Direct naar artikelinhoud

'Ik wil net zo snel kunnen werken als ik denk'

Op zijn 20ste promoveerde hij op een onderzoek naar hoe mensen wiskundige kennis opdoen.

Stefan Buijsman: 'Als mensen mijn leeftijd horen, is er meestal een shockfase.'

Als 9-jarige ging de nu 21-jarige Stefan Buijsman naar de brugklas, als 15-jarige slaagde hij voor zijn vwo met 13 vakken, op zijn 18de studeerde hij in Leiden af als filosoof. Op zijn 20ste is hij gepromoveerd aan de universiteit van Stockholm op een onderzoek naar hoe mensen wiskundige kennis opdoen. In Zweden is hij de jongste doctor ooit, in Nederland deelt hij die titel met Floor Sietsma. 'We waren op de dag af even oud toen we promoveerden.'

Was je er altijd al zo vroeg bij?

'Vanaf mijn 2de zijn mijn ouders half Nederland met me afgereisd om musea te bezoeken. Ik wilde zo veel mogelijk nieuwe indrukken opdoen, zo hebben ze me later verteld. Op de basisschool heb ik drie klassen overgeslagen.

'In Leiden ging ik informatica en sterrenkunde studeren, maar na een jaar besefte ik dat die studie me niet lag. Ik heb geen geduld om een dag in het laboratorium te staan. Zo kwam ik op filosofie uit. Ik wil net zo snel kunnen werken als ik denk, dat daagt me uit.'

Ik wil net zo snel kunnen werken als ik denk

Tik je met tien vingers om je gedachten bij te houden?

'Haha, dat lukt wel. Ik lees eerst veel en denk er uitgebreid over na. Dan zet ik in een dag of twee mijn gedachten op papier. In de avonden en weekends doe ik niks, want het lezen, denken en schrijven kost me intellectueel veel energie. Meer dan 35 uur werken kan ik niet. Ik heb in Stockholm anderhalf jaar over mijn proefschrift gedaan.'

Hoe reageren mensen op je leeftijd?

'Als mensen mijn leeftijd horen, is er meestal een shockfase: 'Je bent echt heel jong!' Dan vertel ik het standaardverhaal, dat ik er altijd al vroeg bij was. Dat ben ik intussen wel gewend. Tegenwoordig denkt men vaak dat ik eind 20 of begin 30 ben, maar dat ik er jonger uitzie.'

Als mensen mijn leeftijd horen, is er meestal een shockfase

Waar gaat het proefschrift over?

'Over hoe gewone mensen aan wiskundige kennis komen. Een aantal filosofen heeft zich bezig gehouden met die vraag. We hebben immers van nature geen contact met getallen, het is iets abstracts. Maar alle bestaande filosofische theorieën gelden alleen voor professionele wiskundigen, over hoe zij bijvoorbeeld stellingen bewijzen.

'Mijn proefschrift bestaat uit driehonderd pagina's met als conclusie: iedereen heeft ongelijk. Zo doen filosofen dat onderling: ze ontkrachten bestaande opvattingen en ze ontvouwen vervolgens een nieuwe theorie. De komende drie jaar, als postdoc in Stockholm, wil ik de vraag beantwoorden hoe het dan wel zit.'

Hoe leert een kind rekenen?

'Dat gaat in fases. Als 2-jarige kun je wel al getallen opnoemen, maar ze betekenen nog niets voor je. Als je peuters vraagt één ding aan te geven, dan geven ze een willekeurig aantal dingen.

'De volgende stap is dat je het onderscheid tussen één en meer dingen daadwerkelijk ziet. En zo gaat het verder.'

Filosofen ontkrachten bestaande opvattingen

Waarom zijn zoveel mensen 'bang voor wiskunde' en zeggen ze trots dat ze er 'niks van snappen'?

'Ze beschouwen wiskunde als nutteloze kennis: je gebruikt het toch nooit. In het dagelijks leven hoef je inderdaad nooit een integraal uit te rekenen. Ik had op mijn eindexamen ook maar een 6,5. Docenten zouden beter moeten uitleggen dat wiskunde je helpt alledaagse zaken te begrijpen. Bijvoorbeeld hoe Google zoekresultaten vindt, of hoe onderhandelingen werken.

'In Zweden was er dit voorjaar al aandacht voor mijn proefschrift. Een uitgever heeft me gevraagd een kinderboek te schrijven en dat heb ik in de zomer gedaan. Het is een avonturenverhaal geworden dat duidelijk maakt waar allemaal wiskunde in zit. Het is trouwens een boek zonder sommen. Ik weet nog niet of het wordt uitgegeven.'

Ik heb wel de vage ambitie om voor mijn 30ste professor te zijn

En nu? De jongste hoogleraar worden?

'Dan had ik al op mijn 18de hoogleraar moeten worden. Enkele jonge hoogleraren hebben hun promotie overgeslagen omdat ze een heel spannend wiskundig vraagstuk hebben bewezen. Maar ik heb wel de vage ambitie om voor mijn 30ste professor te zijn.'