Priester Tom F. (40) zou vanaf zaterdag 1 november aan de slag gaan in drie parochies in Middelkerke. Als priester zou hij dan onder meer betrokken zijn bij de communie en het doopsel van kinderen.

Maar zover wou de kustgemeente Middelkerke het niet laten komen. In een brief aan het bisdom had Middelkerke gevraagd om het benoemingsbesluit van de nieuwe priester ongedaan te maken. Het schepencollege reageerde donderdag al verontwaardigd op het nieuws, en vraagt vrijdag in een brief om de beslissing ongedaan te maken.

‘Het college beklemtoont dat het niet het proces wil maken van de persoon zelf, maar dat de persoon van de nieuwe priester niet te verenigen is met de verwachtingen ten aanzien van een figuur die een morele en voorbeeldfunctie heeft’, klinkt het.

Vandaag ging op het bisdom ook de wekelijkse bisschopsraad door. Daar werd de zaak-F. ook een agendapunt. Priester Tom F. heeft de bisschop van Brugge meegedeeld dat hij in de gegeven omstandigheden zijn benoeming tot pastoor in de federatie Middelkerke niet kan opnemen, zo laat de persdienst van het bisdom Brugge weten. Met begrip voor zijn situatie heeft de bisschop dit aanvaard.

‘De bisschop beseft dat deze benoeming slachtoffers van seksueel misbruik heeft gekwetst. Dat was uiteraard niet zijn bedoeling. Hij houdt eraan zich daarvoor uitdrukkelijk te verontschuldigen’, zo luidt de mededeling.

Donderdagavond liet bisschop van Brugge Jozef de Kesel nog weten dat hij bij zijn beslissing blijft en dat de veroordeelde priester, na het opvolgen van strikte probatievoorwaarden, een tweede kans verdient.

In 2008 voerde Tom F. als priester-leraar een van zijn leerlingen dronken en betastte hij hem. Begin 2009 gunde de rechter hem de opschorting van de uitspraak. De feiten achtte hij bewezen, maar hij vond het niet nodig om de priester te veroordelen. Hij moest zich wel vijf jaar aan enkele voorwaarden houden. Zo moest hij zich onder meer psychologisch laten begeleiden. Vorig jaar zocht Tom F. via het internet opnieuw contact met een minderjarige, maar het gerecht vond niet dat hij daarmee zijn voorwaarden had geschonden.

(boj)