lancering in 1959 vanaf Cape Canaveral LC5, van de VS ruimtesonde Pioneer 4.
Pioneer 4 wordt in een baan geschoten die de sonde nabij de maan moet brengen.
Het is het 1ste VS tuig dat aan de aantrekkingskracht van de aarde weet te ontkomen.
De sonde passeert de maan op 4 maart om 23u24min, op een afstand van 60.000 km. Dit was te ver om de eigenlijke maanmetingen uit te voeren.
Het hoofddoel van pioneer 4 – de maanpassage en zonsorbit 147/169 mkm – werd verwezenlijkt, met radiokontakt gedurende 82 uren tot 655.000 kilometer ver. De sonde draait in 392 dagen om de zon.
(afbeelding: model van deze sonde)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1959-013A (nu 1)
Norad ID: 113
Lanceertuig: Juno II Jupiter AM-14
Massa: 18/6,10 kg.
vertrek in 1969 van de ruimtecapsule Apollo 9 (Norad ID: 3769), voor een 10-daags verblijf in een baan om de aarde.
Tijdens deze missie worden systemen en apparatuur getest voor de latere bemande maanvluchten.
Vier uur na de lancering wordt de CSM-LM combinatie afgekoppeld van de Saturn raket en begint de bemanning aan de opdracht. Deze omvat oa het testen op 6 maart door Scott en Schweickart, van de ruimtepakken die later op de maan zullen gebruikt worden. Op 7 maart komt de LM (Spider) met McDivitt en Schweickart aan boord tijdelijk los van de CSM (Gumdrop) en verwijdert zich 180 km. Na 6 uren koppelen ze terug aan en voeren gedurende de resterende dagen orbitale maneuvers uit.
De inzittenden zijn:
James A.McDivitt, bevelhebber,
David R.Scott, CM piloot,
Russell L.Schweickart, LM piloot.
lancering in 1972 vanaf Cape Canaveral LC36A, van de VS ruimtesonde Pioneer 10.
Deze missie is de eerste die naar het buitenste van ons zonnestelsel gestuurd wordt en de eerste naar de planeet jupiter. Het ruimtevaartuig bereikt zijn dichtste nadering tot jupiter op 4 december 1973, op ongeveer 200.000 km. Pioneer 10 vloog dan door naar de interstellaire ruimte in de richting van de rode ster Aldebaran, die het oog van de Stier vormt. De reis over een afstand van 68 lichtjaren naar Aldebaran zal ongeveer twee miljoen jaar vergen. De continue tracking en gegevensverwerking werden op 31 maart 1997 beëindigd om budgettaire redenen. Het signaal van het ruimtevaartuig is voor het laatst waargenomen op 23 januari 2003.
(afbeelding: vrije voorstelling van de sonde in de ruimte)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1972-012A
Norad ID: 5860
Andere namen: Pioneer F
Lanceertuig: Atlas SLV-3C Centaur AC-27
Massa: 258kg.
geboorte in 1942 te Beloye – Minsk, van Vladimir Vasilyevich Kovalyonok.
Belarussische piloot/cosmonaut.
Lid van Luchtmacht 4-1967 groep.
Maakte ruimtevlucht als gezagvoerder in Soyuz 25, Soyuz 29(31) en Soyuz T4.
Verbleef 216,38 dagen in de ruimte.
Maakte 1 ruimtewandeling van 2u05’.
Was cosmonaut tot 23 juni 1984.
geboorte in in 1946 te Warsaw - New York, van James ‘Jim’ Craig Adamson.
Amerikaanse missiespecialist/astronaut.
Lid van Nasa 10-1984 groep.
Maakte ruimtevlucht als missiespecialist in STS 28 en STS 43.
Verbleef 13,93 dagen in de ruimte.
Was astronaut tot augustus 1992.
geboorte in 1949 te Sunnyside – Washington, van Dr Bonnie Jeanne Dunbar.
Amerikaanse missiespecialist/astronaute.
Huwde astronaut Ronald Sega.
Lid van Nasa 9-1980 groep.
Maakte ruimtevlucht als
missiespecialist in STS 22/61A, STS 32 en STS 71; en
ladinggezagvoerder in STS 50 en STS 89.
Verbleef 50,35 dagen in de ruimte.
Was astronaute tot september 2005.
geboorte in 1949 te Cordova – Alabama, van James Shelton ‘Jim’ Voss.
Amerikaanse missiespecialist/astronaut.
Lid van Nasa 12-1987 groep.
Maakte ruimtevlucht als
missiespecialist in STS 44, STS 53 en STS 101;
ladinggezagvoerder in STS 69; en
ISS expeditielid in STS 102(105).
Verbleef 202,23 dagen in de ruimte.
Maakte 4 ruimtewandelingen - samen 22u45’.
Was astronaut tot juni 2003 en bleef aktief als ruimtevaartmedewerker.
selektie in 1992 van de NPOE-10 ingenieur/cosmonauten
Aleksandr Lazutkin,
Sergei Treshchov,
Pavel Vinogradov.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1967: een SU wetenschapssatelliet DS-U2-M;
in 1971: de CN technologiesatelliet ShiJian en een SU fotoverkenner Zenit-4M;
in 1977: een SU fotoverkenner Zenit-6;
in 1980: een VS afluistersatelliet NOSS 3;
in 1982: een SU militaire waarschuwer Oko;
in 1987: het MIR cargoschip Progress 28 en een SU ELINT satelliet Tselina-D.
in de rand:
- In zijn boek “Bezoekers uit de ruimte” beweert de auteur dat na de “belevenissen” van de Apollo 8 bemanning, de Amerikaanse regering pogingen ondernam ter bewapening van Apollo 9. Of er effektief bewapening aangebracht werd vermeldt hij niet.
|