© Getty

“Pas in oktober echt van start”

Vanaf 1 september start het nieuwe ondersteuningssysteem voor 15.000 leerlingen met speciale noden die in het gewone onderwijs zitten. Maar de scholen verwachten dat het in de praktijk nog tot oktober zal duren alvorens ze deze kinderen extra zorg kunnen geven. De kinderen worden minder vaak uit de klas gehaald, individuele begeleiding is namelijk niet meer de norm. “De zorg gebeurt waar ze het best rendeert: op de klasvloer”, zegt minister van Onderwijs Hilde Crevits (CD&V).

Liliana CASAGRANDE

Het Vlaams onderwijs is niet inclusief genoeg, vinden de Verenigde Naties. Veel kinderen uit het buitengewoon onderwijs, zouden net zo goed in het gewoon onderwijs kunnen zitten. Daarom is drie jaar geleden het M-decreet ingevoerd. In het buitengewoon onderwijs is het aantal kinderen daardoor intussen gedaald, waardoor er ook minder leerkrachten nodig zijn. Deze ‘overtollige’ leerkrachten zetten vanaf september hun expertise in gewone scholen in. In Limburg komen er twee netwerken om scholen, leerlingen en ouders te ondersteunen: een van het katholiek onderwijs en een ander van het gemeenschapsonderwijs. Beide netwerken zullen ook gemeentelijke scholen helpen. De beslissing om het systeem te veranderen is pas eind mei gevallen, tegen 1 september moet alles al starten. Die snelheid zijn ze in de onderwijswereld niet gewoon en dat zorgt voor wat zenuwachtigheid.

Intussen komt er wel 15 miljoen extra geld op tafel, waardoor 2.400 extra kinderen zorg kunnen krijgen. Voor die hulp, heb je ook geen medisch attest meer nodig. “We baseren ons niet enkel op medische gronden, maar op de onderwijsbehoefte van kinderen”, zegt minister Crevits. “Alle kinderen moeten de nodige zorg genieten, ook degenen die vandaag nog geen aangepaste begeleiding krijgen. De zorg zal worden ingezet waar ze meest rendeert: op de klasvloer.”

Geen chaos

Tot nu toe kregen leerlingen die dit nodig hadden, twee jaar lang twee uur zogenaamde GON-begeleiding. Dat verandert. “Na die twee jaar was er dan ook niks meer”, zegt Lieven Boeve, topman van Katholiek Onderwijs Vlaanderen. “Nu kun je wel langer hulp krijgen, al zal er minder ingezet worden op individuele begeleiding.” Verwacht hij dat het schooljaar met een hoop verwarring start? “Nee, ik vermoed dat er in de eerste week van september nog wat ‘gematched’ zal moeten worden, maar ik verwacht geen chaos”.

De Berk, een buitengewone school, uit Hasselt zal negen leerkrachten leveren aan het ondersteuningsnetwerk. “Zeer gespecialiseerde mensen die nu ingezet worden in de hele regio”, zegt directeur Luc Piccard. “Inclusief onderwijs is mogelijk, maar daarvoor heb je veel ondersteuning nodig. Langs de andere kant blijft buitengewoon onderwijs ook open voor iedereen, want ouders denken nu vaak dat hun kinderen niet meer bij ons terecht kunnen.”

Oktober

Marc Diriks, coördinerend directeur van Sint-Martinusscholen Herk-de-Stad, voorspelt dat het nieuwe systeem niet vanaf september ingevoerd kan worden. “Die leerlingen krijgen een intakegesprek bij dat ondersteuningsnetwerk, maar daar beginnen ze pas mee in september”, zegt Diriks. “Dan moet er nog bekeken worden wat elk kind nodig heeft. Ik denk dat het in de praktijk pas tegen oktober allemaal in orde is.”

Koepel

“Momenteel krijgen leerlingen vaak nog individuele begeleiding”, zegt Stefan Grielens van de koepel van het vrij CLB. “Dat is niet meer de norm. De middelen zullen nu zo efficiënt mogelijk ingezet worden, het wordt allemaal flexibeler en dat is goed. Maar hoe het concreet ingevuld wordt, zullen we pas na 1 september zien. Probleem is dat dit allemaal vlak voor de zomer beslist is. Het zijn in elk geval de scholen die het netwerk moeten contacteren.”

“Ook de ouders zijn sowieso van bij het begin betrokken bij de ondersteuningsnetwerken en kunnen duidelijk maken wat hun kind nodig heeft”, zegt Crevits. “Dat wordt niet langer vanuit Brussel bepaald, maar wel door ouders, scholen en het CLB samen.”

Ouders

“We zijn blij dat de kennis over goede zorg op het niveau van lerarenteams beter wordt verspreid”, zegt Theo Kuppens, van de koepel van de ouderverenigingen van het vrij onderwijs, de Vcov. “Maar we blijven hameren op het belang van individuele zorg. Gelukkig komt er een overgangsperiode voor degenen die nu al begeleiding krijgen.”