Ruim vier jaar hebben de inwoners van Naraha en zes andere gemeenten in de prefectuur Fukushima gewacht op het opheffen van het evacuatiebevel. Zaterdag mochten ze officieel terugkeren naar hun woonst, wat gevierd werd met een plechtige ceremonie en het planten van enkele bomen.

Hoewel de Japanse autoriteiten benadrukken dat het stralingsniveau in de regio weer tot een acceptabel punt is gezakt, twijfelen heel wat inwoners of ze nog wel naar hun dorp zouden terugkeren. Ruim de helft onder hen bedankt voor de uitnodiging en blijft in zijn nieuwe stulpje wonen, ver van het risicogebied verwijderd.

Verschillende Japanse en Britse media melden dat niet enkel het stralingsniveau, maar ook de verloederde infrastructuur en een groot aantal wilde zwijnen dat ’s avonds door de straten doolt de voormalige inwoners afremt om weer in hun oud stulpje te trekken.

Meltdown

Naraha was de eerste van in totaal zeven gemeenten die na de kernramp volledig geëvacueerd werden. Volgens de regering is de radioactieve straling ruim vier jaar later voldoende verminderd (tot onder 20 millisievert per jaar) om de plaats opnieuw bewoonbaar te verklaren. Milieu-organisaties als Greenpeace zijn het met die conclusie niet helemaal eens en wijzen erop dat het stralingsniveau erg kan variëren op verschillende plaatsen binnen het stadje.

De kerncentrale van Fukushima werd op 11 maart 2011 zwaar beschadigd door een aardbeving en tsunami. In drie reactoren deed zich een meltdown voor. Minstens 130.000 mensen omwonenden, binnen een straal van 20 kilometer, kregen het bevel om hun woning te verlaten.