Direct naar artikelinhoud

Twee vrouwelijke ministers Japan nemen ontslag

In Japan hebben twee van de vijf vrouwelijke ministers die vorige maand werden benoemd, maandag hun ontslag ingediend. Na minister Yuko Obuchi van Handel en Industrie stapt ook minister Midori Matsushima van Justitie op. Het vertrek van de twee ministers is de zwaarste tegenslag voor premier Shinzo Abe, sinds hij in 2012 minister-president werd.

Yuko Obuchi.

Obuchi is de dochter van Keizo Obuchi, die van 1998 tot zijn dood in mei 2000 premier was. Zij kwam afgelopen dagen zwaar onder vuur te liggen, nadat ze was beschuldigd van fraude. Stafmedewerkers zouden omgerekend tienduizenden euro's aan campagnegeld en donaties hebben uitgegeven aan heel andere dingen dan de politiek, zoals make-up. Ook werden van het geld reizen van inwoners van haar kiesdistrict naar de hoofdstad Tokio betaald.

De minister liet meteen nadat de zaak het licht was gekomen al weten zo snel mogelijk te willen aftreden. Maandag besprak ze haar plannen met Abe. Hij heeft haar ontslag aanvaard.

Enkele uren later werd het ontslag van Matsushima bekend. Zij zou de kieswet hebben geschonden door tijdens een festival in haar kiesdistrict pamfletten te verspreiden met haar foto en een uitleg van haar beleid. De Democratische Partij, die in de oppositie is, had een aanklacht tegen haar ingediend en op haar ontslag aangedrongen.

Midori Matsushima.

Verontschuldigingen

De 40-jarige Obuchi en de 58-jarige Matsushima behoorden tot de vijf vrouwelijke ministers die premier Shinzo Abe vorige maand benoemde om ertoe bij te dragen dat er meer vrouwen in leidinggevende functies vertegenwoordigd zijn in Japan. Obuchi werd een tijd lang zelfs beschouwd als mogelijke eerste vrouwelijke minister-president van Japan.

De premier bood de Japanners zijn verontschuldigingen aan voor het ontslag van de twee ministers. 'Ik heb hen benoemd en als premier draag ik de verantwoordelijkheid', zei hij tegen verslaggevers. Hij wil maandag nog opvolgers benoemen. Abe was ook in 2006 en 2007 premier. In die periode namen verscheidene ministers ontslag. Eén pleegde zelfmoord.