Direct naar artikelinhoud
Muziekrecensie

Waarom 'OK Computer' van Radiohead de beste plaat van de jaren negentig is

Radiohead - OKNOTOK ComputerBeeld Radiohead

Twintig jaar na datum blijft OK Computer nog steeds le plus grand cru van Radiohead in onze platenkast. Of wacht, nee, maak daar De Béste Plaat van de Jaren Negentig van. Niet mee eens? In dat geval: we hope that you choke.

Een vermolmde piano grient op de achtergrond, terwijl een levenloze robotstem koud verklaart hoe u en ik niet meer zijn dan “a pig in a cage on antibiotics”. Elders struikel je over paranoïde nepmensen, worden de dehumaniserende effecten van technologische vooruitgang uit de doeken gedaan, en kleurt Thom Yorke zijn lyrics inktzwart en bloedrood met auto-ongelukken, vliegtuigcrashes, wraakgedachten, zelfmoord en ontvoeringen door buitenaards leven. Hoera Computer!

Het lijkt wel alsof de derde langspeler van Radiohead volledig opgetrokken is uit onbehagen, vervreemding en ontreddering. Hoe zo’n beangstigend donkere en dystopische plaat als OK Computer inmiddels zo’n vijf miljoen keer van eigenaar kon wisselen, en tegelijk beschouwd wordt als één van de opwindendste en meest inspirerende meesterwerken in de popgeschiedenis: het zou een wrange grap kunnen zijn.

De kwalijke uitwassen van de aankomende 21ste eeuw worden op Black Mirror-achtige manier voorspeld door Yorke, die zowaar over visionaire gaven lijkt te beschikken. ‘Fitter Happier’ klinkt bijvoorbeeld alsof Siri een autonoom leven is gaan leiden, terwijl ‘Climbing Up the Walls’ geschreven kon zijn vanuit het oogpunt van een hacker, internettrol of creepy stalker. Elke lyric ruikt naar onbehaaglijk isolement en machtsmisbruik: “I am the key to the lock in your house”, opent de song omineus. “And either way you turn, I’ll be there.” Yikes.

Radiohead onlangs op GlastonburyBeeld Photo News

‘No Surprises’ refereert dan weer aan de huidige burnout-epidemie: “A job that slowly kills you / bruises that won’t heal.” En Pitchfork stelde onlangs half-grappend dat ‘Airbag’ de ouverture in een musical over Donald Trumps megalomane presidentschap had kunnen zijn: “In the next World War / in a jackknifed juggernaut / I am born again / in the neon sign (…) I’m back to save the universe.”

Visionair pamflet, cinematografische sound

Maar naast een visionair pamflet uit 1997, vol premillennial tension, is OK Computer ook niets minder dan een ambitieuze en wonderlijk gedurfde plaat. Je hoort een groep die zichzelf opnieuw bij elkaar gepuzzeld heeft en de stukken in een radicaal andere volgorde heeft gelegd. Na The Bends distantieert de groep zich klankmatig steeds duidelijker van lichtende voorbeelden als The Smiths en Pixies.

‘Paranoid Android’ openbaart zich bijvoorbeeld als het alt-rockneefje van ‘Bohemian Rhapsody’. Op ‘Airbag’ flirt de groep dan weer met hortende breakbeats en turntable scratches à la DJ Shadow, terwijl het intuïtieve experiment van Miles Davis’ Bitches Brew zijn weg vindt naar ‘Subterranean Homesick Blues’. 

Je hoort een groep die zichzelf opnieuw bij elkaar gepuzzeld heeft en de stukken in een radicaal andere volgorde heeft gelegd.

Het atonale strijkersarrangement in een aardedonker ‘Climbing Up the Walls’ is dan weer geïnspireerd door de Poolse componist Krzystof Penderecki. Die orkestrale aanpak zal later overigens de voorbode blijken van Johnny Greenwoods soundtrack voor There Will Be Blood. Verder lijkt de plaat qua cinematografisch sound design ook onmiskenbaar schatplichtig aan Pink Floyd.

Waar latere albums als Kid A en Amnesiac zich voluit zullen storten in elektronica, tast Radiohead in 1997 nog de grenzen af. De gitaarrock wordt nog niet helemaal afgezworen - denk maar aan een snerend ‘Electioneering’ - maar met de elektronische invloeden in ‘Airbag’ of het cyberinterludium ‘Fitter Happier’ verkent de groep wel nieuwe horizonten. Het einde van het conservatieve Britpop-tijdperk zou trouwens niet lang meer op zich laten wachten: ook op dàt vlak toonde Oxford’s finest zich visionair.

Radiohead onlangs op Best Kept SecretBeeld Bas Bogaerts

Wanhoop en doodsverachting

Met zijn hofhouding aan persoonlijke demonen zorgt Yorke er een hele plaat lang voor dat zijn stem je blijft beklemmen: aan het eind van ‘Karma Police’ klinkt wanhoop én doodsverachting door, terwijl zijn intrieste snik in ‘Exit Music (for a Film)’ élke keer weer diep onder je huid gaat woelen. "Today we escape, we escape", sombert hij als een doodgraver in het mooiste nummer op OK Computer, dat oorspronkelijk geschreven werd voor Baz Luhrmanns Romeo + Juliet. Even verder slaat de morose stemming om in venijn: “We hope that you choke”, blijft Yorke bezwerend herhalen. Zelfmoord en zoete wraak vanuit het graf gaan er hand in knook.

Het bonusmateriaal - vaak al bekend voor de grootste fans - moet weliswaar een tikkie onderdoen voor het oorspronkelijke meesterwerk uit 1997, maar ook hier vallen genoeg pareltjes te rapen

Twintig jaar na de baanbrekende release van OK Computer, blikt Radiohead vandaag in de achteruitkijkspiegel met een deluxe reissue. Het bonusmateriaal - vaak al bekend voor de grootste fans - moet weliswaar een tikkie onderdoen voor het oorspronkelijke meesterwerk uit 1997. Maar ook hier vallen genoeg pareltjes te rapen. Het B-kantje ‘Lift’ zou op The Bends bijvoorbeeld niet verbleken tegenover ‘Fake Plastic Trees’. En ook hier hekelt Yorke trouwens moderne technologie: de song gaat over een arme drommel die in een lift opgesloten raakt. Het klinkt haast als een terdoodveroordeling, wanneer we hem “today is the first day of the rest of your days” horen zingen.

Radiohead onlangs op Best Kept SecretBeeld Bas Bogaerts

Piëdestal in de stratosfeer

Voor de coda van ‘Pearly’ zou Muse dan weer ongetwijfeld een ledemaat of vier veil hebben. Maar ook het lichtjes psychedelische ‘Palo Alto’ is meerdere draaibeurten waard, net als een bedrieglijk lieflijk ‘I Promise’ met akoestische gitaren en suikerzoete strijkers, waarin Yorke belooft om u nooit meer te verlaten.

De lieve schat.

"Wie in zijn kast slechts ruimte heeft voor één Radiohead-plaat, doet de beste zaak met het rafelige, avontuurlijke, raadselachtige en rijke OK Computer,” las u twintig jaar geleden in De Morgen. Toen had de recensent van dienst nét iets makkelijker praten - deze plaat nam het indertijd alleen op tegen Pablo Honey en The Bends - maar zelfs vandaag hebben die woorden eigenlijk niets aan kracht ingeboet.

Met ‘Creep’ had Radiohead een paar jaar eerder al de ultieme hymne van de outsider geschreven, maar met OK Computer plaatste de groep zichzelf op een piëdestal die reikte tot de stratosfeer. Waar zo’n paranoïde androïde thuis hoort, natuurlijk. 

Ach, laten we vooral niet zuinig wezen met de superlatieven: ondanks ijzersterke concurrentie van Nirvana, Massive Attack, Beck, U2, Oasis, R.E.M. of Smashing Pumpkins, bedacht Radiohead met OK Computer zonder veel twijfel de Allerbeste Plaat van Jaren Negentig.