In het eerste kwartaal van 2017 bedroeg het overheidssaldo 1 procent van het bruto binnenlands product (bbp), meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) donderdag. Dat komt neer op een bedrag van 5,2 miljard euro.
De laatste keer dat het saldo als percentage van het bbp zo hoog was, was in het tweede kwartaal van 2001. Toen kwam het saldo uit op 1,3 procent van het bbp.
De Nederlandse overheid sloot vorig jaar af met een saldo van 0,4 procent. In 2004 en 2010 waren er negatieve uitschieters van respectievelijk -3,1 en -5,6 procent.
Minder uitgegeven
Het overheidssaldo viel in het eerste kwartaal zo positief uit, doordat de overheid bijna 400 miljoen euro minder heeft uitgegeven dan in het eerste kwartaal van 2016.
Met name aan de EU heeft de overheid minder afgedragen. Ook hogere belastinginkomsten en de groei van het bbp hebben bijgedragen aan een stijging van het overheidssaldo.
Inkomsten
Zo hebben de loon- en inkomstenbelasting in het eerste kwartaal respectievelijk 0,9 miljard euro en 2,4 miljard euro meer opgebracht dan een jaar eerder.
Ook had de overheid een 2,6 miljard euro hogere opbrengst uit vennootschapsbelasting. De inkomsten uit wettelijke sociale verzekeringspremies, zoals volksverzekeringen, namen juist met 1,6 miljard euro af.
Eerder al maakte het CBS bekend dat de overheidsschuld (59,6 procent van het bbp) in het eerste kwartaal voor het eerst sinds 2011 aan de EU-norm voldeed. Volgens Europese afspraken mag de schuld niet uitkomen boven 60 procent van het bbp.