Ik ben Everaert Albert, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Awbeir (Eeklo's voor Albert).
Ik ben een man en woon in Eeklo (Belgiƫ) en mijn beroep is ...bloggen.
Ik ben geboren op 11/02/1948 en ben nu dus 76 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: mijn blog, foto's, computer, fietsen...
Het Eeklose Stadsarchief beschikt al ruim een decennium over een benijdenswaardige reeks heruitgaven van de oude landboeken, die in de digitale versie ook op zoektermen kunnen werken. In 2006 zette wijlen Erik De Smet een belangrijke stap naar de voltooiing door de uitgave van het Franse landboek (1796-98). Sindsdien is het Hollandse landboek nog het enige hiaat in de reeks, die afgerond wordt met de Popp-legger en het moderne kadaster.
Maar in feite klopt het plaatje niet. Zowel van de Franse als van de Hollandse periode zit in het archief alleen een quoteboek. Een quoteboek is eigenlijk niet meer dan een (min of meer alfabetische) lijst van de grondeigenaars, met achter hun naam telkens de betrokken percelen met hun oppervlakte en ligging. In tegenstelling tot in het Ancien Regime worden dus geen pachters/gebruikers vermeld.
Dank zij de computertechniek kan zo’n quoteboek wel verbouwd worden tot een landboek: het volstaat de genummerde percelen in de juiste numerieke volgorde te plaatsen. Maar het lijkt te eenvoudig om waar te zijn. Grote complicatie is dat zowel de Fransen als de Nederlanders een nieuwe percelenindeling hebben uitgewerkt. De stukken grond staan worden dus niet meer behandeld in de bekende volgorde van vóór 1796.
Voor de Hollandse versie komen daar nog twee handicaps bij: enerzijds zijn de roeden en gemeten vervangen door are en centiare, en anderzijds is de meettechniek ingrijpend gewijzigd. In de oude landboekversies werden de openbare wegen gedeeltelijk meegeteld bij de aangrenzende percelen, volgens een ingewikkelde regeling (tot in het midden van de weg, tot aan de schootkant, tot vijf voet buiten de gevel, enz …). In het Hollandse quoteboek staan de “netto” oppervlakten zoals wij die nu nog kennen.
Dit verklaart waarom een “Hollands landboek” nog niet voor morgen is. De eerste stap, het digitaliseren en ordenen van de gegevens, was de eenvoudigste.
De tweede, het doorgronden van het Hollandse sectiesysteem, is meteen de moeilijkste. Als we er nog aan toevoegen dat tegenover het Franse landboek van 25 jaar voordien negen van de tien percelen van eigenaar veranderd zijn, is het beeld van de chaos ongeveer compleet.
Toch wordt de bewerking van de Nederlandse gegevens een prioriteit voor de komende jaren. Het gesukkel met de overgang 1796-1830 duurt nu al een decennium, en is telkens weer een struikelblok in elke kavelgeschiedenis.
Op deze foto, die ik kreeg van Christophe Bauwens, zien we leden van een boldersclub waarvan het lokaal in de Zandvleuge zou geweest zijn. Dus hier zijn we weer: HELP!!!!
Wie weet meer over deze foto? Laat iets weten aub. Dit is een mooie document uit goede tijden.
Deze foto werd mij doorgestuurd door Carlos Dellaert.
1e rij: Albert Pieters - Alfred De Zutter - Carlos Gallet - Marcel Temmerman - Jozef Van Bastelaere - Maurits Van Den Bossche - André Claeys - Albert Vernaet - Albert Van Kerckvoorde.
2e rij: Albert Goethals - Albert Van Hecke - Albert De Buyser - Albert Jacobs - August D'Aubioul - Aimé Buyck - Albert Callewaert - Edmond Verhé - Noël Delcourt - Omer Van Hijfte - Albert Van de Velde - Gaston Hermie - Albert De Steur.
3e rij: Albert Eggermont - Marcau Dobbelaere - Carlos Dauwe - Albert Van Overberghe - Omer De Jonghe - Albert De Keyser - Albert Lion - Jozef Walry - onbekend - Gaston Delporte - Jozef Doom.
4e rij: Maurits De Keyser - André Matthys - Gilbert Evremond - Albert Kindts - Albert De Muynck - Bertrand Van De Voorde - Maurice Bontinck - Albert Pieters (beenhouwer) - Marcel Haubourdin - onbekend - Albert Reychler - Georges Maeyens.
5e rij: Maurits De Kien - Georges Gevaert - Jan Ramon - Octaaf Beirnaert - Remy De Vos - onbekend - Albert De Jaegher – Marcel Gillebeert - André Goethals - Ivo Dellaert - Jozef Slock - Herman De Vendt - Alfons Lammens.
Deze foto werd genomen op de koer van de oude Broederschool en stelde een enkele klas voor ! De eerste klas 1921-22.
De wijk tussen de Kriekmoerstraat en de Veldstraat, waar lang 1 huis stond, begint langzaam op een echte wijk te lijken. Er zijn al verschillende huizen bijgekomen en men is naarstig bezig met bouwen.
Vandaag wordt onze Eeklose wielerlegende Roger De Vlaeminck 67 jaar en wensen we Roger langs deze weg proficiat met zijn verjaardag.
Op de foto's zien we de familie De Vlaeminck lange jaren geleden. Vader Philemon, in Eeklo 'Fiele', was ook een verdienstelijk renner. We zien ook Eric en Roger bij hun mama.
In vroegere jaren, '45 - '50, was er in Eeklo een bloeiende boksclub. Tegenwoordig is boksen een sport waarvan er in Eeklo geen club meer is.
Vroeger werden er ook boksmeetings gegeven in Eeklo. Dit stond toe in een krant:
Na de meeting te Eeklo. Was de bijeenkomst van verleden zondag voor de inrichters niet dezelfde meevaller inzake publieke belangstelling als vorige meeting, dan boekten zij daarentegen schitterende successen met de plaatselijke boksers. Vooral de overwinningen van Tersie en Oosterbaan waren betekenisvol. Inderdaad mochten wij met genoegen vaststellen dat Tersie die ons verleden maand bij zijn heroptreden weinig kon overtuigen, flinke vorderingen heeft gemaakt. Moest hij op deze weg voortgaan en nog beweeglijker en leniger worden, dan is hij bekwaam de hoge verwachtingen, die de oefenmeester De Volder in hem gesteld heeft, te beantwoorden. Wat ons nog meer genoegen deed, was de prachtige overwinning door Oosterbaan behaald op Van Gompel, die slechts van de K.O.-nederlaag gered werd door het werpen van de handdoek door zijn verzorger. Vooral de wijze waarop deze overwinning behaald werd in een zuiver en open gevecht, heeft ons het meest bevallen.
Zie hier de sterke ploeg van Eekloo Boxing Club.
(foto Rudy Oosterbaan)
Staand v.l.n.r. bestuurslid De Peser, Alfonson (uit Waarschoot), reporter van de krant, Van Branteghem Robert, Piet Oosterbaan, Albert De Volder.
Zittend midden: Pieters, Blondeel, Edgard De Bevere.
Zowat negentig project van alle archiefbezoekers komt over de drempel met een stamboom in de hand, een schema van alle opgespoorde voorouders, liefst met data van geboorte, huwelijk en overlijden. Een lovenswaardige vrijetijdsbesteding uiteraard, maar jammer genoeg slechts een flauwe afglans van wat die "stamboom" kan worden.
Wijlen Willy Hamerlynck wees samen met zijn 'De Eik'-kompanen nochtans al jaren geleden de weg. Wie door de dertig jaargangen van dat tijdschrift bladert, ziet de telefoonboektabellen al snel veranderen in brede levensbeschrijvingen, ettelijke pagina's per persoon. Deze evolutie weerspiegelt getrouw de vooruitgang van ons stadsarchief in het toegankelijk maken van de bronnen.
Tot halfweg de jaren negentig moesten de genealogen zich in Eeklo tevredenstellen met twee bronnenreeksen: de registers van geboorten, huwelijken en overlijdens, en de bekende staten van goed, in de jaren zeventig al geklapperd door Wilfried Steeghers. Na bijna twintig jaar doorgedreven inventariseringswerk kan het archiefteam een waaier van andere bronnen voorleggen, telkens met personenregister:
1. stadsrekeningen uit het Ancien Regime (1566-1651);
2. bewijsstukken bij deze rekeningen (1618-1650 & 1746-1796)
3. resoluties van de Eeklose schepenbank
4. de landboeken van 1638, 1708 en 1796;
5. belastinglijsten en bewoningstabellen 1622-1796;
6. de openbare verkopingen 1560-1700;
7. de in- en uittredingen 1818-1900;
8. 19de-eeuwse parochieregisters.
En er komt nog meer. Niet alleen werden deze reeksen aangevuld, er wordt ook intensief gewerkt aan de juridische adviezen, een atlas van het kerkhof, namenlijsten uit de 15de- en 16de-eeuwse bronnen, enz. Even belangrijk: alle klappers en registers zijn vanzelfsprekend ook digitaal ter beschikking. Op deze manier kan de genealoog snel en doelgericht een gedetailleerd en levendig biografietje van elke voorouder bijeenharken.
Natuurlijk is het verwerken van de bronnen zelf een ander paar mouwen. Ze zitten vol valstrikken en dwaalwegen, onder meer door het grote aantal naamgenoten. Voor de oudere periode komen daar nog eens de soms verschrikkelijke handschriften bovenop. Maar de bezoekers weten dat daarvoor in het Eeklose stadsarchief altijd wel een helpende hand te vinden is …