Direct naar artikelinhoud
Column

Predikers van vrede duwen opvolgers richting escalatie

Een militaire parade in Pyongyang in op 15 april.Beeld reuters

Politici die appeasement prediken zijn populair. Het lijkt alsof ze 'de vrede' redden. Maar ze duwen hun opvolgers richting 'oorlog'. Noord-Korea is een pijnlijk voorbeeld.

Voor het eerst sinds de Cubacrisis in oktober 1962 dreigt een nucleair conflict. Toen trok president Kennedy een lijn met de blokkade van Cuba; de Sovjet-Unie bond in. Nu zet president Trump met fire and fury een pistool op het voorhoofd van Kim Jong-un, ingeval hij een aanval op de VS uitvoert. Amerika hanteert de strategische doctrine dat het geen atoomdreiging van Noord-Korea duldt. Presidentskandidaat Hillary Clinton bevestigde in 2016: 'We zullen niet toestaan dat Noord-Korea atoomwapens heeft die hun doelen kunnen bereiken.'

Amerika belandde op dit punt na jarenlange appeasement. President Bill Clinton sloot in 1994 een 'Agreed Framework' met Noord-Korea nadat inspecteurs van het atoomagentschap AIEA hadden gemerkt dat het rommelde met de plutoniumvoorraad. Amerika beloofde Noord-Korea twee lichtwaterenergiecentrales en olieleveranties, in ruil voor stopzetting van het atoomprogramma.

In 1998 merkten inspecteurs dat Noord-Korea ongestoord doorging. Clinton zag het door de vingers. Hij dacht dat het regime zou ineenstorten voordat het kernwapens had. Valse hoop. President George W. Bush wilde met Noord-Korea onderhandelen nadat het een eerste atoomproef hield in 2006. Bush, al verwikkeld in twee andere oorlogen, kon geen vuist maken.

President Obama deed niets. Hij bepleitte 'strategisch geduld'. Maar liefst vier atoomproeven vonden plaats tijdens zijn presidentschap. Obama's 'rode lijnen' in Syrië, die niet werden afgedwongen, gaven Noord-Korea de kans het atoomprogramma te versnellen. Voormalig vicepresident Al Gore zei in Newsweek: 'Trump heeft deze crisis geërfd. Men kan hem niet de schuld geven.'

Trump trok aan de noodrem via een waarschuwing waarvan zowel China als Noord-Korea weet dat hij het meent. Als Noord-Korea Amerikaans grondgebied aanvalt, zal het Amerikaanse leger dat land terugvoeren naar het Stenen Tijdperk.

Een militaire parade in april in Pyongyang. Afbeelding vrijgegeven via het staatspersbureau.Beeld reuters

De nucleaire filosofieën van de VS en Noord-Korea staan haaks op elkaar. Kim Jong-un denkt dat inzetbare atoomwapens de enige verzekeringspolis vormen voor het voortbestaan van zijn regime. Inzetbaar betekent dat deze niet alleen de bondgenoten van Amerika in de regio, Japan en Zuid-Korea, kunnen bereiken, maar ook de VS zelf. Die gedachte maakt Noord-Korea voor de VS een existentieel gevaar.

In 1999 sprak journalist Tim Russert in het tv-programma Meet the Press met een gast die pleitte voor de preventieve uitschakeling van het nucleair potentieel van Noord-Korea. 'Als we wachten, staan er over jaren atoomkoppen op Amerikaanse steden gericht'. Die gast was Donald Trump, vastgoedmagnaat en mogelijk ooit presidentskandidaat.

Eenmaal aan de macht zette Trump meteen zijn kaarten op een strategisch partnerschap met China. Hij nodigde de Chinese president Xi Jinping uit in zijn buitenverblijf Mar-a-Lago. Doel was druk op China om Noord-Korea aan te pakken. Net als het Amerikaanse beleid was ook het Chinese beleid dubbelzinnig: zacht slaan en veel zalven. Een mislukking, want het atoomprogramma van Noord-Korea ging onverminderd door.

Net als het Amerikaanse beleid was ook het Chinese beleid dubbelzinnig: zacht slaan en veel zalven

Onder Kim Jong-un verslechterde de relatie tussen China en Noord-Korea aanmerkelijk. Xi is de enige Chinese president die Noord-Korea (nog) niet heeft bezocht. Aanvankelijk was dat land een Chinese pion in de regio tegen de VS, Japan en Zuid-Korea. Zoals Amerika Taiwan gebruikte tegen China. Noord-Korea was voor China het enige bolwerk tegen een herenigd Korea binnen Amerikaanse invloedsfeer.

Intussen zit China in een groter geostrategisch scenario. Het groeit uit tot 'wereldmogendheid' met intercontinentale transportlijnen en wereldwijde afzetmarkten. Noord-Korea is een lastpost, economisch afhankelijk van China. De Chinese hulp is behoorlijk ingeperkt. De Chinese bevolking voelt misprijzen voor dit stalinistische relikwie. Kim Jong-un heet in de Chinese volksmond 'Jin San Pang', Kim-3 de dikke.

Washington combineert militaire druk op Noord-Korea met diplomatieke kanalen om met China een uitweg te vinden. Mogelijk overschat Amerika de Chinese greep op Kim, die denkt dat atoomwapens zijn regime 'onaantastbaar' hebben gemaakt. Ook tegenover China.

Het pokerspel is machtspolitiek in de meest naakte vorm. Wang Yi, de Chinese minister van Buitenlandse Zaken, zei in april bij de Verenigde Naties dat het Chinese woord voor crisis - 'weiji' - uit twee karakters bestaat: 'wei' van gevaar' en 'ji' van kans.

Hopelijk is er nog een 'kans' na jarenlange appeasement dat het 'gevaar' enkel heeft vergroot.