op een dag deed ze haar ogen dicht je wist niet wat in haar roerde hoe ze in alle stilte dacht mijn God wat ben ik moe
veel te lang is het geleden dat ik nog aan je heb gedacht zie je mij als een egoïst nu ik even weg wil rennen alleen maar aan mezelf denk en me zo graag eens laat verwennen
verdrink ik in de jaloezie als soms een steek van pijn mijn keel dichtknijpt omdat anderen . . . - neen ik durf het niet te zeggen -
vergeef je me mijn God als ik soms de moed verlies en tranen langs mijn wangen glijden wetende dat ik sterk moet zijn
ik hunker naar een schouder waar ik even uit kan huilen woorden die me laten proeven van de troost en een knuffel, zo maar een keer voor niets
als je me begrijpt geef me dan wat van je kracht zodat mijn moe zijn zich ontpopt tot een vrouw die op zal staan geef me een klein sprankeltje van verder gaan voor mij is dat reeds genoeg
|