“Ik heb zo’n kleuter in mijn klas gehad. Vier jaar was hij. Hij zette de klas constant op stelten, zat vol woede. Hij greep zelfs de andere kindjes bij de keel. Ook mij heeft hij gestampt, gebeten en gekrabd. Ik had schrik dat hij mij of de andere kindjes eens echt pijn zou doen.”

Een 42-jarige juf uit Limburg vertelt haar verhaal anoniem. De school schakelde uiteindelijk Stop 4-7 in, een organisatie die kinderen met gedragsproblemen intensief begeleidt. “Maar de ouders moeten meestappen in dat verhaal. Daar is het misgelopen. Ze haakten af en stuurden hun kind naar een andere school.”

Om dergelijke situaties beter de baas te kunnen, organiseerde het katholiek onderwijs samen met de oudervereniging VCOV een studiedag over geweld bij kleuters. Aanleiding zijn de groeiende noodkreten vanuit scholen en van ouders.

“We krijgen nu elke week een school aan de lijn die met een vraag zit over een agressieve kleuter”, zegt woordvoerster Marijke Van Bogaert. “Vroeger gebeurde dat veel minder.”

Of de groeiende vraag betekent dat er meer agressieve kleutertjes zijn, is onduidelijk. “Dat of scholen stoten op lange wachtrijen bij de professionele hulpverlening”, zegt Van Bogaert. “Ze vragen ons hoe ze die periode het best overbruggen.”

Schorsing mag niet

Het CLB kreeg tijdens het schooljaar 2014-2015 al 109 aanvragen van basisscholen om leerlingen te begeleiden bij een schorsing. Dubbel zoveel als vier jaar eerder. Maar een kleuter schorsen, dat mag niet.