Column Liesbeth Goedbloed: Ik voel me zo pluk, pluk
‘Pluk, pluk, ik voel me zo pluk, pluk!’ In mijn hoofd dwalen allerlei losse flarden tekst rond en dit is zo’n flard: een herinnering aan een strip van Heinz de Kat die een levensblij ei voorbij ziet huppelen, onder het zingen van deze, blijkbaar onvergetelijke, woorden. Ik voel me vandaag ook een levensblij eitje. Vooral omdat er daadwerkelijk wat te plukken valt. Achter het huis, langs de randen van een groot en altijd leeg parkeerterrein, ziet het zwart van de bramen. En voor mijn huis ziet het blauw van de druiven. Die druif staat in een armetierig klein bakje grond – hij mag aarden in een ondiepte van 20 cm en een smalte van 30 cm – maar mijn verwachting dat een plant die de hete hoogvlaktes van Spanje overleeft, ook wel kan aarden in dit schamele stukje grond, is werkelijkheid geworden. Er zitten zo’n veertien druiventrossen aan. Wel zijn het uitzonderlijk pitrijke druiven, zodat Ies en Lea ze niet lusten, en hebben ze ook niet de pornografische gezwollenheid van winkeldruiven, maar je kunt nu eenmaal niet alles hebben.
Wat ik naast diepblauwe druiven nog wel kan hebben zijn tomaten. Van struiken waar ik geen vinger naar heb uitgestoken – o, wat was ik een luie moestuinier dit jaar! – maar die toch doorbuigen onder de groene vruchten. Ik voel me nog steeds zo pluk, pluk en even later liggen mijn vensterbanken vol met tomaten. In de zon kleuren ze wel bij. Een mooi vooruitzicht, want dan kan ik volgende week mijn lekkerste tomatenrecept maken: tarte tatin met kruidnagel, knoflook, witbier, balsamico-azijn en heel veel tomaat.