ik kijk naar de vlammen, hoor het kampvuur knetteren dat ik naast mijn tentje heb gestookt
ik wil geen herinnering meer al de pijn die er was verdriet het knagen binnen-in het slecht gevoel alles heb ik in het vuur gegooid straks is er alleen nog as en vraag ik aan de wind om het weg te blazen, naar een wereld waar ik niet kom
starend naar de vlammen vertellen ze mij hoe koppig het verleden is niet op te branden soms smeulend dan weer heel intens
uitdoven nooit
|