De moskee van Mosul, begin- en eindpunt van het "kalifaat van IS"

De verwoeste moskee al-Nuri in de Noord-Iraakse stad Mosul is opnieuw in handen van het Iraakse leger. De moskee stond zowat symbool voor het zelfverklaarde kalifaat van de terreurgroep IS. Het opblazen ervan -net door IS- symboliseert ook het einde van die ambitie van die terreurgroep om een nieuw groot islamitisch rijk te stichten.

Mosul -de tweede stad van Irak- was de grootste stad die begin 2014 na een blitzoffensief in handen viel van de terreurgroep die zichzelf "Islamitische Staat" of IS noemde. Nadat op 29 juni 2014 IS in een audioboodschap een nieuw kalifaat had uitgeroepen, deed IS-leider Umar Abu Bakr al-Baghdadi enkele dagen later zijn enige publieke en gemediatiseerd optreden in die moskee van al-Nuri in Mosul.

Het is door die preek dat de wereld echt kennis nam van het IS-kalifaat, waarvan al-Baghdadi het gezicht werd, ook al is hij daarna nauwelijks nog in het openbaar verschenen. Anders dan Al Qaeda pretendeerde IS een echte staat te stichten in die gebieden die het bezet had in Syrië en Irak en later ook in Libië of "provincies van het kalifaat". Dat zijn gebieden waar moslimterreurgroepen actief zijn die trouw gezworen hebben aan IS en zijn "kalief". 

De keuze voor die al-Nuri-moskee is Mosul was wellicht niet toevallig, want IS is in zijn propaganda altijd erg gevoelig geweest voor symbolen. De bouwer van die moskee, de Turkse krijgsheer Nur al-Din (Arabisch: "licht van de godsdienst") blies in de 12e eeuw het concept van "jihad" of heilige oorlog nieuw leven in in de strijd tegen de christelijke kruisvaarders en de sjiieten.

Copyright 2017 The Associated Press. All rights reserved.

Moskee van "de peetvader van de jihad"

De moskee al-Nuri in Mosul werd in 1171 gebouwd op bevel van de atabeg (Turkse heerser) Nur al-Din.

Die Nur al-Din (1146-1174) breidde vanuit de Syrische stad Aleppo zijn macht snel uit ten koste van andere moslimvorsten en werd de speerpunt van het verzet tegen de kruisvaardersstaten in Jeruzalem en op de kusten van Syrië en Libanon. In de loop van zijn opmars kon Nur al-Din ook Mosul, Damascus en zelfs Egypte aan zijn rijk toevoegen.

De ascetische Nur al-Din was een groot, maar ook brutaal strateeg en veldheer, en promootte een strikt islamitische levenswijze, en de jihad tegen de kruisvaarders. Zo liet hij in 1146 de christelijke inwoners van de stad Edessa uitmoorden.

Nur al-Din herstelde ook de soennitische orthodoxie in de moslimwereld ten nadele van de sjiieten. Onder zijn bewind werd in 1171 een punt gezet achter de sjiitische Fatimieden in Egypte, die een tegenkalifaat gevestigd hadden tegenover de soennitische kaliefen van de Abbassieden in Bagdad. Om al die redenen werd hij als een voorbeeld vereerd door de terreurgroep IS. De val van de naar hem genoemde moskee is dan ook symbolisch erg belangrijk voor de neergang van IS.

Meest gelezen