Marcel Rijckaert
Marcel Rijckaert, die op 20 juli 1924 geboren werd op de Adegemse Kruipuit, stamt uit een nest waar de wielersport met de paplepel werd meegegeven. Zijn vader Salomon werd tot ver buiten onze streken geroemd om zijn absolute vakmanschap in het vervaardigen van fietskaders en het monteren van alle soorten rijwielen. Het stond dan ook in de sterren geschreven dat zoon Marcel zich een weg zou zoeken in het bonte wereldje van de wielrennerij.
Als piepjonge snaak debuteerde hij in 1940 in Balgerhoeke. Na een wedstrijd die in het teken stond van de rivaliteit met Fiele De Vlaeminck (jawel, de pa van…) eindigde hij op een verdienstelijke zevende plaats. Dat was niet naar de zin van vader Salomon, die erom bekend stond enorm streng en veeleisend te zijn. Dat heeft Marcel vaak mogen ondervinden…
Gelukkig duurde het niet lang vooraleer Marcel zijn eerste kussen van het bloemenmeisje kon in ontvangst nemen : reeds in zijn derde koers was het prijs en was vader Salomon een tevreden man.
Marcel Rijckaert was een zeer sterk en vooral snel jeugdrenner. Zijn aalvlugge eindsprint legde hem geen windeieren : het leverde hem maar liefst drie Belgische titels op. In 1941 werd hij nationaal kampioen bij de beginnelingen door in de spurt ene Rik Van Steenbergen te verslaan. Om het ook in de juniorescategorie tot kampioen te schoppen moest hij in 1943 die andere snelle finisher, Karel De Baere, het nakijken geven. Amper negen weken later werd hij in Etikhove maar meteen ook Belgisch kampioen bij de beroepsrenners B.
Het leverde hem op 19-jarige leeftijd een profcontract op bij de gerenommeerde Franse ploeg Alcyon. Ook in de hoogste categorie liet hij meteen van zich spreken door op veertien dagen tijd maar liefst zeven wedstrijden te winnen. Het zou het begin zijn van een lange profloopbaan die zou duren van 1944 tot en met 1960. Een verdienstelijke loopbaan waarin echter die ene uitschieter ontbreekt. Vaak was hij er dicht bij maar de ene keer werd hij getroffen door materiaalpech en de andere keer zat de opgelegde ploegtactiek hem danig dwars. Toen hij in 1960 bij de Wiel’s-Flandriaploeg afscheid nam van het profpeloton stonden er naast zijn twee zeges in de Elfstedenronde te Brugge mooie ereplaatsen in de Ronde van Vlaanderen, Scheldeprijs, Parijs-Roubaix, Gent-Wevelgem en de Omloop Het Volk op zijn palmares.
Na zijn actieve rennersloopbaan trad hij in de voetsporen van zijn vader Salomon en werd een gewaardeerde fietsmechanieker. Eerst bij Dossche Sport in Gent waar Berten De Kimpe hem het voorstel deed om als mechanieker mee te trekken met de roemruchte Groene Leeuwploeg. Dat was het begin van een lange loopbaan ten dienste van vele renners. Zijn glorieperiode beleefde Marcel als trouwe ‘mechanicien’ van Eddy Merckx. Aan de zijde van de Brusselse ‘Kannibaal’ beleefde hij van op de eerste rij de mooiste en succesrijkste episode van het Belgische wielrennen. Op latere leeftijd was Marcel Rijckaert dag en nacht in de weer in het Gentse Sportpaleis, waar hij menig jong rennertje zijn eerste stappen op de piste leerde zetten. Steeds stond hij met raad en daad klaar voor die jonge snaken. Tegelijkertijd beleefde Marcel ook veel plezier aan de prestaties van Jürgen Foré, de zoon van zijn neef Noël Foré.
Na een leven dat volledig in het teken stond van zijn zo geliefde wielersport, overleed Marcel Rijckaert op 10 mei 2001 te Gent.
(door Mark Van Hamme)
Hier zien we Marcel na zijn overwinning in Sint-Eloois-Winkel
|