Direct naar artikelinhoud

"Weinig waarschijnlijk dat politie gewaarschuwd werd over naturalisatie Chodiev"

De Kazachgate Commissie.

Het lijkt "weinig waarschijnlijk" dat de Bijzondere Opsporingsbrigade (BOB) in 1996 contact heeft opgenomen met de politie van Waterloo om haar te waarschuwen over het naturalisatieverzoek van Patokh Chodiev, de Oezbeekse miljardair die centraal staat in het dossier-Kazachgate. Dat heeft Benoît Dufour, voormalig lid van de BOB-Brussel, vandaag in de onderzoekscommissie naar de fiscale afkoopwet verklaard.

De onderzoekscommissie gaat sinds enkele weken na of er onkiese zaken zijn gebeurd bij de nationaliteitsverwerving van Chodiev in 1997 en die van zijn kompaan Alijan Ibragimov in 2005. In het dossier-Chodiev is een - al dan niet vervalste - nota opgedoken waarin een wijkagent uit Waterloo opriep niet te veel haast te maken met zijn naturalisatie-aanvraag wegens banden met de Russische maffia.

De agent verklaarde dat die informatie afkomstig was van de Staatsveiligheid. Een andere hypothese die de kop opstak, was dat er misschien verwarring is ontstaan tussen de dienst en de BOB. Daar liep in de jaren negentig het project Redsky. Dat ging van start om mogelijke gevallen van witwassing na te gaan waarbij mensen uit de voormalige Sovjet-Unie betrokken waren.

Voormalig BOB'er Dufour leek het vandaag echter "weinig waarschijnlijk" dat er reeds in 1996 contacten waren met de politie van Waterloo over Chodiev. Enkele jaren later kon dat wel zo zijn, toen er huiszoekingen plaatsvonden bij Chodiev en Ibragimov

De Russische zakenman Patokh Chodiev in 2015.