Van het vluchtelingenkamp in Idomeni naar het "beloofde land" Duitsland

Een jaar geleden leerde VRT-journaliste Mieke Strynckx in het vluchtelingenkamp Idomeni, op de Grieks-Macedonische grens, de zestienjarige violiste Enji kennen. De twee hielden contact. Sinds juni woont het gezin in een klein dorp in het zuiden van Duitsland. Hoe is het nu met haar gesteld en hoe speelt Duitsland het klaar om alle vluchtelingen die naar het land gekomen zijn op te vangen?

Als journalist – zeker van een snel medium als radio – krijg je vaak een caleidoscopisch beeld van het nieuws. Je hoort vele stukjes van verhalen en maakt daarover een verslag van 1 minuut voor het nieuws, of een reportage van drie à vier minuten.

Het laatste jaar heb ik de kans gehad om één verhaal veel langer en van nabij te volgen. Het verhaal van één gezin dat over de Balkanroute naar West-Europa is gekomen. Ik heb hun verhaal in verschillende etappes gevolgd en soms ook meegemaakt. Het is leerrijk om dat te doen. Je krijgt een verhaal van binnenuit te zien, en dat is toch vaak heel anders dan de buitenkant.

Afstand houden wordt dan weer moeilijker, evenwicht vinden lastiger. Maar een verhaal van binnenuit bekijken, stelt ook je eigen kijk op de dingen op de proef. En dat vind ik dan weer uitermate gezond voor een journalist. Het gezin waarvan sprake, woont op dit moment in Duitsland. En de afgelopen dagen heb ik weer een etappe in hun verhaal gevolgd.

Duitsland kreeg mythische status van het Beloofde Land

Geen enkel Europees land spreekt meer tot de verbeelding als het over de vluchtelingencrisis gaat dan Duitsland. Zweden heeft meer vluchtelingen opgevangen per inwoner. Maar Duitsland kreeg in de hoofden van de vluchtelingen zelf een bijna mythische status van het Beloofde Land, met de Oermoeder, Mutti Merkel, als symbool.

Duitsland kreeg van de weeromstuit numeriek veruit de meeste vluchtelingen te verwerken. En in de maanden daarna werd de vluchtelingenpolitiek van Merkel een splijtzwam waarover Europa nog altijd verdeeld is. Het loont dan ook de moeite te gaan kijken hoe dat land het nu redt, met al die vluchtelingen. En of er veel veranderd is, nu ook Duitsland een aantal aanslagen te verwerken gekregen heeft.

Dromen afgesneden door een hek

Op de Balkanroute heb ik veel mensen ontmoet die van Duitsland droomden. Eén gezin sprak bijzonder tot mijn verbeelding, omdat ik me zelden meer herkend heb in een verhaal dat niettemin ver van mij af stond. Het was in het beruchte vluchtelingenkamp van Idomeni, op de Grieks-Macedonische grens, dat ik ze leerde kennen. Nu zowat een jaar geleden. Een meisje van zestien, die net als ik viool speelde, en wier dromen abrupt waren afgesneden door een hek.

Enji (kleine foto) zat met haar moeder en drie zusjes vast in Idomeni. Hun vader zat toen al een hele tijd in Duitsland. De kennismaking gebeurde via de viool van een Amerikaanse vrijwilliger in het kamp, waar we allebei naartoe gezogen werden.

In de maanden die volgden, kreeg ik geregeld boodschappen van haar. Ze raakte gefrustreerd omdat ze vastzat en niet wist hoe lang dat zou duren. Er waren dagen dat ze bang was, ’s nachts was het kamp een stuk minder veilig dan overdag.

Er kwam een bericht toen een paar honderd vluchtelingen door de grens waren gebroken en door een rivier waren gewaad, in een poging om te ontsnappen. Daar was ze bij geweest. Drie mensen waren in die rivier verdronken. Enji zelf en de meeste anderen waren opgepakt en teruggestuurd naar Idomeni.

Een verscheurd gezin

Toen het gezin drie maanden vastzat, ging ik opnieuw naar Idomeni, met collega Majd Khalifeh en een cameraploeg. Enji en haar moeder en zusjes waren geen uitzondering. In het kamp zaten honderden, zo niet duizenden mensen, die familie hadden die de overkant al had bereikt. We wilden een reportage maken over zo’n verscheurd gezin. (Herbekijk de reportage hieronder).

Tienduizenden mensen zitten nu, een jaar na mijn eerste ontmoeting met Enji, nog altijd vast in Griekenland. Zeer velen van hen hebben wellicht recht op asiel. Tussen de Europese lidstaten is een verdeelsleutel afgesproken, om Griekenland en ook Italië te ontlasten van al wie daar vastzit en recht heeft op asiel. Maar door de grote onenigheid tussen de lidstaten, blijft dat akkoord dode letter.

Eind mei is Idomeni ontruimd. Rond diezelfde tijd kregen Enji en haar moeder en zusjes het verlossende bericht dat ze een visum voor Duitsland kregen. In juni zijn ze geland in München (kleine foto).

Ze wonen intussen in Obermarchtal, een ingeslapen dorp van 1.300 zielen, dat niettemin meer dan zestig vluchtelingen herbergt, een voor elke twintig inwoners. Daar ben ik ze opnieuw gaan opzoeken.

Duitsland koos voor spreidingsplan

Om de grote groepen vluchtelingen te verwerken, heeft Duitsland gekozen voor een spreidingsplan. Dat is een keuze die België bewust niet heeft gemaakt. In de zuidelijke deelstaat Baden-Württenberg, waar ik ben geweest, was het gevolg dat elk dorp, hoe klein ook, vluchtelingen heeft gekregen. Voor veel dorpen was dat een behoorlijke schok.

Ik sprak met een integratieambtenaar die bevoegd was voor dertien gemeenten. Haar functie was compleet nieuw, ze had aanvankelijk geen idee hoe ze er moest aan beginnen, ploegde wetteksten door, speurde het internet af. Het was moeilijk zei ze, er zijn te weinig taalcursussen, sommige mensen staan op een wachtlijst, anderen mogen niet eens beginnen aan een taal- of integratiecursus. En daarna moeten er nog opleidingen komen, en moeten er woningen gezocht worden, en werk. En ja, veel mensen willen hun woning niet aan vluchtelingen verhuren of zien geen heil in een vluchteling op de werkvloer.

De burgemeester van het dorp voorzag ook grote problemen om werk te vinden voor “zijn” vluchtelingen. Woningen waren er ook al te kort, vluchtelingen moeten die bovendien zelf gaan zoeken. Nog maar twee vluchtelingengezinnen hadden een woning gevonden in Obermarchtal. Een alleenstaande moeder met drie kinderen, van wie de echtgenoot nog in Syrië is. En het gezin van Enji, dat in een appartement in het gemeentehuis woonde. Elke dag gaat het jongste dochtertje van 9, Seham, eten brengen bij de burgemeester.

Iedereen vat koe bij de horens

Een groot voordeel van zo’n spreidingsplan, is dan weer dat iedereen mee in het bad wordt getrokken. Als Duitsland het redt, dan lijkt me dat laatste daar een grote factor in. Wat ik zag in het dorp en in de omliggende dorpen, is dat iedereen gewoonweg de stier bij de horens vat.

In de school van Enji moesten inderhaast cursussen Duits voor beginners worden gemaakt, lessen waarin ook voorbereid werd op integratie en er moest personeel worden gevonden om die te geven. Niemand zei dat dat allemaal makkelijk gegaan was. Maar iedereen zei dat het al bij al toch heel goed gelukt was. Al zijn er ook vluchtelingen die wellicht helemaal niet te integreren vallen, zei de directrice.

Strengere regels

Er is dus nog heel veel werk aan de winkel, en de komende jaren zal dat zeker wegen op de samenleving. Bezorgdheid hoor je daarover ook bij veel gematigde mensen. Tegelijk is in bijna elk dorp een vrijwilligerskring ontstaan. Vrijwilligers zoeken mee woningen, regelen papieren, rijden mensen overal naartoe, brengen vluchtelingen in contact met inwoners. In sommige dorpen is er geen enkele vrijwilliger. Daar komen de vluchtelingen de asielcentra niet uit.

Intussen is er natuurlijk ook een tegenbeweging. De Alternative für Deutschland zien liefst geen enkele vreemdeling nog het land binnenkomen. Ze zullen bij de parlementsverkiezingen van september allicht nationaal doorbreken. Maar in de peilingen stagneren ze, wist de Duitse journalist Markus Pfalzgraf, gespecialiseerd in die partij, me te vertellen. Met peilingen is het tegenwoordig opletten natuurlijk. Maar Merkel heeft haar vluchtelingenpolitiek intussen aangescherpt.

Gezinshereniging is veel moeilijker geworden. En vluchtelingen kunnen makkelijker teruggestuurd worden. Sinds de Balkanroute zo goed als dicht is, komen er ook veel minder vluchtelingen naar Duitsland. Tot opluchting van zowat iedereen. Ook in Obermarchtal was dat reden tot blijdschap. “De situatie is nu toch wel een pak minder gespannen”, hoorde ik bij zowat iedereen.

De strengere regels zijn dan weer minder goed nieuws voor veel vluchtelingen. In het dorp ontmoette ik ook de achtjarige Lana. Ze was haar linkerarm verloren door een Syrische bom. Ook haar vader was gewond geraakt. Beiden konden naar Duitsland komen, waar het meisje in een pleeggezin is opgevangen tot haar vader uit het ziekenhuis werd ontslagen.

Maar de moeder en de twee zusjes van Lana zitten nog vast in Turkije. Ze hebben veel problemen, zei het kind. Lana weet niet wanneer ze haar moeder nog eens terug zal zien. Maar zijzelf is in Duitsland altijd vrolijk, zei ze in mijn microfoon.

Van violiste naar stewardess

Het gezin van Enji heeft ontzettend veel geluk gehad. Ze hebben een woning, de kinderen lopen school, gaan naar de muziekschool, de ouders leren Duits. En bovenal: het gezin is herenigd, en de steun die ze van elkaar krijgen, is onvoorstelbaar belangrijk. Aan werk zijn de ouders nog lang niet toe. De droom van Enji om violiste te worden, heeft ze intussen opgeborgen. Ze heeft te veel tijd verloren.

Voorlopig houdt ze het op het zeer haalbare “stewardess”. Al bij al ziet hun toekomst er een pak beter uit dan die van de meeste vluchtelingen. Dat hebben ze aan veel mensen te danken en dat weten ze. Daarom hebben ze voor het hele dorp een concert gespeeld. Om ze te bedanken voor alle hulp. (Bekijk hieronder een fragment uit dit concert)

(Deze reportage werd gemaakt door Mieke Strynckx met dank aan Lotte Stevens en Jeroen Reygaert. Dinsdag en woensdagochtend kunt u haar radioreportages ook horen in "De ochtend" op Radio 1)

Meest gelezen