Julien Van Den Driessche (96) heeft eindelijk rust gevonden
Donderdagnamiddag is Julien Van Den Driessche op 96-jarige leeftijd overleden. Julien is 73 jaar gehuwd met Yvonne Vandekerkhove en is de vader van Rita, Linda en (schepen) Ann Van Den Driessche. Maar Julien was vooral bekend als oud-concentratiekampgevangene van nazi-Duitsland. Tussen 1943 en half 1945 onderging Julien, samen met een groep andere Meetjeslandse verzetslui, vreselijke gebeurtenissen, die hem een leven lang hebben getekend en achtervolgd. Hij werd in 1943 uit zijn bed, thuis in Nieuwendorpe, gelicht en eerst een tijdlang in Eeklo, Gent en Sint-Gillis gevangen gezet. Nadien werd hij overgebracht naar het kamp van Esterwegen, later naar de gevangenis van Bayreuth en tenslotte naar het concentratiekamp van Flossenbürg. Ook zijn broer Michel was samen met hem opgepakt, maar hij werd in Flossenbürg doodgeslagen. Toen de geallieerden naderden, werden Julien en de andere concentratiekampgevangenen (waaronder Armand Verstraete uit Maldegem en Marcel Durnez uit Geluwe) op een meedogenloze dodenmars gestuurd. Die duurde drie dagen en kostte aan heel wat gevangenen het leven. Na drie dagen zonder eten en drinken werden de uitgemergelde gevangenen bevrijd en opgevangen door Amerikanen en Britten. Het duurde nadien nog enkele maanden vooraleer Julien terug thuis kwam, waar hij moest vertellen dat zijn broer het niet gehaald had.
Julien Van Den Driessche werd heel actief in de Meetjeslandse tak van de Confederatie van Politieke Gevangenen en Rechthebbenden en beet zich vast in het bekendmaken van de gruwel van nazi-Duitsland. Het duurde nog tot begin de zeventiger jaren vooraleer hij met enkele vrienden van destijds zijn reisroute tussen 1943 en 1945 overdeed en er een film van maakte. Met die film trok hij met Armand Verstraete en Wilfrid Catrysse (ook uit Maldegem) naar honderden scholen in Vlaanderen om het verhaal van wat er daar was gebeurd te doen. Evenveel keer eindigde die aangrijpende getuigenis in een huilbui en werd ze gevolgd door slapeloze nachten. Maar Julien wilde niet opgeven, dat stond niet in zijn woordenboek. Hij had in 1945 niet opgegeven, ook in zijn latere leven bleef hij een vechter tegen het onrecht dat hem en vele anderen was aangedaan.
In 1992 lag Julien aan de basis van het boek ‘De laatste Meetjeslandse getuigen’ waarin Marc Van Hulle het verhaal van 15 Meetjeslandse gevangenen uit de concentratiekampen bundelde. Inmiddels zijn al deze getuigen, op één na, overleden. Julien was de voorlaatste. In 2016 verscheen het verhaal van nummer 86.412 nog eens uitgebreider in het boek ‘Mijn naam werd een nummer’ van Mario Lampaert, Freddy Pille en Marc Verbiest.
Met Julien Van Den Driessche verdwijnt een moedig man die oneindig veel kracht had geput uit het onrecht dat hij en zoveel anderen in nazi-Duitsland hadden ervaren. Hij wilde met zijn kruistocht langs de schoolbanken wijzen op het gevaar van politieke indoctrinatie en vooral beletten dat het opnieuw zou gebeuren. Het verdriet bij zijn echtgenote Yvonne, zijn kinderen, klein- en achterkleinkinderen is groot, maar ze zijn dolgelukkig dat ze – ondanks alle ontberingen die hij heeft meegemaakt – Julien nog zolang bij hen hebben gehad en dat hij nu eindelijk rust heeft gevonden, 76 jaar na die bevrijding uit nazi-Duitsland.
Nu heeft Julien eindelijk rust gevonden. Hij verbleef de laatste maanden in Avondzegen, Bedankt Julien, rust nu maar, je hebt het verdiend!
(Tekst Marc Van Hulle)
(Deze foto nam ik op de Eeklose Markt bij een huldiging van Julien)
|