Ik ben Everaert Albert, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Awbeir (Eeklo's voor Albert).
Ik ben een man en woon in Eeklo (België) en mijn beroep is ...bloggen.
Ik ben geboren op 11/02/1948 en ben nu dus 76 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: mijn blog, foto's, computer, fietsen...
Dat een archief over een aantal naslagwerken en historische uitgaven moet beschikken, ligt voor de hand. In de grote leeszaal De Smet vindt de bezoeker dus verscheidene meters klappers, woordenboeken en veel gebruikte geschiedenisboeken.
Daarnaast schaften de archivarissen Achiel de Vos en Erik De Smet al vanaf de jaren tachtig een beperkt aantal standaardwerken aan voor de geschiedenis van Eeklo en omgeving. Meer was ook niet nodig, omdat het Heemkundig (thans Historisch) Genootschap van het Meetjesland vrijwel systematisch dit soort boeken bijhield. Aanvankelijk stonden die in rekken bij een bestuurslid, maar de snelle aangroei verplichtte de vereniging uit te zien naar een ruimer en voor lange tijd verzekerd onderkomen. En dat werd het Eeklose Stadsarchief.
Op het stadhuis namen de bibliotheek en de tijdschriftencollecties, samen toen zo’n 25 meter, één van de acht rekken boven de raadszaal in; het eigen boekenbezit van het archief , niet meer dan een paar meter, kon in één kast in het leeszaaltje. Bij de verhuizing naar de Industrielaan werden de twee boekenreeksen samengevoegd in één sectie, terwijl de tijdschriften in een andere terechtkwamen. Na de onvermijdelijke installatieproblemen kon daarop gewerkt worden aan een (digitale) inventaris.
Het hele systeem moest grondig herbekeken worden toen in 2007 ook de Eeklose V.V.V. zijn collecties onder het beheer van het Stadsarchief plaatste: die bracht namelijk niet alleen enkele meters tijdschriften mee, maar ook een bijna twintig meter grote boekenverzameling. Begin 2010 viel in overleg de beslissing om ook die te integreren in het systeem.
Deze werken zitten momenteel al in de laatste fase. Er is nu een kleine “bibliotheek van Meetjeslandse auteurs”, waarin publicaties van streekgenoten op de meest uiteenlopende terreinen worden bijgehouden. Wat betrekking heeft op (lokale) geschiedenis, folklore, politiek en maatschappij vond een onderkomen in een stilaan indrukwekkende archiefbibliotheek van bijna veertig meter.
Anders dan in de klassieke bibliotheken hebben de boeken hier geen eigen nummer, er zit alleen een etiket in met een aanduiding van de plank waarop zij thuis horen. De indeling daarvan is concentrisch: Eeklo, Meetjesland, Vlaanderen, België, Geschiedenis algemeen, andere domeinen. Omdat elke plank hooguit één meter boeken kan herbergen, is een gezochte band vrij snel terug te vinden, en nieuwe titels en delen van reeksen kunnen probleemloos worden bijgezet. Is een plank vol, dan wordt achteraan onder dezelfde naam een nieuwe voorzien. De verdere aanvullingen staan dan wel meters verderop, maar vormen één geheel in de inventaris.
Deze digitale inventaris wordt natuurlijk de kern van het systeem. Ook de inbrenger van elk boek staat erin aangeduid. Op die manier kunnen de betrokken verenigingen op elk moment met een paar klikken hun eigen verzameling overzien.
Dat in onze samenleving het beeld steeds vaker de tekst verdringt, kan in zowat elke periodieke publicatie vastgesteld worden. Het ligt dus voor de hand dat menig bezoeker van het Stadsarchief niet alleen documenten wil zien, maar ook op zoek is naar illustratiemateriaal.
De basis voor een fotoverzameling werd al gelegd eind jaren tachtig , toen de zeventien medewerkers van ‘Eeklo 750 jaar’ honderden opnamen bij elkaar brachten. Vele daarvan, origineel of afdruk, belandden achteraf in het Stadsarchief, waar toenmalig archivaris Erik De Smet ze in een drietal dozen verzamelde. Maar echt gebruikt werden ze daarna niet.
De belangrijkste stap vooruit was ongetwijfeld de opkomst van de opneembare cd in de laatste jaren van de 20ste eeuw. Hij deed zijn intrede in het archief eind 2001. Aanleiding was de stapel fotoalbums die Rita Van Hoecke bij de opzoekingen voor haar boek over Ten Doorn in het kloosterarchief had aangetroffen. Echtgenoot Freddy Pille scande die massaal in voor de eerste vier cd’s van de SATD-reeks (Schaduwarchief Ten Doorn). Vóór de overbrenging van dat archief naar het Generalaat in Gent kon deze reeks aangevuld worden met scans van zowat alle belangrijke documenten uit het klooster. In de tussentijd waren ook al “wereldlijke” cd’s samengesteld, o.a. over het stadhuis, de India Jute en het gesloopte huis Baudts in de Stationsstraat.
Een nieuwe impuls kwam er via de groeiende verkoopsites op het internet, waar enkele archiefbezoekers geregeld Eeklose ansichtkaarten konden aanschaffen. Hun collecties werden prompt ingescand, ze werden bestudeerd in ‘De Eeklose Dobbelgebakkene’ en uiteraard op cd gezet. Voorlopig eindresultaat: meer dan 1300 kaarten op 32 cd’s, gerangschikt per straat. Samen met de meer dan 800 ansichtkaarten van Ten Doorn (10 cd’s) vormen zij een unieke documentatiecollectie.
Daarop volgde een ware lawine. Willy Hamerlynck en Willy Buyck fotografeerden bijna volledig het beschermde oude kerkhof , zerk na zerk. Frederik De Cockers boek over de Eeklose textielsector resulteerde in cd’s over zowat elke grote fabriek in de stad, er kwamen uitgebreide reeksen over de St.-Vinentius- en de Paterskerk, en uit de bouwaanvragen kwamen ettelijke duizenden privé-foto’s te voorschijn, verzameld op 86 cd’s.
Op deze manier legde ons Stadsarchief in tien jaar tijd op meer dan 250 cd’s zo”n twintigduizend foto’s vast. De omstreden houdbaarheid van de drager speelt daarbij niet meer zo’n grote rol: enerzijds staat de verzameling op speciale professionele cd’s met lange levensduur, en anderzijds hebben bijna alle leden van het archiefteam thuis kopieën in hun kast staan. De kans dat een schijfje onherstelbaar verloren gaat, is dus miniem.
In de komende jaren zal de reeks uitgebreid moeten worden met scans van een groot aantal archiefstukken die in de dramatische jaren op de zolder van het Vredegerecht onherstelbare waterschade opliepen. Het archief werd nu eenmaal niet altijd gewaardeerd en gekoesterd zoals tegenwoordig …