Ik ben Everaert Albert, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Awbeir (Eeklo's voor Albert).
Ik ben een man en woon in Eeklo (België) en mijn beroep is ...bloggen.
Ik ben geboren op 11/02/1948 en ben nu dus 76 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: mijn blog, foto's, computer, fietsen...
Nog onder de vorige archivaris Erik De Smet werd besloten het archief uit te bouwen tot een documentatiecentrum voor de hele streek. Een eerste en belangrijke stap daarvoor was het onderbrengen van de collecties van het Heemkundig Genootschap van het Meetjesland: een uitgebreide bibliotheek, en zowat alle heemkundige tijdschriften binnen een straal van 30-40 kilometer.
Met de opname van het VVV-Eeklo-archief in 2006 werd duidelijk dat er keuzes moesten worden gemaakt. Daar zat namelijk een uitgebreide collectie literaire werken in: Ledeganck natuurlijk, maar ook Guido Gezelle, Stijn Streuvels en literaire tijdschriften als Dietse Warande en Belfort. Het is duidelijk dat voor dit soort werken niemand bij ons archief zal komen aankloppen, hoe interessant ook. Zij moesten dus andere oorden opzoeken.
Met de jaren werden nog andere documenten afgegeven: parochie- en reclameblaadjes, schooltijdschriften, weekbladen en zelfs kranten. Voor deze laatste was de beslissing eenvoudig: zij zijn zo omvangrijk en kwetsbaar, dat alleen zeer grote archieven die op een verantwoorde manier kunnen bijhouden. Een uitzondering werd wel gemaakt voor oorlogsjaargangen van 'De Landwacht', omdat die voor die periode een van de schaarse bronnen vormen.
Voor landelijke weekbladen lag de zaak moeilijker. Ingebonden jaargangen nemen namelijk onredelijk veel plaats in, maar tussen de twee wereldoorlogen verschenen daarin vaak artikels over Eeklo en omgeving. Enkele uit die jaren kregen dus een plekje, maar Franstalige bladen als 'Le Patriote Illustré' vielen volledig uit de bus.
Voor reclamebladen lijkt op het eerste gezicht geen archiefbestaan weggelegd. Het overgrote deel bevat inderdaad nauwelijks relevante informatie, behalve op één gebied: de namen van kleinhandelszaken en van hun uitbaters. Winkelnamen komen in de administratieve stukken zelden of nooit voor, en wanneer uitbaters buiten Eeklo wonen, blijven ook zij hier spoorloos. Anderzijds geven advertenties natuurlijk niet altijd de realiteit weer.
O.a. door de publiciteit rond de W.O.I-tento van 2014 krijgt het archief geregeld beperkte privédocumentatie binnen. Verslagen van oorlogservaringen bijvoorbeeld, maar ook familieverhalen en –foto's. Zoiets is niet altijd bruikbaar, en weigeren ligt natuurlijk gevoelig, maar eerlijkheid is de beste tactiek gebleken: als geen enkele situatie te bedenken valt waarin iemand daarnaar zou kunnen vragen, neemt de goedbedoelende schenker ze beter weer mee naar huis.
In het begin van de week is men op het Krügercomplex begonnen met het verwijderen van de rode pilaren die na 20 jaar dienst mogen verdwijnen. Men gaat het hier een opfrisbeurt geven en aan de winkels komen er afdaken zodat er bij lichte regen geen hinder zal zijn om te shoppen.
Toen ik deze week door het Park reed stond het kasteel mooi te blinken in de zon. Het blijft een mooi gebouw maar ik vrees dat het niet zo nuttig meer is in deze tijden en dat er wel wat kosten aan komen. Vraag is: zal men deze nog doen?