Het gaat om een klacht wegens verduistering van overheidsgeld, burgerlijke ongehoorzaamheid en minachting voor justitie. Hij is bovendien niet enkel tegen Mas alleen ingediend. Hij loopt ook tegen Joana Ortega, de plaatsvervanger van Mas, en tegen de regionale minister van Onderwijs Irene Rigau.

Alles begon bij de beslissing van de Catalaanse minister-president om ondanks een verbod van het Grondwettelijk Hof op 4 november toch door te zetten met een volksraadpleging, waarin de inwoners van Catalonië hun mening zou worden gevraagd over een mogelijke afscheiding van Spanje. Het officieuze referendum moest gelden als alternatief voor een echt referendum, dat eerder ook al door de Spaanse justitie als illegaal was bestempeld.

De uitslag van het ‘referendum light’ van 9 november leidde echter tot een politieke crisis tussen het regiobestuur en de regering in Madrid. Twee miljoen mensen, meer dan een derde van de stemgerechtigde Catalanen, bracht toen een stem uit. Goed 80 procent stemde toen voor een afscheuring van Spanje.

De Catalaanse regering maakt nu werk van een officiële referendum. Maar de regering in Madrid is van oordeel dat alle Spanjaarden hun stem moeten kunnen laten horen over mogelijke onafhankelijkheid van Catalonië.

Met 7,6 miljoen inwoners is Catalonië voor Spanje vooral in economisch opzicht een belangrijke regio: ze is goed voor ongeveer een vijfde van het bruto binnenlands product van Spanje.