Je ging bruisend en lachend door het leven straalde kracht en liefde uit
Plots, een knal,een lichtflits alles was voorbij
Weg je jonge leven nooit weer die twinkeling in je ogen nooit meer die speciale lach,zo eigen aan jou
Ik zal je nooit meer zien nooit meer voelen nooit meer ruiken niets bleef er over
Alleen stilte eeuwige stilte
Verdriet oneindig veel verdriet Pijn helse pijn
Een doffe leegte is in mij gekomen
Geen afscheidskus kon ik je geven want je kwam terug uit Zaïre in een houten kist verzegeld
Jacqueline
Zilte tranen vloeien over wangen glijden over prevelende lippen druppelen op gevouwen handen in doodse stilte hopeloos hopen
Jacqueline
Hongerig lopen woorden over papier ze vormen jou naam in stille schrijnende pijn
Woorden zwevend in de hoge ijle lucht ontsnappend uit een diepe zucht
Kringelend schrijven ze je naam
Jacqueline
De nacht omringt mij als een zwarte sluier ik droom mijn droom zwevend neemt hij me mee naar een vreemde wereld een wereld waar jij voor eeuwig blijft ik zie ons samen lachend, pratend even heel even maar wil ik je aanraken mijn hand reikt naar jouw hand ben je echt? mijn droom voorbij hij ging zoals jij ging plotseling
Jacqueline
Starend in het duister gedachten passeren voorbij tranen glijden over mijn wangen waarom duurt pijn soms een leven lang
Een station heeft altijd iets van afscheid nemen. Soms voor even. Soms voor het leven. Maar dat besef je op zo een moment niet. Gert zijn weekend zit er op, hij keert terug naar zijn bataljon. Telkens weer moet ik huilen. Ik geef hem nog een zoen, zwaai tot de trein uit het zicht verdwenen is. Zijn laatste trein.
Jacqueline
hoog boven de wolken sta jij je hand stoer in je zij
trots draag jij je rode baret dapper heb jij je daarvoor ingezet
glimlachend kijk je op me neer met ogen zo helder als een meer
ik lach naar jou jij knipoogt naar mij en toch ben je een schilderij
Jacqueline
Ik schrijf je letters op papier met je praten je aanraken je huid voelen doe ik in letters op papier een oceaan scheidt ons van elkaar maar nooit letters op papier
Jacqueline
Gekleed in eenzaamheid loop ik verlaten door het lege huis elke kamer een eigen herinnering klevend aan muren verborgen tussen bloemetjesbehang leegte spookt rond in leegheid ondergedompeld in vergetelheid
Jacqueline
Slapen eeuwig slapen zodat ik kan vluchten voor de werkelijkheid wegzinken in een roes van vergetelheid doch is er weer het pijnlijk ontwaken langzaam als een dodelijk gif dringt de pijn mijn leven binnen het vreet aan mijn lichaam het beneveld mijn verstand mensen beweren wel scherpe kanten slijten af maar wie helpt mij om die scherpe kanten te slijpen
Jacqueline
Schemerige weg wazige beelden windvlagen koude rillingen een oneindig zicht zoekend naar het einde van een lange weg