Direct naar artikelinhoud

Kabinet: F-16's, fregat en mijnenjager voor NAVO-actie

Nederland is bereid extra militaire middelen in te zetten voor de NAVO om oostelijke lidstaten van het bondgenootschap te beschermen. Het kabinet stelt daarvoor onder meer F-16-gevechtsvliegtuigen, een marinefregat en een mijnenjager beschikbaar.

Minister Frans Timmermans van Buitenlandse Zaken en minister Jeanine Hennis Plasschaert van DefensieBeeld ANP

Dat hebben de ministers Frans Timmermans van Buitenlandse Zaken en Jeanine Hennis-Plasschaert van Defensie vandaag aan de Tweede Kamer geschreven. Het is nog niet duidelijk of en wanneer de NAVO gebruik zal maken van het aanbod. Nederland is nu al met een tankvliegtuig betrokken bij de NAVO-operaties. Dat toestel tankt Awacs-radarvliegtuigen bij die boven Polen en Roemenië patrouilleren.

Een Nederlandse mijnenjager zal op korte termijn oefeningen gaan uitvoeren en havenbezoeken afleggen in de Oostzee. In juni doet ons land met enkele schepen mee aan een militaire oefening in de Baltische Zee en in september nemen speciale eenheden deel aan een oefening in Polen. Ook levert Nederland twee functionarissen om de staf van het centrale commandocentrum van alle NAVO-operaties (SHAPE) te versterken.

Antipiraterijmissie
Daarnaast biedt het kabinet F-16's aan om tijdens patrouillevluchten het luchtruim van de Baltische landen te beveiligen. Ook wordt het marinefregat Zr.Ms. Evertsen mogelijk eerder teruggehaald uit de wateren voor de kust van Somalië, waar het deelneemt aan een antipiraterijmissie, om vervolgens voor de NAVO te worden ingezet in de Middellandse Zee. De Evertsen zou tot half mei bij Somalië actief zijn.

De Nederlandse inzet is een invulling van het besluit van de NAVO om meer vliegtuigen en schepen naar de oostelijke lidstaten te sturen als reactie op de Russische agressie in Oekraïne. Het kabinet is tevreden met de extra militaire maatregelen van de NAVO. 'Het is evenwichtig en proportioneel en biedt bondgenoten die zich bedreigd voelen voldoende zekerheden. De maatregelen geven uitdrukking aan de eensgezindheid en solidariteit in het bondgenootschap zonder dat zij escalerend werken', schrijven Timmermans en Hennis.