Vervolg van het interview dat Marc Van Hulle afnam van George in 1994.
MARC-ANTE ONTMOETINGEN
George E. Spittael, M.S.M. (Slot)
LIBERA ME
"Op de avond na de voorstelling van mijn eerste boek, startte ik de voorbereiding voor wat uiteindelijk "Libera Me" zou worden. Ik voelde dat ik met "Duel..." nog maar de helft had verteld, ik wilde ook berichten over de blijde gebeurtenis van de bevrijding. Kijk, ik loop nu al 45 jaar op het Canadees kerkhof in Adegem en telkens hoor ik er spreken over de dankbaarheid tegenover die 844 Canadese en 287 Gemenebest soldaten die er begraven liggen. Maar mij interesseerde wie onder die kruisjes lag, hoe zij aan hun einde waren gekomen. Van het merendeel van die 1.131 gesneuvelden heb ik dat kunnen achterhalen. Maar ik wilde ook schrijven over de Duitse verliezen in onze streek, omdat je enkel en alleen dan een juiste weergave van de strijd bekomt. Als men hoort dat er hier meer dan 800 Canadezen zijn gesneuveld, dan denkt men: "Jawadde !" maar men mag niet vergeten dat er aan de andere kant 2.400 Duitse soldaten hun leven lieten in deze korte maar heftige bevrijdingsstrijd." "Duitse soldatengraven hebben me altijd evenzeer gefascineerd. Ik herinner me dat ik in 1946 de kruisjes zag blinken op het Canadees kerkhof, maar toen ik met de fiets langs het Leopoldkanaal trok, zag ik er de kontrasterende erbarmelijke Duitse soldatengraven. Ik zeg dat het bij de tegenpartij niet allemaal beulen waren, maar kan men mij daarvoor Duitsgezind noemen ? Als een Duitse moeder mij om hulp vraagt om het lichaam van haar zoon op te sporen, moet ik dan weigeren ? Neen toch ? Het leed aan beide frontzijden is altijd even groot." In 1989 rolde "Libera Me" van de persen en het boek was van hetzelfde kaliber als Spittaels eerste. "Een geschreven stand-beeld voor dode soldaten", werd het genoemd. Bij het verschijnen kondigde de auteur ook aan dat hij nu een punt zou zetten achter zijn schrijversloopbaan. "Ik heb mijn leven willen vullen met drie goede zaken en die heb ik met mijn tentoonstelling en mijn twee boeken verwezenlijkt."
CANADAPLEIN
1994 is voor George E. Spittael een biezonder druk jaar. Niet alleen mocht hij in maart naar Canada afreizen om er zijn Meritorious Service Medal in ontvangst te gaan nemen, de vijftigste bevrijdingsverjaardag zorgt evenzeer voor een goedge-vulde agenda. Honderden Canadese oorlogsveteranen doen straks onze kontreien aan, en velen van hen hopen dat de kleine Eeklonaar, "le petit Belge", hen daarbij zal begeleiden. Enkele delegaties zullen ook een bezoek brengen aan het witmarmeren beeld "De soldaat en het meisje" op het Canadaplein (voorheen Prinsenhofpleintje). Dat monument wordt straks, op 8 september, overgedragen aan Canada en krijgt het statuut van officieel oorlogsmonument. Achter het beeld, dat sinds een paar jaar vanonder de drup van de bomen en uit de schaduw werd gehaald, komen op twee marmeren platen de dertig namen van de Canadese soldaten die in Eeklo tijdens de bevrijdingsgevechten hun leven lieten. "Die jongens gaan er niet door terugkeren en de namen zeggen misschien niet veel, maar wie er mijn boek op naleest, zal beseffen wat ze voor onze streek betekend hebben," zegt George. Bij mijn afscheid aan huize Spittael, na een gesprek van ruim vijf uur, vertelt George gauw nog het verhaal van de eigenhandig uitgevoerde ontgraving van een soldatenlichaam, ergens te velde in Moerkerke, tien jaar geleden. "Is het niet een beetje macaber om zoiets na veertig jaar nog te doen ?" vraag ik me luidop af. George E. Spittael, M.S.M. kijkt me ernstig aan en zegt dan ontwapenend: "Maar er zat toch een moeder op te wachten ?"
MARC VAN HULLE April 1994
Duits veldgraf in 1940 langs Wambuis - Raverschootstraat.
|