Direct naar artikelinhoud

Onvermoeibaar pleitbezorger van geschiedschrijving voor een groot publiek

Volkomen onverwacht is dinsdag Frans Smits overleden. Hij was medeoprichter van het Historisch Nieuwsblad, sinds jaar en dag hoofdredacteur en de man die dit blad groot en bloeiend maakte. Maar hij was veel meer, onvermoeibaar pleitbezorger van geschiedschrijving voor een groot publiek, initiatiefnemer van het Nationaal Historisch Museum, van de Maand van de Geschiedenis én van de Libris Geschiedenis Prijs. Frans Smits is 59 jaar geworden.

Frans SmitsBeeld Sander Heezen

Het Historisch Nieuwsblad begon als een rebellenblad van aanstormende historici van de 'no future'-generatie. Zij wilden eind jaren 80, begin jaren 90 knuppels in gezapige hoenderhokken gooien en Frans Smits was één van hen. Historici schreven dertig jaar geleden vooral voor historici; even wetenschappelijk als onleesbaar. Iemand als Geert Mak moest nog op gang komen, net als Annejet van der Zijl. Biografieën werden nauwelijks geschreven, want niet wetenschappelijk.

Publieksbladen waren er, afgezien van het slaapverwekkende Spiegel Historiael, ook al niet. Hierin bracht Historisch Nieuwsblad onder aanvoering van Smits verandering. Hij was als dwarse student aangekomen in Amsterdam, nadat hij in het katholieke Limburg zijn schepen achter zich had verbrand. Hij was aimabel, maar bleef wel altijd dwars. In het begin schreef Smits artikelen waarin de roede niet werd gespaard. Later, toen Historisch Nieuwsblad de blik verruimde, bedacht hij relletjes die het NOS Journaal haalden. Zoals het legendarische proefwerk geschiedenis voor Tweede Kamerleden, waaruit naar voren kwam dat menig volksvertegenwoordiger meende dat Willem van Oranje toch echt bij Dokkum was vermoord.

Het Historisch Nieuwsblad (HN) werd gevreesd en gerespecteerd. De even gerenommeerde als gereformeerde historicus A. Th. van Deursen, die zijn medewerking had opgezegd omdat er in HN was gevloekt, noemde het blad 'insolent, impertinent, vrijpostig, ongemanierd'. Maar hij steunde wel een subsidie-aanvraag voor weer een nieuw plan. Want Frans Smits borrelde altijd over van ideeën. Er kwam een top-tien van machtigste historici, en daarna van meest productieve historici; allebei ironisch bedoeld, maar ze gingen wel van hand tot hand.

Hij was aimabel, maar dwars is hij ook altijd ook gebleven

Smits bracht het blad onder bij een serieuze uitgever (VBK), waar het al snel Filosofie Magazine inhaalde als paradepaardje. Ook buiten het maken van HN om kwam Smits met het ene na het andere initiatief. Hij bedacht het blad Maarten! rondom publiekshistoricus Maarten van Rossem.

De Volkskrant werkte tot het laatst met Smits samen, meestal bij activiteiten die in zijn brein waren ontstaan. Smits bedacht de Nacht van de Geschiedenis, de Geschiedeniskrant, en de Grote Geschiedenis Prijs, die later Libris Geschiedenis Prijs ging heten. Die prijs was de bijdrage aan de brede geschiedschrijving waarop Smits 'echt trots' was, zoals hij zei in het boek 'Niet gehinderd door schroomvalligheid', over de geschiedenis van HN.

De laatste jaren werd de positie van Historisch Nieuwsblad moeilijker, de concurrentie harder. Met publieksbladen in het algemeen ging het minder, en tegen zijn zin moest Smits van zijn bazen verder populariseren. Dat liep uit op een naargeestig conflict met uitgever VBK. Het zag er net naar uit dat beide partijen tot een vergelijk waren gekomen, toen het noodlot toesloeg. Frans Smits heeft geleefd voor de geschiedenis. Hij is gestorven tussen de geschiedenisboeken, zijn echte vrienden.

Frans SmitsBeeld Sander Heezen