Hij is niet tegen het nieuwe, niet tegen de vooruitgang, niet tegen de aardse geneugten doch is tegelijk levenswijs. Het leven zowel als zijn aard maakte hem enigermate filosofisch berustend. Hij laat zich niets wijsmaken, verwacht niet te veel, doch verheugt zich over het goede om hem heen en dat alles vormt zijn tevreden zijn, zijn content zijn.