Ik ben Everaert Albert, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Awbeir (Eeklo's voor Albert).
Ik ben een man en woon in Eeklo (België) en mijn beroep is ...bloggen.
Ik ben geboren op 11/02/1948 en ben nu dus 76 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: mijn blog, foto's, computer, fietsen...
De wet bepaalt dat de stadsontvanger elk jaar niet alleen zijn balans van inkomsten en uitgaven te boek stelt, maar ook dat hij dit alles kan staven met rekeningen en facturen. Om eventuele controles mogelijk te maken, moeten die documenten ook bewaard worden.
Aanvankelijk was dit een doodeenvoudig werkje: in het begin van de 19de eeuw had de ontvanger nog niet de helft nodig van wat zijn 18de-eeuwse voorgangers aan hun auditeurs voorlegden. Merkwaardig, gezien het fel gestegen aantal inwoners … Maar de tijden veranderen. Konden van deze "bewijsstukken" eerst drie jaar in één doos, in de Hollandse periode werd één doos per jaar de standaard, en dat bleef zo gedurende bijna een eeuw..
Het keerpunt kwam met de Eerste Wereldoorlog. Door de vele paperassen en de extra personeelsleden bleken opeens vier à vijf dozen per jaar onvermijdelijk. Na de oorlog zakte dit aantal weer tot twee per jaar, maar in 1940 begon de papierslag opnieuw, met vijf à zeven dozen per jaar. Eind jaren vijftig werd acht à tien dozen gebruikelijk, in 1970 werden de vijftien bereikt. Het jaar 1976 doorbrak de muur van de twintig, meteen met vierentwintig stuks. De dertig werd gehaald in 1981, de veertig in 1992, en 1999 stoomde meteen door naar 61 ! Resultaat: de collectie bewijsstukken is vèruit de omvangrijkste van heel het Stadsarchief, en beslaat bijna 250 strekkende meter plankruimte.
Vanzelfsprekend wordt geregeld de vraag geopperd of het wel zin heeft dit allemaal te bewaren. Het Eeklose Stadsarchief kan dit nog wel zonder problemen aan, maar grotere steden zoals Gent, waar er elk jaar dertig meter en meer bijkomen, zien de opslagruimte heel snel slinken … .
Om daaraan tegemoet te komen, bepaalde de wetgever dat het voor de periode vanaf 1950 volstaat één jaar op de zes te bewaren. Bijvoorbeeld: 1950, 1956, 1962, 1968 … - de laatste tien jaar moeten natuurlijk wel controleerbaar blijven. Een flinke opruiming, met andere woorden.
Het Eeklose archief heeft besloten dit alsnog niet te doen. Op het eerste gezicht zijn er nochtans weinig argumenten tegen deze maatregel. Bevatten de oude bewijsstukken nog veel waardevolle stukken in verband met lokale bedrijven (briefhoofden, adressen, leidinggevende personen …) vanaf de jaren zestig zien we die documenten versoberen tot zelfs eenvoudige witte A-4'tjes met alleen maar een getypte tekst – om van het troosteloze kettingpapier maar te zwijgen.
En deze beslissing is lonend gebleken. Zo kon een student communicatiewetenschappen geholpen worden met veertiendaagse afrekeningen van de vermakelijkheidsbelasting op de in Eeklo vertoonde films, zodat zelfs het succes van vele titels precies te volgen was!
Zoals vroeger al gezegd gaat men bij de aanleg van het nieuwe fietspad op de oude spoorbedding het reeds bestaande stuk gebruiken. Dit stuk aan de Spoorwegstraat krijgt wel een nieuwe asfaltlaag. Begin van de week heeft men dit nu effen geschraapt en het groen aan de zijkanten weggedaan. Dit wijst er toch op dat het niet zo lang meer zal duren dat de asfalt zal gegoten worden.
Op de tweede werf (appartementsblok) in de Dullaert zal men maar één 'statie' hoog gaan zo te zien. Men is aan het dak begonnen. Misschien dat dit ook wel als appartement zal dienen maar hoger zal men dus niet gaan.
In Eeklo is men steeds rijk aan wielerkampioenen geweest en begin jaren zestig zag het er sterk naar uit dat Wilfried Bonte de zoveelste kampioen in het rijtje zou worden. Enkele tegenslagen hebben er echter anders over beslist.
Wilfried werd geboren op 4 juni 1941 als zoon van de welbekende cafébaas Oscar Bonte uit de Kaaistraat. Reeds van op zeer jonge leeftijd zat het wielrennen bij Wilfried in het bloed : op 15-jarige leeftijd debuteerde het kleine, maar dappere ventje bij de onderbeginnelingen. Onmiddellijk had hij het gevoel dat het wel zou lukken en hij maakte de logische overstap naar de nieuwelingen BWB. Waar hij ook meer dan zijn mannetje kon staan. Zo werd hij in 1960 kampioen van het Meetjesland.
Maar in 1961 dreigde het verplichte verblijf in het Belgisch leger roet in het eten te gooien. Een volledig jaar moest hij noodgedwongen van alle koersbedrijvigheid afstand nemen. Maar van zodra de legerdienst tot het verleden behoorde nam Wilfried Bonte de koersdraad weer op. En met welk gevolg ! Nadat hij in 1962 nog enkele wedstrijden bij de nieuwelingen had afgewerkt nam hij een vergunning als liefhebber. Zijn eerste koers in die hogere categorie was de Omloop Het Volk maar een val bij het binnenkomen van Gent kostte hem een dichte ereplaats. Ook in zijn tweede amateurswedstrijd te Harelbeke maakte Wilfried kennis met de harde straatstenen en hield er een sleutelbeenbreuk aan over. Vier weken verplichte rust. Maar nadien begon het wagonnetje te rollen : 10 overwinningen en liefst evenveel keren tweede. In totaal eindigde Wilfried dat jaar 46 keer in de eerste vijf. Van een geslaagde overstap gesproken, zeker als je weet dat Wilfried niet over een scherp spurtwapen kon beschikken. Die sterke resultaten waren ook de bondsmensen in Brussel niet ontgaan, wat resulteerde in een selectie voor het wereldkampioenschap ploegentijdrijden in het Italiaanse Brescia. Een discipline die toen overigens voor het eerst in de geschiedenis op het programma van de wereldkampioenschappen stond. Samen met Wilfried Bonte waren ook de drie andere Belgische deelnemers trouwens lid van de Wielerclub VC ’t Meetjesland, met name Jos Timmerman uit Knesselare, Urabin De Brouwer uit Ursel en Pol Vergauwe uit Sint-Laureins. Een gebrekkige voorbereiding zorgde ervoor dat onze Meetjeslanders pas op een zestiende plaats konden eindigen.
Die goede resultaten had Wilfried waarschijnlijk ook voor een stuk te danken aan zijn goede samenwerking met oud-wielerkampioen Albert Ramon, die hem met woord en daad bijstond.
Achteraf bekeken bleek 1962 evenwel een éénjaarsbevlieging als amateur. Want het jaar nadien ging het heel wat minder : het seizoen 1963 startte in mineur door een zware griepaanval maar het was vooral een val in Tielrode die een zware streep door de rekening bleek te zijn. Amper waren de gevolgen van die val (onder meer twee gebroken vingers) achter de rug of de kleine Bonte werd op training door een auto omver gekegeld. Allerlei inwendige verwondingen zorgden ervoor dat Wilfried tot een heel stuk in de winterperiode bedlegerig was. Helemaal hersteld maakte Wilfried zijn debuut als… meubelmaker. Overtuigd dat hij ook daarmee zijn brood zou kunnen verdienen maakte Wilfried Bonte in 1964, enigszins verrassend voor zijn vele supporters, bekend dat hij zou stoppen als wielrenner. Ook vandaag nog zijn velen ervan overtuigd dat een groot talent voor de wielersport toen verloren ging…
(Mark Van Hamme)
Wilfried in zijn ouderlijk huis in de Kaaistraat
Een huldiging van Wilfried met in het midden 'Berten' Ramon.
Het ziet er naar uit dat aan de nieuwe parking ook een nieuw fietspad zal worden aangelegd. Aansluitend op het bestaande, zie witte strepen vooraan op de foto, heeft men vandaag al een heel stuk aangelegd.
Op deze foto ziet men het beter. Helemaal links ligt het oude fietspad en ik sta op het pad dat men vandaag heeft aangelegd. Het ziet er hier wel breder uit dan vooraan.
Voorlopig stopt het hier. Morgen gaan we nog wel eens kijken hoever ze dan zullen gekomen zijn.
Grote drukte vooraan in de Boelare. Er is nog wat werk aan de boordstenen en er is de vraag als men eerst de straat zou gieten of het fietspad. We houden het voor u in het oog. Zoals vorige week gezegd zijn de boordstenen tot aan de A.Van Ackerstraat gegoten.
Iedereen zal wel weten dat de voorste vleugel van de Meidoorn nu helemaal is afgebroken. Hoe noemde deze school vroeger? Deze foto uit 1978 toont dat toen de gebouwen tot aan de muur kwamen. Het eerste gedeelte, tot waar het dak iets hoger wordt, is dus al een tijd geleden afgebroken. Nu ligt alles plat.
Enkele weken geleden werden de afbraakwerken doorgevoerd.
Op deze foto, ook uit 1978, die van de andere kant (Kaaistraat) is genomen kan men het hoogteverschil aan het dak beter zien. Weet iemand nog in welk jaar het eerste gedeelte werd afgebroken?
Deze foto nam ik enkele dagen voordat men met de volledige afbraak begon. Hier ziet men duidelijk tot waar de eerste afbraak gebeurd is.
Nu ziet het er op dezelfde plaats zo uit. Het is nu afwachten tot wanneer men met de heropbouw zal beginnen. Het nieuwe gebouw zou iets meer achteruit geplaatst worden zodat de baan hier iets breder zou worden om het drukke verkeer beter te laten verlopen.
Op de Eeklose Markt werd nog een inspectie doorgevoerd aan een Duitse tank. Het is een beetje opvallend dat er veel foto's zijn van de periode dat die tanks in Eeklo waren. Waarschijnlijk werden zij gebruikt bij de Duitse propaganda.
We hadden nog niet alles getoond van de verzameling van Willy Vernaet. Nu iets meer van de koekjes en speculoos welke vroeger in Eeklo wel in grote getale aanwezig waren.
Hier een verzameling van de bekenste merken welke we hadden. De Lilan, RVH, Vanhora...waar is de tijd.
Beschuit René was verder bekend dan in Eeklo alleen. Als ik me niet vergis was de fabriek in de Gentsesteenweg.
Van dit merk, Amazone speculoos, weet ik niet echt. Weet soms iemand hier nog van? Recht onder ziet men de prijs, 4 frank voor een doos.
Onder dit logo veroverden de Eeklose vlinders een stuk van de wereld. Nog niet zo lang geleden is een nieuwe Eeklose speculoosfabriek met het produceren van deze 'vlinderkes' herbegonnen.
Op deze foto zijn er enkele typerende dingen van vroeger samengebracht. Links de collectiebus die zowat in iedere winkel op 'den toog' stond. Als men geld in de bus van de Heilige Antonius stak maakte het hoofdje van het 'negerken' een knikkende beweging. Bijna ieder merk had een speciale asbak en werd iedere sigaret ontstoken met 'stekskes'. Van aanstekers was er nog niet veel sprake. Een oud pakje sigaretten maar daar achter zit een 'toebakdooze' verscholen. Vroeger werden de meeste sigaretten 'gedraaid' met losse tabak. Dan hebben we een typisch Krüger flesje. Daarnaast een spel kaarten want vroeger werd op café veel met de kaarten gespeeld. En als laatste de beroemde Van Hoorebeke jenever fles.
Volgende week het laatste luik van deze toch wel mooie verzameling.
Zo rijk en veelzijdig als het Stadsarchief is aan oude documenten, zo arm is het aan historische kaarten van zijn grondgebied.
Natuurlijk staat het dikwijls afgebeeld op landkaarten vanaf de zestiende eeuw, maar veel meer dan de naam en soms een summiere schets van de kerk krijgen we daar niet mee in handen. En dan hebben we het nog niet over de onhandige , meestal foutieve manier waarop de ter plaatse gemaakte schetsen aan elkaar werden gezet, zodat bijv. de Koning Albertstraat in het verlengde van de Boelare werd getekend …
Een gemiste kans was alleszins het opstellen van het landboek, waarin de toenmalige 3100 percelen van ons grondgebied werden opgemeten en beschreven. Het is om te beginnen rijkelijk laat: 1638 pas, Evergem had er al een in 1601. Maar veel vervelender: het boek zelf kostte zoveel geld, dat de geplande bijbehorende percelenkaart er nooit is gekomen. In enkele gevallen zijn er wel wat percelen geschetst op een verkoopakte of in een bezittingenregister van de een of andere religieuze instelling, maar een zicht op de structuur van het oude Eeklo krijg je daar niet mee.
Op die manier bleven de lokale historici heel lang op hun honger zitten. Voor eerste overzichtelijke weergave van de percelen is het wachten tot omstreeks 1840, wanneer voor de Belgische gemeenten een buurtwegenatlas wordt getekend. Een kleine twintig jaar later zijn er bekende Popp-kaarten, niet alleen zeer precies maar ook voorzien van een register op de eigenaars. Voor Eeklo zijn ze allebei van uitzonderlijk belang. De buurtwegenatlas toont de situatie vóór het graven van het Schipdonkkanaal, Popp tekende Eeklo vlak vóór de komst van de spoorlijnen en de grote fabrieken.
Nadien wordt het helaas weer behelpen. Het kadaster sukkelde decennialang verder met de door de industrialisering snel verouderende Popp, en bijgewerkte versies bleven daar strikt binnenskamers. Ons Stadsarchief beschikt over zo'n versie van omstreeks 1985, maar de 125 jaar sinds het origineel zorgen dikwijls voor vraagtekens.
Zoals reeds vroeger werd besproken, slaagden Freddy Pille en Erik De Smet er na jarenlang passen en meten in, de kaarten bij de landboeken van 1638, 1709 en 1796 te vervaardigen - het Hollands register (1820) wacht nog op afwerking. De digitale percelenlijsten daarvan zijn wel gereed. Nu het archiefteam tot een tiental vrijwilligers is uitgebreid, valt het niet uit te sluiten dat eerlang iemand een jaar van zijn vrije tijd aan dit kapitale werk wil besteden.
Het is nu wel al een tijdje geleden dat we nog eens een oude voetbalfoto plaatsten. Dit is de eerste ploeg van Balgerhoeke. Het juiste jaartal wist Robert Mercy niet maar het zou in de beginjaren '70 zijn geweest.
Staand vlnr. De Jaeger Edgard, Spittael Roland, De Smet Etienne, De Metsenaere Gerard, Robert Mercy, (?), Coene Willy.
Zittend vlnr. Bauwens Lucien, Van Thiegem Wilfried, Cassyn Leon, Verbeke Gilbert, De Smet Roger.
Vroeger was De Lustige Boer, gelegen op de spriet van de Oostveldstrat en de Antwerpse Heirweg, een druk bezocht café en als ik me niet vergis lag er achteraan een bolbaan. Maar zoals bij veel café's gingen de zaken hier ook achteruit en werd De Lustige Boer gesloten. Na een tijd van leegstand en vele speculaties wat het terug ging worden, er werd zelfs gesproken dat het ging afgebroken worden, ging De Lustige Boer terug open als feestzaal.
Heden ten dage ziet feestzaal De Lustige Boer, de zaak heeft nog altijd dezelfde naam, er zo uit. In grote trekken ziet het gebouw er nog hetzelfde uit. Het rechtse bijgebouw zit nu verscholen achter groen. De inkom is wel helemaal anders en ook de ramen zullen wel al eens vernieuwd zijn.
Op de rand van onze stad, Eeklo, ligt een klein natuurgebied. De Vrombautsput lag er verwaarloosd bij maar in oktober vorig jaar werd de start genomen van de opwaardering van dit gebied. Nu is dit ver afgewerkt en heeft de stad dit natuurgebied gekocht.
Van Julien Van De Genachte kreeg ik deze foto's. De Vrombautsput was oorspronkelijk een zandwinningsput voor de aanleg van de Expresweg. Dit moet ongeveer halverwege de jaren '70 geweest zijn.Door de jaren ontwikkelde dit terrein zich tot een waardevolle ecologische plaats. Deze grote waterplas is een belangrijke rol gaan spelen als overwinterings-en broedplaats van talrijke watervogels.
Hier hebben we een mooi beeld van de Vrombautsput zoals hij er nu bij ligt. Het is veel groter dan ik zelf dacht.
Dit is de zijkant die men door de 'kijkgaten' ziet. Voor de rust van de vogels is deze kant helemaal afgeschermd.
De Vrombautsput is (nog) NIET toegankelijk voor het publiek.