Direct naar artikelinhoud
ontbossing Borneo

Ontbossing op eiland Borneo vraagt om harde aanpak

Brandende boomstronken op Palangkaraya op Borneo, waar bos plaatsmaakte voor een palmolieplantage.

Om verdere ontbossing op het eiland Borneo te voorkomen, zijn drastische maatregelen nodig. Dat blijkt uit onderzoek van Carina van der Laan. Zij promoveerde onlangs aan de Universiteit Utrecht.

De ontbossing op Indonesië voltrekt zich de laatste jaren in een steeds hoger tempo, aldus Van der Laan. Tussen 1990 en 2009 verdween op Borneo in de West Kutai en Mahakam Ulu districten in Oost Kalimantan, Indonesië bijna 10 procent bosareaal. Dat is een gebied van 300 duizend hectare, ongeveer de oppervlakte van de provincie Friesland.

De bossen werden grotendeels vervangen door rubber-, pulp- en palmolieplantages. De veranderingen in landgebruik hebben een negatief effect op de biodiversiteit in de regio. Zo nam het aantal plantensoorten sterk af: van meer dan 400 tot 365 soorten per 100 vierkante kilometer.

Van der Laan vergeleek diverse wat-als-scenario's voor de toekomst. Bijvoorbeeld: wat als de oliepalm-, pulp- en rubberplantages zich verder uitbreiden?

Braakliggende grond

Uit de analyses bleek dat twee maatregelen het meest effectief zijn om ontbossing tegen te gaan: het gebruik van braakliggende gronden voor landbouw en het verhogen van de opbrengst per gewas. Beide maatregelen zijn echter lastig in de praktijk te realiseren.

'Op papier zijn vele gronden braakliggend. Maar als je ter plaatse gaat kijken, blijken ze toch in gebruik te zijn bij kleinschalige boeren voor hun levensonderhoud. Er moeten teams langsgaan om traditioneel landeigendom te controleren', zegt van der Laan. 'Daarnaast moeten er duidelijke afspraken komen over wat braakliggende grond is.' Als grond na een brand geregistreerd wordt als braakliggend, zullen bedrijven en boeren opzettelijk bossen platbranden om landbouwgrond uit te breiden', aldus bioloog Erik Meijaard van Borneo Futures. Dit probleem speelt al geruime tijd.

'Er moeten teams langsgaan om traditioneel landeigendom te controleren'
Carina van der Laan promoveerde onlangs aan de Universiteit Utrecht.

Er zijn uiteenlopende manieren om de opbrengst per gewas te verhogen, zoals het gebruik van de juiste voedingsstoffen of de selectie van sterke gewassen. Grote bedrijven hebben het geld om deze technieken toe te passen. Lokale boeren zijn echter lastig te bereiken. Bovendien is het bestuur in Indonesië gedecentraliseerd. Beslissingen van de regering sijpelen maar langzaam door naar lagere bestuursorganen zoals provincies en districten.

De nieuwe studie belicht vooral de toenemende rol van monoculturen in ontbossing, het steeds weer bebouwen van stukken grond met dezelfde gewassen, zowel door bedrijven als lokale boeren. Op satellietbeelden is te zien hoe tussen 1990 en 2000 houtkap, pulpplantages en kleinschalige landbouw het regenwoud vervangen. Na 2000 is vooral de aanplanting van monoculturen verantwoordelijk voor het verdwijnen van bossen.

Greenpeace-activisten protesteren met een reusachtig doek, op een platgebrand stuk grond.

'In het algemeen worden de grote industrieën gezien als de belangrijkste oorzaak van ontbossing. Maar als de lokale bevolking het ontbossingproces begint, leidt dat tot andere politieke inzichten', zegt Meijaard. 'De komende drie jaar wordt in Indonesië bijna 13 miljoen hectare bos teruggegeven aan de lokale bevolking onder de aanname dat dit zal leiden tot minder ontbossing. Ik ben bang dat dit nogal naïef is. In veel gevallen staan grote bedrijven te springen om het land op te kopen en er grote velden oliepalm van te maken.'

Het is dus belangrijk dat de lokale bevolking goed wordt voorgelicht

Het is dus belangrijk dat de lokale bevolking goed wordt voorgelicht. 'Verschillende non-profitorganisaties brengen lokale boeren kennis bij. Lokaal hebben deze programma's een sterk effect, maar nationaal is dit onvoldoende', aldus van der Laan. 'Ik pleit dan ook voor samenwerking tussen overheden, non-profitorganisaties, lokale boeren en grote bedrijven.'

Bioloog Niels Raes van museum Naturalis in Leiden - niet betrokken bij de nieuwe studie - spreekt van 'een zeer zinvol onderzoek dat zeker nuttig zal zijn voor beleidsmakers.'