haalbaar is. "Begrijp me niet verkeerd. Wij zijn tevreden dat de minister de vennootschapsbelasting wil bijsturen. Maar uit wat we nu vernemen zal dit niet meteen leiden tot een eerlijker systeem. Vandaag betaalt een doorsnee kmo een veel hogere vennootschapsbelasting dan een multinational. Daarom dat wij pleiten voor een duaal tarief voor kmo's. Waarbij ze kiezen voor een tarief van 20 procent waarbij dan een aantal aftrekmogelijkheden niet meer mogelijk zijn, ofwel voor het huidige tarief van 33 procent. Maar dan mogen ze ook verder gebruik maken van aftrekmogelijkheden."

'Het enkel schrappen van typische kmo-aftrekposten zoals degressieve afschrijvingen, en de investeringsaftrek, zal de discriminatie alleen maar versterken'
Karel Van Eetvelt

Van Eetvelt: "Alles zal nu afhangen van welke aftrekposten geschrapt worden om dit voorstel zo budgetneutraal als mogelijk te maken. Het enkel schrappen van typische kmo-aftrekposten zoals degressieve afschrijvingen, de investeringsaftrek en de verlaagde roerende voorheffing op dividenden, zal die discriminatie alleen maar versterken. In dat geval hoeft het niet voor ons."