Op 27 juli schrapte de Belgische Mededingingsautoriteit een door de FEI opgelegde exclusiviteitsclausule. Met die clausule wou de FEI de oprichting van de Global Champions Leaugue verhinderen. Met de Global Champions League zullen de organisatoren van de Global Champions Tour vanaf 2016 ook een landencompetitie brengen en de FEI ziet daar concurrentie voor de eigen Furusiyya Nations Cup in. De FEI wou die concurrentie voorkomen door ruiters die aan niet door de FEI goedgekeurde competities deelnemen, zes maanden lang deelname aan wel door de FEI erkende evenementen te ontzeggen. Die clausule liet de GCL-organisatie nietig verklaren door de BMA, die de FEI verplichtte dat verdict op zijn website te publiceren. Die deed dat ook, maar op een weinig zichtbare plaats en in bedekte termen. De BMA verlangt nu een nieuwe publicatie, op twee verschillende plaatsen op de website, waarin de ruiters honderd procent duidelijk gemaakt wordt dat ruiters en paarden die aan de Global Champions League deelnemen geen schorsing riskeren. Bovendien moet de door de BMA goedgekeurde tekst verzonden worden naar de nationale federaties, de internationale Jumping Riders Club en de vereniging van jumpingorganisatoren.

“De ruiters die aan de Global Champions League willen deelnemen, werden immers in het ongewisse gelaten en verwachtten een verduidelijking van de FEI”, verklaarde de advocaat van de GCL.

De FEI ondernam inmiddels gerechtelijke stappen tegen de beslissing van de BMA. Er werd een zaak ingediend bij het beroepshof van Brussel. Die zaak komt echter pas in maart voor en een uitspraak wordt pas in april verwacht, wanneer de GLC al van start zal zijn gegaan. De FEI vroeg in kort geding het verdict van de BMA tot dan op te schorten, maar ving bot.