Je ging bruisend en lachend door het leven straalde kracht en liefde uit
Plots, een knal,een lichtflits alles was voorbij
Weg je jonge leven nooit weer die twinkeling in je ogen nooit meer die speciale lach,zo eigen aan jou
Ik zal je nooit meer zien nooit meer voelen nooit meer ruiken niets bleef er over
Alleen stilte eeuwige stilte
Verdriet oneindig veel verdriet Pijn helse pijn
Een doffe leegte is in mij gekomen
Geen afscheidskus kon ik je geven want je kwam terug uit Zaïre in een houten kist verzegeld
Jacqueline
Zilte tranen vloeien over wangen glijden over prevelende lippen druppelen op gevouwen handen in doodse stilte hopeloos hopen
Jacqueline
Hongerig lopen woorden over papier ze vormen jou naam in stille schrijnende pijn
Woorden zwevend in de hoge ijle lucht ontsnappend uit een diepe zucht
Kringelend schrijven ze je naam
Jacqueline
De nacht omringt mij als een zwarte sluier ik droom mijn droom zwevend neemt hij me mee naar een vreemde wereld een wereld waar jij voor eeuwig blijft ik zie ons samen lachend, pratend even heel even maar wil ik je aanraken mijn hand reikt naar jouw hand ben je echt? mijn droom voorbij hij ging zoals jij ging plotseling
Jacqueline
Starend in het duister gedachten passeren voorbij tranen glijden over mijn wangen waarom duurt pijn soms een leven lang
HASSELT Dinsdag 05 - 11 - 1991 10.30 u Gert wordt begraven
Doodsklokken luiden Een massa mensen Para's vormen een erehaag Een kist Een foto van Gert Zijn rode muts Alles lijkt even onwezenlijk dit kan toch niet niet mijn Gert niet zijn kist Dag en nacht heb ik deze woorden herhaald "The last post"weerklinkt. Alles schreeuwt in mij, nee, nee niet voor Gert straks word ik wakker dan staat hij naast mij lacht naar mij Dit is een nare droom maar deze vreselijke nachtmerrie duurt voort.
Op het kerkhof, naast een diepe holle kuil, zijn kist. Afscheid in stromende regen. De wereld huilt, ik huil Koen huilt Samen een laatste groet een laatste blik en gedachten een zoen. Hoe moeten wij nu verder leven? Kunnen wij het samen aan, die helse pijnen die grote leegte een leegte voor eeuwig
taptoe (senryu) --------------- Bedekte doodskist schaduw van taptoeblazer glijdt mee in het graf
.
3 november1991
Neder-Over-Heembeek
Het militair hospitaal waar zes gewonde para's verblijven
Vandaag gaan we hen bezoeken Eén zwaar gewonde Vijf lichtgewonde
De ontmoeting met hen schrikt me een beetje af, toch wil ik ze even zien, misschien even praten. Maar er valt niets te zeggen er is alleen stilte In hun ogen zie je pijn, verdriet, verslagenheid ze kunnen het zelf niet vatten. Een gebeurtenis die hun jonge leven voor altijd zal tekenen. De zwaargewonde jongen kan nauwelijks praten Toch doet hij een teken naar mij om naderbij te komen Zacht fluistert hij "probeer verder te leven ondanks je grote verdriet " Ik huil om hem, om de anderen. Hun ziel gekwetst voor het leven.
Jacqueline
.
Allerheiligen 1991
Naast het graf van mijn vader sta ik roerloos Vraag me af, Pa, waarom? ben je hem zo vroeg komen halen Was je niet gelukkig Daarboven Had je Gert zo nodig En ik ? Ik heb hem ook nodig Mijn twee zonen Heb ik nodig Moeten bij mij zijn
Zinnen ze gaan door mijn hoofd Ik kijk rond Zie mensen bloemen neerleggen Even stil staan De tijd terug draaien Zal het voor mij ook zo worden? Naar zijn graf gaan Telkens weer Staan voor een ijskoude steen Die niets zegt Niets antwoordt Staan voor een eeuwige stilte
Jacqueline
.
donderdag 31-10-1991
MELSBROEK 15u.30 Gert wordt gerepatrieerd
Meneer, is het wel Gert Maris ? Heb je alles wel goed nagekeken ? Ja mevrouw, het is u Gert. NEE mijn Gert gaat niet dood Straks is hij hier levend zal ik hem vasthouden hem kussen trots zijn op mijn held U vergist zich meneer. Mevrouw het is geen vergissing het is u Gert Gert Maris Ijskoud voel ik mij Iedereen praat maar Waarover ? Ik weet het niet Uren zit ik te wachten Wanneer komt hij nu 18.00 uur Eindelijk komt men zeggen we kunnen gaan Er waait een harde, koude wind het raakt mij niet Iemand doet mijn jas dicht Ik kijk over het plein en zie een levende haag gevormd door para's die Gert vergezelden op zijn laatste reis Eén voor één bekijk ik hen hoop, dat Gert er toch bij staat Maar hoe ik ook zoek ik kan hem nergens vinden. Trompetgeschal, gevolgt door doodse stilte Gert is daar Mijn Gertje ? In die lijkwagen ? Langzaam komt hij aangereden ik word gek dit is de hel Het kan Gert niet zijn nee, nee het kan niet Wezenloos kijk ik toe traag rijdt de lijkwagen aan mij voorbij Ik wil er naar toe gaan hem uit die auto halen Ik kan niet bewegen Hij rijdt voorbij de koude nacht in, terug naar Hasselt daar waar ik voor het eerst Gert in mijn armen nam
Jacqueline
.
28 oktober 1991
28 oktober 1991 -'s morgens
een brief van Gert uit Zaïre De radio meldt dat de para's spoedig terug keren Gert zou weldra thuis zijn. wat was ik gelukkig Die dag
Nacht van 28 en 29 oktober 1991
Alles is rustig, vredig, iedereen slaapt droomt zijn eigen fantasierijke droom Plots rinkelt de telefoon akelig en kil klinkt het door de holle nacht Ik spring uit bed en ren er heen Een stem klinkt aan de andere kant van de lijn GERT IS DOOD Eén zin verwoest mijn leven vernielt al mijn dromen mijn toekomst Het dreunt door mijn hoofd NEEN, het kan niet, het mag niet niet mijn Gertje Lieve God, alsjeblieft, niet mijn zoon Luister je nog, klinkt het dringend, heb je gehoord wat ik zei Gert is dood, begrijp je, hij is dood Het is niet waar, nee, nee, het kan niet hij komt toch volgende week naar huis Als gehypnotiseerd ga ik naar Koen kijk naar hem naar zijn rustige ademhaling zachtjes raak ik hem aan Koen, Koeneke, papa heeft gebeld er is iets gebeurt met Gert Gert is dood Nee, nee, godverdomme nee Woede, machteloosheid Mama, nee, nee, niet mijn broer niet mijn beste vriend misschien is het een vergissing is het toch niet Gert Daar sta ik, sprakeloos, verloren Mijn eigen Koeneke, ik kan hem niet troosten omstrengeld in elkaar samen wachtend, hopend, biddend laat het niet ons Gertje zijn Gert, onze mooie, sterke, stoere Gert DOOD In Zaïre, een vreemd, duister land zeeën van ons verwijderd een granaat is ontploft Humanitaire opdracht "Bleu Beam" één dode, zes gewonden Hij stierf als een held
Jacqueline
.
zondag 22 september 1991
Een station heeft altijd iets van afscheid nemen. Soms voor even. Soms voor het leven. Maar dat besef je op zo een moment niet. Gert zijn weekend zit er op, hij keert terug naar zijn bataljon. Telkens weer moet ik huilen. Ik geef hem nog een zoen, zwaai tot de trein uit het zicht verdwenen is. Zijn laatste trein.
Jacqueline
hoog boven de wolken sta jij je hand stoer in je zij
trots draag jij je rode baret dapper heb jij je daarvoor ingezet
glimlachend kijk je op me neer met ogen zo helder als een meer
ik lach naar jou jij knipoogt naar mij en toch ben je een schilderij
Jacqueline
Ik schrijf je letters op papier met je praten je aanraken je huid voelen doe ik in letters op papier een oceaan scheidt ons van elkaar maar nooit letters op papier
Jacqueline
Gekleed in eenzaamheid loop ik verlaten door het lege huis elke kamer een eigen herinnering klevend aan muren verborgen tussen bloemetjesbehang leegte spookt rond in leegheid ondergedompeld in vergetelheid
Jacqueline
Slapen eeuwig slapen zodat ik kan vluchten voor de werkelijkheid wegzinken in een roes van vergetelheid doch is er weer het pijnlijk ontwaken langzaam als een dodelijk gif dringt de pijn mijn leven binnen het vreet aan mijn lichaam het beneveld mijn verstand mensen beweren wel scherpe kanten slijten af maar wie helpt mij om die scherpe kanten te slijpen
Jacqueline
Schemerige weg wazige beelden windvlagen koude rillingen een oneindig zicht zoekend naar het einde van een lange weg