Direct naar artikelinhoud

Malinese jihadist moet 2,7 miljoen euro betalen voor vernieling cultureel erfgoed Timboektoe

De Malinese jihadist Ahmad al-Faqi al-Mahdi moet 2,7 miljoen euro betalen voor zijn rol bij de vernietiging van Unesco-werelderfgoed in Timboektoe. Dat heeft het Internationaal Strafhof in Den Haag donderdag bepaald. Het is de eerste keer dat de rechtbank een schadevergoeding oplegt voor de vernietiging van cultureel erfgoed.

De Malinese terrorist Ahmad al-Faqi al-Mahdi tijdens de eerste zittingsdag in het Internationaal Gerechtshof, in augustus 2016.Beeld anp

Negen middeleeuwse mausolea en een moskee werden in 2012 met de grond gelijk gemaakt door al-Mahdi en de militante extremistische groep Ansar Dine waarvan hij lid was. De Malinees werd vorig jaar door het hof al veroordeeld tot een gevangenisstraf van negen jaar. Daar komt nu een fors geldbedrag bij.

Al-Mahdi kan de schadevergoeding niet zelf betalen. Om ervoor te zorgen dat de getroffen bewoners van Timboektoe toch geld ontvangen, is een onafhankelijk fonds opgezet. Het geld is met name bedoeld voor de families die de mausolea onderhielden en geld verdienden aan toeristen. Inwoners van wie familieleden rond de gebouwen begraven lagen, krijgen ook compensatie. Daarnaast besloot het hof tot een collectief fonds dat de hele gemeenschap in Timboektoe ten goede moet komen, als compensatie voor 'psychologische schade'.

Symbolisch bedrag

De schadevergoeding is vooral een symbolisch bedrag, zegt Alina Balta, een onderzoeker bij de Universiteit van Tilburg, over de telefoon. 'Het biedt erkenning aan de slachtoffers en laat zien dat dit soort misdaden ook in de toekomst berecht kunnen worden.' Volgens Balte biedt de uitspraak van het Strafhof daarnaast ook hoop aan de 'slachtoffers van gelijksoortige misdrijven in andere delen van de wereld', zoals de verwoesting van Palmyra in Syrië door de Islamitische Staat.  

Het is echter wel de vraag of het geld ook daadwerkelijk bij de bewoners van Timboektoe aankomt. Grote delen van Mali, waaronder Timboektoe, zijn op het moment instabiel. Dinsdag kwamen nog zeven mensen om, onder wie vredessoldaten, bij een aanslag in de hoofdstad Bamako.

Islamistische militanten vernietigen in 2012 een oud heiligdom in Timboektoe.Beeld afp

Al-Mahi was een vooraanstaand lid van de militante groep Ansar Dine die in 2012 Timboektoe aanviel en de macht overnam in de stad en omliggende gebieden. Aanvankelijk verbood de moslimextremistische militie de lokale bevolking de mausolea te bezoeken omdat de verering van voorouders en geesten in de heiligdommen niet paste binnen de fundamentalistische interpretatie van de Islam door Ansar Dine. Toen de bevolking de gebouwen toch bleef bezoeken, besloot de groep ze te vernietigen.  

Nadat een Franse interventiemacht in 2013 de groep uit de stad had verjaagd, werd Al-Mahdi op de vlucht aangehouden in Niger en overgebracht naar het Strafhof in Den Haag. De meeste mausolea zijn inmiddels weer herbouwd.

Lees hier wat we in 2016 over Ahmad al-Faqi al-Mahdi schreven:

Primeur: Jihadist voor Strafhof om verwoesting cultureel erfgoed (+)
Ahmad al-Mahdi uit Mali verschijnt voor het Internationaal Strafhof in Den Haag vanwege de verwoesting van cultureel erfgoed in Timboektoe in 2012. Het is de eerste keer dat een verdachte internationaal wordt aangeklaagd voor oorlogsmisdaden tegen cultureel erfgoed. De zaak is een testcase voor de toekomstige vervolging van Islamitische Staat.

Jihadist zegt 'diepe spijt' te hebben van vernieling monumenten
De Malinese islamitische extremist Ahmad al-Mahdi heeft voor het Internationaal Strafhof in Den Haag verklaard schuldig te zijn aan het vernielen van historische mausolea en een moskee in Timboektoe. Hij zei dit te doen 'met diepe spijt en grote smart', en vraagt om vergeving.

Jihadist krijgt 9 jaar cel voor vernieling cultureel erfgoed
Een Malinese jihadist die in 2012 leiding gaf aan de verwoesting van cultureel erfgoed in Timboektoe is door het Internationaal Strafhof in Den Haag veroordeeld tot negen jaar gevangenisstraf. Het is voor het eerst dat aanvallen op werelderfgoed als oorlogsmisdaad zijn bestraft. Juristen zien het vonnis als een belangrijk precedent en afschrikwekkend voorbeeld.